Terug naar school: wat met leerachterstand en hoe moet het verder in september?

Na de generale repetitie vrijdag, openden de scholen in ons land gisteren weer officieel hun deuren. Tenminste voor een beperkt aantal leerlingen uit een beperkt aantal klassen. Maar: hoe haalbaar is lesgeven aan jonge kinderen op anderhalve meter afstand? Zorgt de combinatie van afstandsonderwijs en fysieke lessen niet net voor extra chaos? En kunnen onze kinderen in september wel weer gewoon naar school? Een aantal prangende vragen op een rij!

Terug naar school: zo gaat het in z’n werk

Na een aantal maanden in complete lockdown openen onze scholen gisteren weer officieel hun deuren. Dat betekent echter niet dat ook alle kinderen weer effectief naar school kunnen: enkel de leerjaren waarin kinderen het meest moeten leren mét behulp van een leerkracht zijn weer fysiek welkom.

In de praktijk betekent dat:

  • Het eerste leerjaar: maximaal 4 volle dagen per week
  • Het tweede leerjaar: maximaal 4 volle dagen per week
  • Het zesde leerjaar: maximaal 2 volle dagen per week
  • Het buitengewoon lager onderwijs: deze scholen maken zelf een inschatting van hoeveel leerlingen ze op een veilige manier opnieuw onderwijs kunnen aanbieden.

Ook de leerlingen van het zesde middelbaar mogen voor de laatste weken van hun schoolloopbaan nog tijdelijk terug naar school.

Klassen splitsen en hygiënemaatregelen

Om ervoor te zorgen dat het coronavirus geen kans krijgt en zowel leerlingen als leerkrachten te allen tijde op de befaamde anderhalve meter van elkaar kunnen blijven, worden de klassen bovendien opgesplitst zodat er in elke klasgroep maximaal 14 kinderen zitten. Dat heeft uiteraard gevolgen:

  • De meeste kinderen kunnen maar een beperkt aantal halve dagen naar school terugkeren, de rest van de lessen verloopt nog steeds via afstandsonderwijs.
  • Leerkrachten uit klassen die niet naar school terugkeren, worden ingezet in de opgesplitste groepen uit de scharnierjaren. Daardoor krijgen kinderen soms les van iemand anders dan hun gebruikelijke leerkracht.

Om alles veilig te houden zijn er ook tal van extra hygiënische maatregelen ingevoerd:

  • zo worden de handen van de kinderen voor elke lestijd gewassen en ontsmet,
  • mogen kinderen zelf geen klinken, deuren of materiaal van andere leerlingen aanraken,
  • mag de school niet werken/knutselen met gemeenschappelijk materiaal,
  • mogen de kinderen ook op de speelplaats slechts ‘spelen’ in hun eigen groep van 10 à 14. Om ervoor te zorgen dat de kinderen niet alsnog door elkaar lopen, werden er op veel speelplaatsen aparte vlakken getekend waarbinnen de klassen moeten blijven.
  • Na elk toiletbezoek wordt het toilet en de toiletvertrekken grondig gereinigd,
  • om een massale toestroom aan de schoolpoort te voorkomen, begint de schooldag voor elke klas op een ander uur,

Wat met kinderen uit andere leerjaren?

Voor alle kinderen die niet fysiek terug naar school mogen, blijft afstandsonderwijs van kracht. Naast de klassen die terugkeren om te leren, blijft de school uiteraard ook nog noodopvang voorzien voor kinderen van mensen uit de zorgsector en van mama’s en papa’s die in deze tweede fase van de lockdown wél weer opnieuw op hun werk verwacht worden en geen andere opvang voor hun kinderen kunnen voorzien.

Afstandsonderwijs én thuisscholen: is dat wel efficiënt?

Een vraag die je je kunt stellen bij de gedeeltelijke heropstart van onze scholen, is of het wel efficiënt is om leerlingen in kleine getallen en per halve dag weer naar school te sturen en hen de rest van de leerstof alsnog via thuisonderwijs bij te brengen. Aan hoeveel effectieve leerstof kan een leerkracht immers nog toekomen als er om de zoveel tijd handen of toiletten ontsmet moeten worden en met stip per anderhalve meter van elkaar naar de speelplaats gegaan moet worden?

“Genoeg”, zo klinkt het bij pedagoog Pedro De Bruyckere. “In ideale omstandigheden zouden we natuurlijk liefst zoveel mogelijk kinderen weer naar school sturen. De enige reden waarom dat nog niet kan, is uit hygiënische en veiligheidsoverweging. De meeste scholen beschikken gewoon niet over voldoende plaats en de juiste infrastructuur om alle leerlingen én leerkrachten al gelijktijdig te laten terugkeren zonder daardoor ook de ‘anderhalve meter’-regel niet te schaden.”

