Kinderen al spelend over hygiëne leren
Op het vlak van handen wassen of tandenpoetsen durven kinderen vaak wat nonchalanter zijn. Toch is hygiëne zeer belangrijk, maar hoe leer je dat nu aan je kind? Hier zijn 3 spelletjes om je kind al spelenderwijs te leren over hygiëne.
3 spelletjes over hygiëne
Glitter handen
Handen wassen is de basis van goede hygiëne. Voor het eten, na het spelen, na het aaien van die schattige hond enzovoort. Kinderen denken dat het voldoende is om enkel hun handen onder de kraan te houden, maar het is belangrijk om de handen goed te schrobben en dit liefst 15-20 seconden met een antibacteriële zeep. Hoe kun je de kinderen overtuigen dit te doen? Strooi wat glitters op hun handen en daag hen uit om de glitters eraf te wassen met water en zeep. Omdat glitters altijd wat plakkerig zijn, zal het zeker 30 seconden duren om het weg te krijgen. Leg de kinderen meteen uit dat het belangrijk is dat bacteriën, net zoals de glitters, goed afgewassen moeten worden.
Overdracht van bacteriën
Kinderen moeten leren dat bacteriën worden overdragen door voorwerpen aan te raken. Hoe kun je dit nu laten zien? Doe alsof je niest, en bedek je handen op hetzelfde moment met een afwasbare verf. Loop dan rond in de kamer en raak alles aan. Er zal een restje verf achtergelaten worden op alles dat wordt aangeraakt. Zo zullen de kinderen zien dat er bacteriën achterblijven op alles wat je aanraakt.
Goede gewoonte, slechte gewoonte
Schrijf op stukjes papier 10 goede gewoontes op het vlak van hygiëne, zoals het flossen van je tanden of je hand voor de mond houden tijdens het hoesten. Daarnaast schrijf je ook 10 slechte gewoontes op. Vouw alle papiertjes op en steek ze in een pot of een hoed. Je kinderen kunnen nu één voor één een papiertje trekken en bepalen of het om een goede of slechte gewoonte gaat. Leg je kinderen uit of ze gelijk hebben of niet en waarom.
Uitbeelden
Voor deze activiteit moeten er meerdere kinderen aanwezig zijn. Hier moet een kind een hygiënische activiteit, zoals het poetsen van de tanden of het nemen van een douche, uitbeelden. Dit doen ze zonder iets te zeggen. Het andere kind kan dan raden welke activiteit wordt uitgebeeld en hierna bespreek je met de kinderen wat de juiste manier is om deze acties uit te voeren.