“Tussen 0 en 2 jaar verdubbelt de talenknobbel van een kind. Het zou zonde zijn om hier niet mee aan de slag te gaan!”
Talen leren gaat het makkelijkst bij de allerkleinsten. Daar zijn ze van overtuigd in kinderdagverblijf Hotel Samson in Vlezenbeek. Het kinderdagverblijf kreeg de kans om in te stappen in een proefproject waarbij ze van in het prille begin Nederlands stimuleren bij anderstalige baby’s en peuters in de crèche.
Het proefproject kwam er op vraag van de provincie Vlaams-Brabant en wordt ondersteund door het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) van de KU Leuven. Verantwoordelijke Florence en kinderbegeleidster Britt van kinderdagverblijf Hotel Samson in Vlezenbeek waren meteen enthousiast en mochten starten met het begeleidingstraject. Zij vertellen meer over hun eerste bevindingen en delen voorbeelden uit de praktijk.
Proefproject met anderstalige kindjes
Hoeveel kindjes hebben een andere taal dan het Nederlands bij jullie in de crèche?
Florence: “Toen we ons konden aanmelden voor het proefproject moest ik oplijsten hoeveel van onze kindjes minstens één ouder hebben die een andere taal dan het Nederlands spreekt thuis. Bij ons zijn er dat twee op de drie. Dat betekent dat we in onze opvang meer kinderen hebben die thuis ook nog een andere taal horen dan kinderen waarvan beide ouders Nederlandstalig zijn.”
Britt: “Het gaat zeker niet enkel om Franstalige kindjes, maar om een gezonde mix van verschillende achtergronden. De meerderheid van deze kindjes spreekt hun moedertaal thuis, maar de ouders vinden het wel belangrijk dat ze het Nederlands aanleren.”
Florence: “Het mooie van het proefproject is dat het voor iedereen van toepassing is, onafhankelijk van de moedertaal of de leeftijd van de kindjes. Het is zeker ook nuttig voor de Nederlandstalige kindjes, want uiteindelijk moeten zij ook de taal leren.
Onze begeleiders worden gecoacht om taal te stimuleren bij de kinderen in alledaagse activiteiten. We hebben twintig begeleiders in het kinderdagverblijf die de opleiding en coaching volgden, en het nu elk in hun eigen groep toepassen.”
Nederlands stimuleren: voorbeelden uit de praktijk
Hoe pakken jullie het concreet aan in de verschillende groepen?
Britt: “Ik vind het een erg interessant project omdat we het stimuleren van de taal kunnen integreren in onze dagelijkse werking. Als wij ‘s morgens ons ochtendritueel deden, zongen we liedjes terwijl we plaatjes lieten zien aan de kinderen. In de coaching hebben ze ons geleerd dat het beter is om voorwerpen te gebruiken in plaats van een tekening, omdat dit makkelijker herkenbaar is voor de kinderen. Zingen we dus nu een liedje over een kikker, dan gebruiken we bijvoorbeeld een kikkerknuffel in plaats van het plaatje. Op die manier kunnen de kindjes veel makkelijker de link leggen tussen het woord en wat het is.”
Ze hebben ons geleerd dat het beter is om echte voorwerpen te gebruiken dan tekeningen of plaatjes, omdat dit makkelijker herkenbaar is voor de kinderen
Britt
Florence: “Door op deze manier meer woorden aan voorwerpen te koppelen, gaan de kindjes deze voorwerpen makkelijker herkennen in hun omgeving en wordt er een taalknobbeltje voor dat specifieke woord in hun hersenen gevormd. Dat proberen we door te trekken in onze hele werking.
Echte voorwerpen en herhaling
Als we nu rond een bepaald thema werken, zoals bijvoorbeeld de herfst, gebruiken we echte blaadjes en dennenappels in plaats van tekeningen of plaatjes. We gaan die samen met de kinderen verzamelen, zodat ze die dingen ook zelf kunnen zien, voelen en vasthouden. Dat wordt meteen een stuk tastbaarder.”
Britt: “Nog een belangrijk aspect is dat je het niet enkel hebt over een boom of blaadjes, maar dat je ook spreekt over de takken van de boom en de schors van de boom. Door telkens het woord boom eraan te koppelen, wordt de talenknobbel groter en kunnen de kleintjes makkelijker onthouden dat een tak of schors bij de boom hoort.
Wij laten de kindjes ook zoveel mogelijk zelf doen in de klas en ook dat draagt bij tot hun taalontwikkeling. Ze mogen bijvoorbeeld de bekers van de soep zelf opruimen. Op die manier herhalen ze elke dag de bewoording die bij dit moment hoort.
We mogen niet uit het oog verliezen hoe belangrijk herhaling is. Door het veelvuldig herhalen, onthouden ze de woorden ook beter
Florence
Florence: “We mogen niet uit het oog verliezen hoe belangrijk herhaling is. Voor ons volwassenen is het bijvoorbeeld de normaalste zaak van de wereld dat we op een stoel aan een tafel zitten om soep uit een kom – of in het geval van de kindjes een beker – te drinken. Bij hen gaan we de woorden ‘stoel’, ‘tafel’, ‘beker’ en ‘soep’ heel veel herhalen in deze context, wat maakt dat de kinderen die woorden ook beter onthouden.”
Vroeg begonnen is half gewonnen
Klopt het dat je er best zo vroeg mogelijk mee begint?
