70 000 geboorten in Vlaanderen
Het geboortecijfer in Vlaanderen nam opnieuw flink toe. Kind en Gezin telt 70 187 geboorten in 2008. Dat zijn 2250 (of 3,3%) geboorten meer dan in 2007.
De aanhoudende stijging van het geboortecijfer in de voorbije jaren resulteert in een forse toename van het aantal kinderen onder de 3 jaar. Op 1 januari 2008 waren er 16 675 kinderen meer dan op het dieptepunt, begin 2004.
Het vruchtbaarheidscijfer is verder gestegen tot 1,82 kinderen per vrouw. Dit is het hoogste vruchtbaarheidsniveau sinds 1974.
De geboorte van een eerste kind wordt blijkbaar iets minder lang uitgesteld. In 2008 was er opnieuw een lichte stijging van de vruchtbaarheid bij de vrouwen van 25 tot 30 jaar, en de vruchtbaarheid onder de 25 jaar is sinds 2006 ook lichtjes aan het stijgen. Daarnaast zette de stijging van de vruchtbaarheid bij de 30-plussers zich ononderbroken voort.
We zien ook tekenen van een zeer lichte stijging van het aantal gezinnen met drie of meer kinderen. De stijging van de vruchtbaarheid in 2007 en 2008 is toe te schrijven aan meer tweede en derde geboorten, wat wijst op relatief meer ?grotere? gezinnen. De verschuiving is nog wel heel klein én het is nog lang niet zeker dat ze zich zal doorzetten in de komende jaren.
De meeste jonge kinderen leven bij hun natuurlijke vader en moeder.
In gezinnen van jonge kinderen ligt de arbeidsparticipatie hoog, met een toenemend aantal gezinnen dat in deze leeftijdsfase van de kinderen kiest voor een ?anderhalve? baan. Van al ruim 36% van de kinderen in een tweeoudergezin heeft het gezin een ?anderhalve? baan. Heel wat gezinnen van jonge kinderen kunnen hun arbeidstijd aanpassen aan hun specifieke behoeften. Zij krijgen ook in grote mate ondersteuning van grootouders.
De deelname van kinderen aan formele opvang ligt zeer hoog: 62,8% van de kinderen van 2 maanden tot 3 jaar maakt gebruik van formele kinderopvang of gaat naar de kleuterschool, tegenover 60,9% in 2007. Vanaf heel jonge leeftijd krijgt een groot aantal kinderen zo bijkomende kansen op ontwikkeling.
Er is de lichte, maar voortdurende toename van borstvoeding: meer starters, meer kinderen die langdurig borstvoeding krijgen.
Jonge kinderen in Vlaanderen zijn in zeer hoge mate en correct gevaccineerd tegen de voornaamste infectieziekten. De voorbije jaren is de vaccinatiegraad nog toegenomen. De norm van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wordt ruimschoots gehaald.
Blijvende aandachtspunten voor het beleid zijn de kinderen in kwetsbare situaties, zoals de jonge kinderen die leven in een gezin in kansarmoede.
Een andere belangrijke aandachtsgroep vormen de minderjarigen die het slachtoffer zijn van kindermishandeling of -verwaarlozing.
En hoewel het aantal gevallen van wiegendood in 2007 verder gedaald is tot 22 (of 8 minder dan in 2006), verdient ook de zuigelingensterfte aandacht.
De blijvende stijging van het aantal geboorten en de stijging van het aantal kinderen tussen 0 en 3 jaar vormen een uitdaging voor de dienstverlening aan gezinnen met jonge kinderen. Uitgaande van het huidige gebruik betekent deze stijging voor de kinderopvang dat er jaarlijks 810 extra plaatsen nodig zijn en dit totdat deze kinderen naar de kleuterschool gaan.