Thuisscholen: minder impact en kloof tussen kinderen

“Toch is het van groot belang dat we zoveel mogelijk kinderen wél de kans geven om terug te keren: les volgen op school is en blijft nu eenmaal veel efficiënter dan thuisonderwijs.

  • Kinderen leren meer wanneer ze effectief op de schoolbanken zitten dan wanneer ze thuis achter hun pc exact dezelfde leerstof aangereikt krijgen.
  • Bovendien sla je met online thuisonderwijs ook een grote kloof tussen leerlingen onderling: vooral leerlingen uit kwetsbare gezinnen – denk: gezinnen die thuis geen computer ter beschikking hebben, waar armoede heerst of waar de ouders gewoon geen tijd of geschikte achtergrond hebben om hun kinderen te begeleiden – zullen veel minder opsteken dan anderen.”

Waarom terugkeren naar school nog belangrijk is:

Bovendien draait ‘naar school gaan’ om veel meer dan leren rekenen en lezen alleen: “Naar school gaan gaat niet alleen om kennis vergaren, het is ook een sociale aangelegenheid. Kinderen zijn sociale wezens en hebben nood aan contact met hun leeftijdsgenoten. Samen spelen, maar ook samen leren en contact met leerkrachten is een belangrijk onderdeel van de schoolervaring.”

Ook hier zijn kinderen uit kwetsbare gezinnen meestal weer kind van de rekening. Vergeet niet dat kinderen die pas in september weer naar school kunnen, dan in totaal zo’n zes maanden thuisgezeten hebben. Dat is voor geen enkel kind sociaal-psychisch een cadeau, maar zeker voor kinderen die een benarde thuissituatie zitten – denk aan gezinnen waar geweld en/of armoede heerst of waar verslavingen aan drugs en alcohol vrij spel krijgen – is het nefast: voor hen betekent school immers vaak een van de rustpunten waar ze even aan die situatie kunnen ontsnappen en waar ze wel in hun ontwikkeling gestimuleerd worden.

Hoe zorgen we ervoor dat de kloof voor kwetsbare kinderen zo klein mogelijk blijft?

Pedro De Bruyckere: “Daar bestaan gelukkig al scenario’s voor. Veel mensen zijn er misschien niet van op de hoogte, maar speciaal om kinderen uit kwetsbare gezinnen zoveel mogelijk kansen te geven om inhoudelijk bij te blijven, beschikten scholen ook in de eerste strenge fase van de lockdown al over speciale mogelijkheden om hen te begeleiden. Zo konden scholen kinderen met een kwetsbaar profiel al die tijd – en ook nu nog – in de vorm van een beperkt aantal contacturen wel nog óp school uitnodigen om hen te helpen met de leerstof.”

Heel belangrijk voor deze kinderen is ook dat ze verder geholpen kunnen worden door hun eigen leerkracht die hen het beste kent. Bovendien is het ook de leerkracht die het best kan inschatten welke leerlingen nood hebben aan deze extra hulp en welke leerlingen eventueel uit een kwetsbare gezinssituatie komen. “Hier een vinger aan de pols houden en als school rechtstreeks in contact proberen te blijven met deze leerlingen én gezinnen – zelfs al is de respons van hen soms minimaal – is de boodschap.”

Wat met de leerstof die onze kinderen niet gezien krijgen?

Dat onze kinderen dit schooljaar nog evenveel leerstof achter de kiezen zullen krijgen als in een normaal schooljaar, is erg onwaarschijnlijk. Maar grote problemen voorziet De Bruyckere daar niet. “Het volledige leerplan afwerken zal er dit jaar inderdaad niet inzitten. Maar gelukkig zitten er in zo’n leerplan altijd onderdelen die net iets crucialer zijn dan andere. Leerkrachten mogen in onderling overleg met hun collega’s en eventueel met de directie zelf kiezen welke nieuwe leerstof ze dit jaar nog aanbieden.” Zij zijn immers het best geplaatst om in te schatten wat leerlingen – en hun ouders – in dit systeem nog aankunnen én welke leerstof het belangrijkst is om onder de knie te hebben.

“Bovendien is het ook geen toeval dat er bij deze eerste heropstart van de scholen is gekozen voor een bepaald aantal scharnierjaren: de leerlingen die nu naar school mogen, hebben nog het meest te leren om hun overstap naar een volgend niveau te garanderen. En op de manier zoals alles nu georganiseerd is, zal dat ook wel lukken.”