Florence: “Dat klopt inderdaad. We hebben ook baby’tjes in de crèche en ook bij hen kun je dat toepassen. Bij de heel kleine kindjes is het belangrijk dat je hen zoveel mogelijk aanspreekt. Vroeger zouden we tijdens het eetmoment bijvoorbeeld eens lachend gevraagd hebben of ze het lekker vinden, wetend dat de baby niet zal antwoorden, maar nu gaan we de dingen veel concreter benoemen. Dat wordt dan ‘we gaan met het lepeltje naar jouw mondje’ bijvoorbeeld. Ook hier mogen we niet vergeten dat het talige aspect heel belangrijk is om de interactie aan te gaan. Als je een bepaalde routine hebt ontwikkeld, verlies je dat deeltje misschien uit het oog, ook bij je eigen kindjes thuis.
Het is belangrijk om de baby goed te observeren. Van wat zijn aandacht trekt, kun je makkelijk een talig moment maken
Florence
Het moment dat je een baby verluiert is ook zo’n typisch moment. Hier is het heel belangrijk dat je het kindje observeert. Zie je bijvoorbeeld dat de baby naar iets aan het kijken is, speel hier dan op in, in de plaats van het over de pamper of de luierzalf te hebben. Van wat zijn aandacht trekt, kun je perfect een talig moment van maken. Hiervoor moet je uit je routine komen en de baby goed observeren. Is hij naar een vlek op de muur aan het kijken of naar een vlieg, dan is het makkelijker om erop in te spelen omdat zijn aandacht daar al zit.”
Britt: “Het is heel duidelijk vermeld in de opleiding dat je er best zo vroeg mogelijk mee begint. Tussen 0 en 2 jaar verdubbelt de talenknobbel van de kindjes namelijk. Het zou zonde zijn om hier niet actief mee aan de slag te gaan. Ook al kunnen ze nog niet antwoorden, ze nemen de dingen die je zegt op hun manier op. Doordat hun talenknobbel groter wordt, gaan ze die woorden later als ze kunnen praten zelf makkelijker gebruiken.”
Feedback van de taalcoach
Hoe verloopt het project nu verder?
Florence: “Na de cursus over de theorie van taal en taalontwikkeling en hoe je dit kunt stimuleren, is onze taalcoach al een aantal keer hier geweest om de groepen te observeren. Ze maakt video’s van de talige momenten om deze nadien te bespreken in een één-op-één coaching met de begeleiding.”
Zo is ze onder meer het onthaalmoment komen filmen. Op die filmpjes kun je heel goed zien hoe de kinderen reageren op wat je doet, maar je ziet ook dat ze soms meer of minder reageren dan je zelf denkt. Dan maakt dat je beter kunt analyseren wat je precies deed en wat de reactie erop was. Nu is het aan de begeleiders en aan ons verantwoordelijken om met de feedback die we kregen aan de slag te gaan. Binnen een paar maanden komt de taalcoach nog eens terug om verder te evalueren.”
Toepasbaar in de dagelijkse praktijk
De kinderopvang in het algemeen heeft het moeilijk. Hebben jullie de tijd om hiermee bezig te zijn?
Britt: “Dat vind ik net het mooie van dit project: het kost geen extra tijd. Het is niet de bedoeling dat je op een bepaald moment specifiek rond taal gaat werken, je past het gewoon toe in je dagdagelijkse bezigheden. Het wordt een automatisme om steeds te benoemen wat je doet of waar je mee bezig bent.”
Het mooie van dit project is dat het geen extra tijd kost. Je past het gewoon toe in je dagdagelijkse bezigheden
Britt
Florence: “Ik moet eerlijk toegeven dat het een hele geruststelling was voor ons om te weten dat we het stimuleren van taal in onze dagelijkse werking konden implementeren. In het begin hadden we ook schrik dat het erbij zou komen. Zoals je weet is het heel erg druk in de kinderdagverblijven en hebben de begeleidsters vaak handen tekort. Het is fijn om te weten dat je de kinderen de hele dag kunt stimuleren door kleine veranderingen toe te passen die niet meer werk vragen.
Nederlands stimuleren is ook extra aandacht
Wat ik persoonlijk ook een meerwaarde vind is die persoonlijke aandacht die je de kindjes hierdoor geeft. Je kind voelt zich gezien, voelt de aandacht en de liefde omdat je er bewuster mee bezig bent. Ik vind het belangrijk om op die manier te leren communiceren en die momenten te herkennen waarin je de taal kunt gebruiken.
Je kunt dit ook perfect thuis toepassen bij je eigen kinderen. Het is niet moeilijk om te zien waar ze mee bezig zijn. Benut die momenten!
Florence
Je kunt dit als ouder ook perfect thuis toepassen. In de ochtend- of avondrush sta je er misschien ook niet bij stil en laat je kansen onbenut. Probeer – als je met je kind speelt – zoveel mogelijk te herhalen. Soms zoeken we het te ver en willen we verschillende woorden gebruiken, maar de kans is groot dat je kind er op die manier net minder uithaalt. Observeer je kind en vertrek vanuit zijn interesse in de plaats vanuit jezelf. Kinderen wijzen, kijken en lopen naar dingen. Het is niet zo moeilijk om te zien waar ze mee bezig zijn. Benut die momenten!”
Meer over de kinderdagopvang:
- Crisis in de kinderopvang: “We moeten werk maken van basiscondities, maar dat gaat veel geld kosten”
- Alarm in de kinderopvang: ouders vertellen over hun ervaringen
- In de kinderopvang: ‘Zes kindjes per begeleider is voor ons het maximum, maar financieel is het een slechte zet’
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!