Borstvoedingsvriendelijke werkgever
Elk jaar reikt De Bakermat een prijs uit aan een werkgever die een “Borstvoedingsvriendelijk personeelsbeleid” voert. De winnaars zijn: het Woon- en zorgcentrum St.-Bernardus en onthaalouder Bieke Purnelle.
Dit jaar kregen moeders dus ook de mogelijkheid om hun kinderopvang een pluim te geven. Borstvoeding en werken comfortabel combineren, vereist dat je beroep kan doen op een kinderopvang die borstvoeding een warm hart toedraagt.
Waarom deze 'verkiezing'?
De Wereldgezondheidsorganisatie beveelt aan dat alle moeders 6 maanden exclusief borstvoeding geven. Kind en Gezin ondersteunt deze richtlijn en gaf aan het Expertisecentrum De Bakermat de opdracht om de situatie voor Vlaanderen in kaart te brengen. En om acties te ondernemen om het volhouden van borstvoeding te stimuleren.
In 2006 werden ca. 2000 moeders door De Bakermat bevraagd. De resultaten van dit grootschalig sociologisch onderzoek beschrijven kenmerken van langvoedsters en verklaren factoren die de borstvoedingsduur beïnvloeden.
Belangrijke redenen waarom Vlaamse moeders in vergelijking met andere landen niet goed scoren in het behalen van de WGO richtlijn is de korte moederschapsrust na de bevalling, het gebrek aan faciliteiten bij werkhervatting in de job en in de kinderopvang .
Werkhervatting is het moment bij uitstek waarop vrouwen stoppen met borstvoeding. 67 % van de moeders start met borstvoeding. Op 3 maanden is dat gedaald tot 36 %. In andere landen (Luxemburg, Nederland, Finland, Italië, Verenigd Koninkrijk) schommelt het aandeel voedende moeders op 3 maanden tussen de 75 en 93 %.
De moederschapsrust bedraagt bij ons 15 weken . Ter vergelijking: dat is 52 tot 56 weken in de Scandinavische landen, in Nederland 16 weken, in Frankrijk 26 weken voor een 3e kind, Duitsland 14 weken + 12 maanden 67% van het loon; Engeland 39 weken.
Uit onderzoek van De Bakermat blijkt dat meer dan de helft van de vrouwen die nog voeden bij werkhervatting, belemmeringen ervaart op de werkvloer .
In de kinderopvang blijkt ook nog heel wat bijscholing nodig rond de verzorging van en de omgang met borstgevoede kindjes en de ondersteuning van hun mama’s.