Concurrentiestrijd tussen broers en zussen: zo ga je er als ouder mee om
‘Ik kan mooier tekenen dan jij’, ‘Ja, maar mama ziet mij wel liever’: de rivaliteit tussen de verschillende kinderen in een gezin kan al eens hoog oplopen. Waarom broers en zussen de neiging hebben elkaar te beconcurreren en hoe je daar als ouder best mee kunt omgaan? We vroegen raad aan twee experten ter zake.
Wordt er in jouw huis ook weleens gevochten om het plekje op je schoot of op tijd en stond een jaloerse blik geworpen op het speelgoed van broer- of zuslief? Geen nood, want abnormaal zijn die gevoelens van concurrentie tussen broers en zussen niet. Meer nog, ze maken een belangrijk onderdeel uit van de ontwikkeling van je kind tot een gezonde en goed functionerende volwassene.
“Wat we als mensen bij het opgroeien allemaal te leren hebben, is dat relaties niet exclusief zijn. Broers en zussen zijn vaak de eersten die ons daarmee confronteren”, zegt Lies Bonner, psychodynamisch kindertherapeut en docent ontwikkelingspsychologie bij Odisee in Schaarbeek.
Concurrentie tussen broers en zussen: niet slecht
In tegenstelling tot wat veel ouders denken, zijn die allereerste gevoelens van rivaliteit helemaal niet slecht voor een kind. Integendeel zelfs, want, zegt Lies: “Het gezin is de ideale omgeving om in alle veiligheid met die allereerste gevoelens van afwijzing, zich uitgesloten voelen en ‘iemand moeten delen’ te oefenen. Het gaat hier immers om de mensen bij wie je je als kind het best voelt en dus ook veilig genoeg om emotioneel soms uit de bocht te gaan. De ideale voedingsbodem dus om die verschillende gevoelens te tonen, te delen en samen te dragen en te leren om er sociaal aangepast en constructief mee om te gaan.”
Mama is voor mij alleen
Hoe het komt dat we als mens of als kind allemaal zo’n leerproces van separatie nodig hebben? Dat heeft veel te maken met de manier waarop we als mens ter wereld komen: compleet hulpeloos en afhankelijk. “De eerste maanden na de geboorte zijn we erg afhankelijk van de exclusieve relatie met een ouder die zich bijzonder beschikbaar opstelt en erg sensitief is voor de invulling van onze noden en behoeften. Bij de kleinste kik of kreun van de baby rept mama of papa zich naar de wieg om met volledige aandacht te zoeken naar wat het kind nodig heeft en om die nood in te vullen.”
“Die symbiotische relatie wordt na enkele maanden vervangen door de gehechtheidsrelatie met de ouders. Door de ontwikkeling heen leren we dat elke relatie gedeeld moet worden met anderen; mama met papa, mama met broertjes en zusjes, de juf met klasgenootjes …” legt Lies uit.
Genoeg ‘mama’ voor iedereen
De ideale manier om de non-exclusiviteit van relaties onder de knie te krijgen, is een broertje of zusje dat aan de zijlijn komt meekijken. “De geboorte van een nieuw kindje binnen het gezin zal vaak bij de oudere broertjes en zusjes gevoelens van concurrentie en jaloezie opwekken: plots moet een kind de liefde van mama en papa immers delen met een nieuw gezinslid, dat meestal ook nog eens extreem veel aandacht opeist in die eerste maanden.”
De gevoelens van uitsluiting en rivaliteit kunnen zelfs nog vóór de baby effectief geboren is, ervaren worden, merkt Lies op: “Denk maar aan de situatie waarin een moeder fysiek haar peuter niet meer kan optillen of dragen terwijl de baby duidelijk nog wel ‘gedragen’ kan worden.”
Kinderen bijstaan in die gevoelens – zonder ze aan te moedigen, maar ook zonder ze af te keuren, is vanaf dan de boodschap. “Het is belangrijk dat ouders de gevoelens van jaloezie en de last van het ‘plots moeten delen’ bij hun kinderen erkennen zonder ze daarin positief te bevestigen. Onderkennen dat het vervelend is dat er plots minder tijd is voor je peuter of kleuter, maar dat het delen van aandacht niet wil zeggen dat mama en papa hem of haar minder graag zien, is de essentie”, besluit Lies.
1 schoot, meer kinderen
Hoe ouders hun oudere kinderen best laten zien dat ze hen – ook tijdens de zwangerschap of vlak na de geboorte van een broertje of zusje – nog even graag zien? “Dat doen ze best vrij letterlijk door hen te tonen dat er binnen hun gezin genoeg liefde is voor iedereen, en dat liefde best met twee of drie tegelijk gedeeld kan worden. Veel jonge ouders kiezen er bij de geboorte van een baby voor om de zorg te herverdelen of op te splitsen, maar dat is niet het beste plan. Zo geef je je ouder kind al van meet af aan de verkeerde boodschap mee, namelijk dat er wanneer de baby op schoot ligt, er daar geen plaats meer is voor hem of haar.“
Beter dan de kinderen uit elkaar halen, kiezen jonge ouders er volgens Lies dan ook voor om wél eens heel letterlijk met de twee (of drie) kinderen tegelijkertijd bezig te zijn. “Ligt je baby bijvoorbeeld aan de borst te drinken en wil ook je peuter of kleuter op dat moment graag bij jou op schoot? Neem hem of haar er dan ook eens gewoon even bij. Zo laat je letterlijk zien dat er genoeg liefde en plaats is voor meer kinderen tegelijk.”
