10 tips voor mini-tuinierders
Laat kinderen bewust worden waar hun voedsel vandaan komt door samen een moestuin te beginnen. Met de volgende tips kan het niet foutlopen!
Tips voor mini-tuinierders
- Geef je kind een eigen plekje in de tuin: een afgebakend stukje in de grote tuin (maximaal 2×2 meter), een vierkantemeterbak, een tuintafel of een grote kuip of bak. Dat stukje wordt vanaf nu de ‘eigendom’ van je kind.
- Ga samen op zoek naar de geschikte plek. Kies geen verloren hoekje. Leg je kindje uit dat een moestuin veel licht nodig heeft.
- Plant groenten die je kind lust en die gemakkelijk te kweken zijn. Je kind zal sneller geneigd zijn om de moestuin te onderhouden als het elke dag een evolutie kan zien.
- Kies voor makkelijke planten, die liefst ook nog snel groeien en met een plus (eetbaar, mooi in de vaas,…) Laat je kind mee kiezen, dan is de motivatie groter.
- Help je kind bij het onderhouden van de moestuin. Kinderen doen graag grote-mensen-dingen en voelen zich dan ook belangrijk als ze samen met jou aan iets mogen werken. Heel jonge kinderen (3 à 4 jaar) hebben trouwens begeleiding nodig, omdat hun fijne motoriek nog niet zo goed is.
- Gebruik geen oude ‘restjes-zaden’, maar nieuw kiemkrachtig zaad: zo voorkom je teleurstelling dat niks groeit. Koop enkele plantjes, dat motiveert hen nog meer.
- Een kindertuintje dat te veel en te vaak verzorging vraagt – onkruid wieden bijvoorbeeld – is een echte afknapper.
- Koop voor je kinderen een set leuke laarzen en laat ze hun eigen gereedschapssetje en tuinhandschoenen kiezen.
- Geef de moestuin een leuke look. Je kan de vierkantemeterbak een likje verf geven of er wat leuke tuindecoratie tussen plaatsen.
- Laat je kind ook meedoen bij het oogsten en koken van de groenten.