How to: een poncho haken

2/ We passen de kettingsteek of de losse steek toe. Neem de draad tussen duim en wijsvinger. Haal de draad van achter naar voor over de haaknaald. De haaknaald wijst naar beneden. Je trekt met de haaknaald de draad erdoor. Maak de draad 60 cm lang zodat de poncho kan ‘meegroeien’. Probeer het eens over je eigen hoofd te krijgen. Als dat lukt is het goed.
Dit moet nu een cirkel worden. Steek de naald in de laatste steek en dan ook in de eerste steek. Je neemt de draad van achter naar voor en trekt hem erdoor. Dan bekom je een cirkel.

3/ We passen de vaste steek toe. Steek met de haaknaald in de losse steek. De draad gaat van achter naar voor. De draad die je er net hebt opgezet trek je met één beweging erdoor.

4/ Als je bijna rond bent, moet je goed kijken of de cirkel mooi plat kan liggen.
Bij de laatste steek: als je twee steken op je pen hebt, trek je één erdoor om te stoppen.

5/ Dan begin je op een willekeurig punt, het maakt niet uit waar. Je gebruikt nu een andere kleur. Je steekt de haaknaald ergens in. Neem de draad tussen de middel- en wijsvinger. Je neemt de draad van achter naar voor op je haakpen. Trek de draad erdoor en hou hem goed vast. Nu maak je twee kettingsteken naar boven.
Je maakt nu een nieuwe steek: een stokje. Haal de draad van achter naar voor over de naald. Je steekt in hetzelfde gaatje. Er zijn drie draden op de naald. Je haalt de draad terug over de naald. Nu zijn er vier lussen op de naald. Het laatste draadje haal je door twee lussen. Nadien nog een door twee.

6/ Meerderen (bepaalt de vorm van de poncho). Je maakt twee losse steken. Drie stokjes worden in hetzelfde gaatje gemaakt. Je slaat geen steken over, de stokjes worden in hetzelfde gaatje gemaakt.
Herhaal nu stap 5
De meerdering moet je twee keer maken, ook in de tweede helft van je poncho. Voor je aan de tweede meerdering begint, leg je het werkje plat om te zien of je al in de tweede helft bent geraakt.

7/ Als je bijna rond bent, steek je in je eerste steek. Je hebt nu twee draden op je haaknaald. Haal de draad van achter naar voor over de naald. Je trekt de draad erdoor. Knip het draadje nu af.

8/ Neem nu een andere kleur. Steek de naald willekeurig op een plaats waar er een grote opening is (maar niet in de meerdering!!). Maak twee losse steken naar boven en twee stokjes in de grote opening. Maak dan één losse steek en drie stokjes in de volgende opening. Let op voor de meerdering.
Meerdering: Maak twee losse steken en drie stokjes in dezelfde opening.

Herhaal stap 5 : Je moet de steek in de grote opening maken.
Herhaal stap 7
Herhaal stap 8 met een nieuwe kleur. Ga door tot je de gewenste lengte bekomt.

Afwerking

Stap 1: boordje
Begin aan de bovenzijde van de hals. Steek de draad erdoor, maak twee steken naar boven en een stokje. Maak één losse steek, sla één steek over en maak een stokje. Werk zo de poncho volledig rond. Het boordje dat je uiteindelijk ziet, is het resultaat.
Stap 2: koortje
Neem vijf meter wol. Je kan hiervoor twee kleuren nemen. Neem de lange draad in de helft zodat je een lus hebt. Zoek een plek waar je de lus rond kan bevestigen. Aan het einde van het touw maak je een knoop. Neem een potlood/stift/langwerpig dun voorwerp en begin te draaien. Dit moet je een hele poos doen.
Steek het gedraaide touw door de gaatjes van het boordje.