Exclusief momentje met je kleuter
Naast gedeelde liefde, blijft het echter ook belangrijk om aan al je kinderen afzonderlijk wel een zekere mate van exclusieve aandacht te blijven geven: elk kind kan weleens een momentje met mama en papa alleen gebruiken. “Vertel je peuter of kleuter dat er omwille van de nieuwe baby overdag misschien soms wat minder tijd voor hem of haar is, maar dat dat op andere momenten zeker wordt ingehaald. Probeer hem of haar dat ‘exclusieve momentje’ dat hij/zij al zo gewoon was vóór de komst van broer of zus toch nog dagelijks even te schenken, bijvoorbeeld door elke avond voor het slapengaan een verhaaltje voor te lezen of samen een spelletje te spelen”.
Ook altijd een goed idee: benadruk de leuke kanten van het ouder zijn, want nee: je peuter of kleuter heeft het niet meer nodig dat je hem voortdurend ronddraagt zoals de baby, maar hij kan wél al mee een ijsje gaan eten of met jou een spelletje spelen, en dat kan de baby nog niet!
Concurrentie als motor voor de ontwikkeling
Belangrijk om de gevoelens van rivaliteit en concurrentie tussen je kinderen niet uit de hand te laten lopen, is er als ouder zo gewoon, constructief en niet-veroordelend mogelijk mee om te gaan, zo klinkt het bij Lies. “Gevoelens van rivaliteit en concurrentie zijn op zich niet slecht: niet alleen leren we omgaan met deze gevoelens, maar ze kunnen er ook voor zorgen dat we gestimuleerd worden tot beter presteren.”
Een voorbeeld: kinderen die een broer of zus erg goed zien rekenen of voetballen, kunnen zich vanuit hun drive om zich met die broer of zus te meten ook erg gaan inzetten. Op die manier werkt de concurrentiedrang eigenlijk als een motor voor de ontwikkeling van kinderen: het stimuleert hen om dingen te leren of te proberen die ze anders misschien helemaal niet zouden proberen.
Elk kind is uniek, vergelijken heeft geen zin
“Vooral wanneer het leeftijdsverschil tussen kinderen onderling niet zo groot is, zal dit type concurrentie – dat vooral draait rond het ‘kunnen van dingen’ en prestaties – de kop opsteken. Om die rivaliteit niet te laten ontsporen, is het als ouder vooral belangrijk dat je je kinderen niet te veel met elkaar gaat vergelijken. Doe je dat immers wel, dan zul je de onderlinge rivaliteit aanwakkeren, en dat is niet de bedoeling”, geeft Claire Wiewauters, pedagoge en psychotherapeute bij de opleiding en het Kenniscentrum Gezinswetenschappen Odisee, aan.
Een uitlating als ‘kijk eens naar je broer, daar kan je beter een voorbeeld aan nemen’ vindt ook Lies uit den boze. “Door je kind expliciet aan te moedigen om méér te worden als zijn broer, geeft je hem impliciet de boodschap dat wie hij is of hoe hij de dingen doet, minder goed is. Door het gedrag van je oudste kind als ‘stichtend voorbeeld’ te benoemen, zou je jongere kind bovendien kunnen gaan denken dat je zijn of haar broer of zus liever ziet, wat dan weer gevoelens van jaloezie in gang kan zetten.”
Niet aanmoedigen, maar ook niet afkeuren
Net als je kinderen aanmoedigen tot rivaliteit door vergelijking, is ook het eenzijdig afkeuren van concurrentie volgens beide experten helemaal geen goed idee. “Kinderen (net als volwassenen) ervaren nu eenmaal gevoelens van rivaliteit en concurrentie en net als bij alle gevoelens moeten jonge kinderen leren hoe ze er op een constructieve manier mee kunnen omgaan. Door ze te veroordelen zorg je voor een mogelijke onderdrukking van de gevoelens, waardoor je je kind de kans ontneemt om er op jonge leeftijd mee aan de slag te gaan en het mogelijk in een latere fase van zijn leven – waarin er onvermijdelijk nog meer concurrentie opduikt – in de problemen brengt.
“Als je de rivaliteit van je kind naar broers of zusjes veroordeelt, zorgt je meteen ook voor een communicatie-stop”, zo klinkt het bij Claire Wiewauters. “Veel beter is het om met je kind over die gevoelens in gesprek te gaan: waarom vindt je kind het zo belangrijk om net als broer goed te zijn in voetbal? Wat brengt dat met zich mee voor broer? Zijn er zaken waar je kind sterk in is en broer minder? Ga samen op zoek en benadruk verschillen als rijkdom!”
Verschillend zijn betekent niet meer of minder liefde krijgen
Die laatste stap is volgens beide experten een enorm belangrijke: “Leer je kind dat elk individu zijn eigen sterktes en talenten heeft, maar dat die elk evenveel waard zijn. Het is even fijn of mooi om goed te zijn in tekenen dan in basketbal of rekenen, bijvoorbeeld. Goed zijn in andere dingen zorgt voor een verschil tussen mensen, maar niet voor een verschil in graag gezien worden.”
Let wel: woorden alleen zijn hier niet genoeg. “Als je je kind benadrukt dat creativiteit een even mooi talent is als sportief zijn, maar je vervolgens wel enkel gaat supporteren bij het voetbal zonder ooit te informeren naar de kunstacademie, dan hebben je mooie woorden geen zin. Kinderen worden immers veel meer beïnvloed door het gedrag van hun ouders dan door wat ze zeggen.”
Meer over opvoeding, en broertjes en zusjes:
- Je aandacht verdelen over je baby en kleuter: 4x tips
- Meer oog voor je relatie na kinderen? Rika Ponnet geeft raad
- Waarom een veilige hechting zo belangrijk is voor je kind
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!