Hoe zit het met examens en diploma’s?

Om de resterende lestijd te maximaliseren, zullen er dit jaar op geen enkele school uit het gemeenschapsonderwijs eindexamens gehouden worden. Dat wil echter niet zeggen dat de leerlingen niet geëvalueerd worden: de evaluaties die gebeurden in de 3 weken vóór de paasvakantie kunnen leerkrachten nog gebruiken als ‘formatieve leidraad’. Ze mogen niet gebruikt worden om leerlingen effectief op te beoordelen, maar kunnen wel helpen als een indicatie van hoe goed een leerling mee is. Voor de rest van hun eindscore zullen de leerlingen getest worden via permanente evaluatie.

De Bruyckere: “Voor leerlingen bij wie leerkrachten toch een tekort opmerken, is er de optie om een zomerschool in te voeren. Dit is niet verplicht en enkel bedoeld om leerlingen te ondersteunen en ervoor te zorgen dat ze bij de heropstart in september voldoende achtergrond hebben om in dat volgende jaar wel weer mee te kunnen.”

Ook zonder examens een diploma

Ook wat correcte evaluatie en de diploma’s van onze kinderen betreft, mogen we volgens minister van Onderwijs Ben Weyts gerust zijn. “Leerlingen krijgen nog altijd de diploma’s die ze verdienen. Er zal de nodige mildheid aan de dag gelegd worden, en met veel begrip beoordeeld worden”, zo klinkt het in een uitzending van VTM NIEUWS.

Dat mild zijn echter niet gelijk staat aan een free pass voor alle leerlingen, mag echter ook duidelijk zijn. “Er moet begrip zijn voor de ongewone omstandigheden: uiteraard. Maar alles zal wel correct verlopen. We zullen niet zomaar A-attesten weggeven. Daarmee los je niets op en verschuif je het probleem.”

Iedereen terug naar school in september?

Ook daar vrezen De Bruyckere en de minister van Onderwijs een beetje voor: “We zouden natuurlijk niet liever hebben dan dat we in september weer álle kinderen naar school kunnen laten gaan, maar ik vrees eigenlijk van niet”, zo klinkt het bij de minister in dezelfde uitzending van VTM NIEUWS. Alles zal natuurlijk afhangen van de evolutie van de pandemie, maar ik betwijfel of de scholen in september wel weer op een normale manier kunnen opstarten.”

Bereidt ons onderwijs zich niet best voor op nieuwe methodes om les te geven post-corona?

Daar staat De Bruyckere dubbel tegenover: “Enerzijds wordt daar natuurlijk wel aan gewerkt: zo worden er op dit moment vooral druk scenario’s uitgewerkt om ervoor te zorgen dat onze leerlingen de opgelopen achterstand van dit jaar zo snel mogelijk weer kunnen inhalen. Anderzijds is het als onderwijssector natuurlijk erg moeilijk om je volledig voor te bereiden op de wereld post-corona, omdat niemand precies weet hoe die wereld er zal uitzien.”

Wat we volgens De Bruyckere alleszins wél al kunnen doen, is de afgelopen periode van crisis en lockdown gebruiken om eruit te leren: “Welke aanpassingen en methodes hebben goed gewerkt, en welke dingen kunnen in de toekomst – voor mocht er bijvoorbeeld inderdaad nog een tweede of derde opflakkering van deze pandemie volgen – beter?”

Infrastructuur: meer ruimte en afstand

Een eerste grote les die we alvast kunnen leren, is dat onze scholen kampen met een capaciteits- en infrastructuurprobleem. Op korte termijn zullen we de zomermaanden moeten gebruiken om onze scholen zoveel mogelijk om te vormen waar mogelijk, zodat in september wel weer zoveel mogelijk leerlingen naar school kunnen zonder dat daardoor de veiligheidsvoorschriften worden overschreven. Op lange termijn kunnen we misschien zoeken naar nieuwe infrastructurele oplossingen voor ons onderwijs.”

Nieuwe inhoud: leren lezen en kritisch bronnen checken

“Een tweede les die de crisis ons geleerd heeft, en die eventueel gevolgen kan hebben voor ons onderwijs, is hoe belangrijk bepaalde vaardigheden zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan kritisch omgaan met bronnen, begrijpend lezen en betrouwbare informatie leren herkennen en schrijven. Als je kijkt naar al het fake news dat er in crisistijd is ontstaan alleen, worden deze vaardigheden in de toekomst ongetwijfeld belangrijker dan ooit. Dat het onderwijs hier meer op gaat inzetten, lijkt me dan ook aangewezen.”

Meer lezen over onderwijs en corona:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

 

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."