Eerste hulp bij mama-twijfels: hoe verdeel ik de aandacht tussen mijn twee kinderen?

getty images

lezeres Ann: “Mijn kinderen wedijveren voortdurend om mijn aandacht, kussen en knuffels. Dat is zo vermoeiend. En ik moet me soms ook echt boos maken. Maar me boos maken omwille van de affectie die ze willen, voelt echt niet goed. Hoe ga ik hiermee om?”

Ann: “Ik vind het zo moeilijk om mijn aandacht te (ver)delen tussen de kinderen. Onze kinderen maken ruzie om wie het meeste kusjes kreeg en wie de langste knuffel. ’s Ochtends is het al een hele strijd over wie naast mij aan de tafel mag zitten. ik probeer dan af te wisselen, maar de oudste is dan inventief genoeg om zijn bord te verzetten, zodat hij toch naast mij kan zitten.

s Avonds hebben ze hetzelfde ritueel. Ze krijgen allebei een kus en knuffel als ze slapengaan, maar dan roept de jongste me nog om iets te zeggen en knuffelt en kust ze me er weer op los. Of er is een discussie over wie op mijn schoot mag en altijd iemand met een pruillip. Ik voel me dan ook schuldig tegenover mijn zoon. Als ik probeer om hen allebei op mijn schoot te nemen, komt er altijd geduw en trekwerk aan te pas. Dan maak ik me soms boos, maar het voelt niet goed om boos te worden omdat ze affectie willen. Zeker nu knuffelen met bijvoorbeeld oma of opa helemaal uit den boze is.”

Romina: “Dat klinkt best vermoeiend en het is normaal dat je je machteloos voelt. Want de drukke strijd die geleverd wordt, is zo moeilijk te stoppen. Vanop afstand, met de informatie die je meegeeft, probeer ik zo goed mogelijk in te schatten wat er allemaal meespeelt.

Eerst en vooral zal ik jouw proces en dat van je kindjes in twee stukken indelen: het gedrag langs de ene kant, en de mogelijke noden aan de andere kant. En daarbij zijn die laatste heel cruciaal, want we kunnen namelijk alleen maar vooruitgang boeken als we ons focussen op die onderliggende noden.

Dit gebeurt er bij je kindjes

Het zichtbare gedrag dat je kindjes stellen is duidelijk: ze strijden om jouw aandacht.  De nood die daaronder zit, lijkt vrij voor de hand liggend: de nood aan affectie. En dat is iets wat je hen natuurlijk niet wilt ontzeggen. Toch wil ik je blik graag verruimen en nog enkele andere noden belichten die kunnen meespelen in hun dagelijkse strijd.

  • In eerste instantie kan dit de nood aan competitie en winnen zijn: De normale nood om te willen winnen van een broer of zus en hierin opgemerkt te worden. Gelukkig ervaren ze deze nood, want op deze manier leren ze belangrijke vaardigheden. Daarom niet minder frustrerend en radeloos om hier als ouder mee in te zitten natuurlijk, maar wel belangrijk dat je het niet-problematische voor hen hiervan herkent.
  • En ook de nood aan voorspelbaarheid kan hierin meespelen. De perfect gezonde nood om bepaalde rituelen en gewoontes in stand te houden, gewoon omdat deze voorspelbaarheid veiligheid biedt. Naast slaaprituelen en ‘pannenkoeken op zondag’, kan het zeker zijn dat de gewoonte om ’s avonds ‘om ter meeste kusjes te geven’ ook zo’n gewoonte geworden is die hen onbewust voorspelbaarheid en veiligheid biedt.

Wat ik je hiermee wil meegeven, is dat het bij deze laatste twee, best plausibele, noden minder gaat om de inhoud (affectie van mama nodig hebben) dan bij de eerste (op het eerste zicht enige) nood van affectie. Dit is een belangrijk onderscheid, omdat ik inschat dat jouw schuldgevoel (ze hebben nood aan mijn affectie, ik mag ze niet tekortdoen) zo minder aangewakkerd kan worden. 

TIPS OM IN TE SPELEN OP DE NODEN VAN JE KINDEREN

  1. Nood aan competitie en winnen: Ga er speels mee aan de slag en vul hun vatje van hun gezonde ‘rivaliteit’ in allerlei andere situaties dan in de strijd om jouw schoot.
  1. Nood aan voorspelbaarheid: op deze nood kun je bijvoorbeeld inspelen door er bewust met hen over te praten, bijvoorbeeld ‘het is normaal dat jullie dit nu blijven doen, omdat we het intussen allemaal erg gewoon geworden zijn, maar we willen hier stilaan wat verandering in brengen.’ Probeer om samen nieuwe gewoonten te installeren.

