Oma en opa worden: zo bereid je je voor op die bijzondere rol
Hoera, je dochter of schoondochter staat op bevallen? Dat zal niet alleen een enorme verandering in hún leven teweegbrengen, maar ook in dat van jou. Met deze tips bereid je je zo goed mogelijk voor op dat aanstormende grootouderschap.
Niet alleen voor de ouders betekent een eerste kindje een heuse omwenteling, ook voor grootouders is dat het geval: ook die worden immers geconfronteerd met een hele nieuwe ‘rol’ en levensfase – want plots zijn ze naast vader of moeder, broer of zus, vriend of vriendin ook nog eens opa of oma. Een rol die bij veel grootouders bovendien erg in de smaak valt: “Eigenlijk is kleinkinderen hebben, nog leuker dan kinderen zelf: je kan met je kleinkind immers alle leuke dingen doen die je met je kind ook kon, maar dan met dat verschil dat de eindverantwoordelijkheid van de opvoeding niet bij jou ligt”, zo klinkt het bij Rita Joos van de Opvoedingslijn.
Dat grootouders – zeker anno 2019 – desalniettemin vrij nauw betrokken zijn bij dat opvoedingsproces, maakt hun rol misschien soms iets moeilijker of onduidelijker dan voorheen. Met deze tien tips bereid je je als oma of opa dan ook zo goed mogelijk voor op die nieuwe, oh zo bijzondere ‘fase’ in je leven.
10 x tips voor grootouders om zich voor te bereiden
1. Wat voor oma/opa wil je zijn?
Neem even de tijd om daarbij stil te staan: hoe voel je je bij het ‘grootouderschap’? Wie of wat zou jij graag zijn voor je kleinkinderen? Hoe zou je graag hebben dat jullie band er gaat uitzien? Hoe past het ‘oma of opa zijn’ binnen de rest van je identiteit? En wil je graag een babysit-grootouder worden, of toch liever niet?
Door dit voor jezelf al zo gedetailleerd mogelijk scherp te hebben, nog voor de geboorte, zorg je ervoor dat je helemaal klaar bent om je kleinkind in alle rust en zekerheid te verwelkomen. Bovendien zorg je er ook voor dat je je à la minute niet laat verleiden tot dingen die je eigenlijk niet wou: bijvoorbeeld elke dag de kinderen van school halen, want ook met z’n tweetjes lekker genieten van je pensioen kan een waarde zijn die voor jou hoog op de agenda staat.
2. Kies een mooie roepnaam
Ook belangrijk bij het reflecteren over je rol als grootouder: kies – misschien liefst in overleg met het jonge ouderkoppel zelf – een leuke naam die zowel voor jou als voor hen fijn aanvoelt. Geen fan van het ouderwetsere bomma en bompa en past ook het traditionele oma toch niet helemaal bij het plaatje dat je voor jezelf had uitgedacht? Dan zijn er nog tal van andere opties: wat dacht je van omi en opi bijvoorbeeld, of van het Italiaanse nonnie en het schattige oopje?
3. Lees je in
Ja, je wordt grootouder en dat betekent dus noodzakelijkerwijs dat je ook zelf al eens ‘ouder’ was. In de meeste gevallen is dat echter al een poosje geleden en ook in de kinderzorg staat de tijd niet stil. Niet alleen zijn er nu tal van nieuwe vernuftige kinderstoelen, maxi-cosi’s en andere handige hulpmiddelen ter beschikking, ook wat de dagelijkse verzorging zelf betreft (denk: ‘In welke positie leg ik zo’n kindje het liefst te slapen?’ of ‘Wat is gezond eten voor een kind?’) komen er geregeld nieuwe inzichten op de proppen.
Informeer je daarom op voorhand dan ook goed bij de ouders zelf, zodat je weer helemaal mee bent, voor als je dan toch een keertje babysit van dienst bent.
4. Neem de ouderrol niet over
Het mooie aan oma en opa zijn, is dat je eigenlijk maar opvoeder bent in tweede lijn. De eindverantwoordelijkheid van de opvoeding komt niet op jouw schouders te liggen, maar wel op die van de ouders. Dat maakt jouw opvoedingstaak meteen een pak minder ‘strikt’, waardoor jij je voluit kan concentreren op de leuke delen: ja, bij oma kan er al eens een extra snoepje af of hoeft er niet altijd even streng toegekeken te worden op de aanbevolen ‘schermtijd’ als thuis.
Die vrijheid maakt natuurlijk echter ook ‘schuld’: je kinderen beslissen hoe ze hun kinderen willen opvoeden, en ook als dat niet altijd strookt met jouw opvatting is het belangrijk dat je die regels respecteert. Natuurlijk heb je ook als grootouder het recht om te bepalen wat er ‘onder jouw dak gebeurt’. Komen de opvattingen van jou en je kinderen omtrent opvoeden en het ouderschap dan ook niet volledig overeen: maak dan goede afspraken. In hoeverre mag er afgeweken worden van de vaste regels? Welke ‘groundrules‘ gelden er binnen hun gezin? En welke opvoedingswaarden vinden ze echt belangrijk?