Dit gebeurt bij jou als mama

Met je warme moederhart lijk je meestal te kiezen voor accommodatiegedrag: Je zoekt samen met hen naar een middenweg en probeert hen evenveel affectie te geven. Dat is een heerlijk zorgende reactie en voelt meteen ‘juist’ aan.

De gezonde nood om warm te moederen, met een terecht verantwoordelijkheidsgevoel, speelt hierin uiteraard als eerste mee. Maar als ik een beetje verder inzoom, stel ik me voor dat dit gedrag – ik noem het even accommoderen – ook voortkomt vanuit twee andere noden of gevoelens:

  • (lichte) ongerustheid: ‘Ze komen toch niet iets te kort?’ ‘Wat is dat toch?’ ‘Is er iets mis?’
  • en een daaropvolgend (licht) schuldgevoel: ‘Ik mag hen dit, zeker nu, niet ontzeggen’.

Ik vergroot het nu een beetje uit, maar onderhuids kan dit wel meespelen: het gevoel van ‘Ik doe misschien niet genoeg mijn best, ik moet een betere oplossing vinden.’ 

Tips om aan de slag te gaan

PAK DE ONGERUSTHEID EN HET SCHULDGEVOEL AAN

Geruststelling en mildheid zijn twee codewoorden om je gevoel aan te pakken. Ik geef je daarom graag enkele ideetjes:

  • Onthou, zoals ik hierboven schreef, dat het niet alleen om een nood om affectie gaat en dat je die andere noden ook niet per se moet oplossen. 
  • Zeg tegen jezelf en geloof het ook: ‘ik doe echt mijn best, tot op het punt dat ik mijn grenzen bereik doe ik al ongelooflijk veel. Meer moet ik niet doen.’ Er is niets wat jij nog meer kunt doen om je kinderen zich geliefd te laten voelen door jou, omdat je duidelijk al het onderste uit de kan haalt.

BESEF WAT BOOSHEID ONDERLIGGEND BETEKENT

Daarnaast geef je ook aan dat je in soms ook een gedrag van boosheid uit. Heel begrijpelijk vond ik dat meteen: die strijd weegt, het is vermoeiend, het zorgt voor machteloosheid en frustratie.

Kwaadheid is een noodzakelijk alarmsignaal dat ons erop wijst dat we over onze grenzen zijn gegaan en dat we, voor gezond zelfbehoud, deze grenzen opnieuw moeten installerenHet spijtige is dat we in onze maatschappij al decennialang boosheid zijn gaan zien als iets wat niet mag, wat sociaal onaanvaardbaar is, als iets waar we ons schuldig over moeten voelen. Hierdoor worden op grote schaal al te vaak normale gevoelens onderdrukt en dus ook telkens opnieuw eigen grenzen overschreden.

Ik beeld me bij jou verhaal in dat je (bewust of onbewust) de nood zou kunnen voelen aan:

  • fysieke grenzen (geen constant geduw en getrek op je schoot)
  • mentale grenzen (geen herhaaldelijk op-en-af-gaan bij elke kamer)

STEL GRENZEN

Ik zeg daarbij niet, en vind dit heel belangrijk, dat je niet mag ingaan op hun vragen en noden! Het is normaal, begrijpelijk, eigen aan kind zijn, eigen aan broer en zus zijn en hierin vragen ze nooit iets verkeerds. Ik wil wel meegeven dat er, naast het tegemoetkomen aan de noden van je kinderen, ook plaats moet zijn voor jouw noden:

  • Baken voor jezelf af wat kan en niet kan. Spreek uit wat je te moeilijk vindt en wanneer je grenzen bereikt worden.
  • Installeer nieuwe gewoonten die ook rekening houden met jouw grenzen. 

Ik wens het je van harte toe dat je er samen in het gezin wat mee kunt experimenteren. Als je al iets van de warme zorgzaamheid voor je kindjes ook naar jezelf toe kunt aanwenden hierbij, komt het helemaal goed.

Liefs,
Romina

Zit jij ook met een vraag of twijfel rond het mama-zijn?

Dan is dit jouw kans. Bezorg ons je vraag hieronder en dan leggen wij ze voor aan onze expert.

Met dank aan Romina Rys. Meer info over haar mamaplan? Kijk op  www.therapiepraktijk-ici.com en volg Romina op Instagram: mamaplan.ici

ZEKER OOK LEZEN:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

 

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."