5. Geef niet te snel advies en bekritiseer niet
Als er tussen jou en je kinderen inderdaad wat verschillen in opvoedingsstijl liggen, kom je als grootouder soms in moeilijk vaarwater. Soms maakt je jarenlange ervaring – of je positie als ‘buitenstaander’ – immers dat je dingen opmerkt, die voor de ouders misschien niet altijd even duidelijk zijn. In deze gevallen geldt vooral: wees niet te snel met advies. Geef het enkel wanneer de ouders er zelf om vragen.
Komt er geen vraag, maar je denkt toch écht dat je iets nuttig kan bijdragen, formuleer je bedenking dan bij voorkeur in de vorm van een vraag. “Misschien kan het helpen als je de kinderen een paar uur voor het eten geen snoep meer toelaat? Wat denk jij? Misschien eet hij of zij dan wel beter?” Wat je vooral niet mag doen, is het ouderschap van je kinderen bekritiseren: onthoud hierbij vooral dat jullie allemaal het beste voorhebben met de (klein)kinderen en dat ouderschap altijd een proces van leren, bijleren, uitproberen, vallen en opstaan is.
6. Schrijf op
Je kleinkind komt logeren, of jij gaat babysitten, zorg dan wel dat je goed voorbereid bent. Ga idealiter even met je (schoon-)zoon en (schoon-) dochter samenzitten en overloop wat er op een dag allemaal moet gebeuren. Van wanneer tot wanneer moet je kleinkind een dutje doen? Om de hoeveel uur moet er een flesje gegeven worden, én: van hoeveel milliliter?
Al die dingen zijn vaak voor een ouder zelf al niet makkelijk om bij te houden, laat staan dat een grootouder dit zonder ‘geheugensteuntje’ kan. Kleine tip dus: maak van de hele dagplanning dan ook een gedetailleerd geschreven overzicht dat je uit kan hangen in de keuken – of dat je tenminste altijd bij de hand kan nemen als je dat nodig hebt.
7. Probeer het dagritme van je kleinkind aan te houden
Een kind – ja, zelfs een pasgeboren baby – gedijt het best bij een vast ritme: hoe meer regelmaat er in je dag- en nachtritme zit, hoe rustiger en gebalanceerder de baby zal zijn. Ook al komt je kleinkind dus voor een langere periode bij jou logeren, je houdt het vaste ritme van thuis best zo nauwgezet mogelijk aan. Vooral het slaapritme en de etenstijden zijn hierbij belangrijk.
8. Een beetje ‘verwennen’ mag (maar niet te veel)
Veel grootouders genieten zo van hun rol omdat ze hun kleinkinderen – iets meer dan dat dat bij hun kinderen kon – kunnen verwennen. Weliswaar niet overdreven, maar even strikt als thuis hoeft het er bij oma en opa niet altijd aan toe te gaan. Is het thuis om 9 u. bedtijd, dan mag dat bij oma oogluikend wel al eens 9.30 u. worden. Die lichte afwijking van de regels kan geen kwaad, omdat kinderen sowieso moeten leren dat niet in elke situatie exact dezelfde afspraken gelden. Ook op school, in de crèche of in de tennisclub zullen immers weer andere regels gelden dan thuis.
Let wel: verwen je kleinkinderen ook niet té veel en al zeker niet op materieel vlak. Probeer tegenstrijdige boodschappen bovendien zoveel mogelijk te vermijden: vinden de ouders groenten eten erg belangrijk, ga dan als grootouder niet verkondigen dat ‘fruit alleen ook wel zal volstaan’ of dat ‘vlees en patatjes minstens even belangrijk zijn’. Een kind – hoe jong of oud ook – heeft altijd baat bij duidelijkheid en consistentie.
8. Zorg voor quality-time
Dat je als grootouder niet in eerste lijn verantwoordelijk bent voor de opvoeding, maakt ook dat je je met de leuke kant van ‘klein zijn’ kan bezighouden. De band tussen grootouders en hun kleinkinderen is daardoor vaak ook bijzonder hecht en altijd uniek. Werk die fijne band in de hand door regelmatig een paar leuke uitjes of wat andere quality-time met je kleinkind in te plannen. Dat is leuk voor jullie beiden, en daar heeft je kleinkind bovendien veel meer aan dan aan alweer een nieuwe jas of nog eens een nieuwe boekentas.
9. Doe inspiratie op
Kleinkind in de maak, maar je hebt nog niet meteen voeling met je nieuwe rol als grootouder? Denk dan eens terug aan lang geleden, en aan je eigen oma en opa. Wat herinner je je vooral van hen? Hoe was jullie band en welke dingen deden jullie samen? Misschien kan het voor inspiratie zorgen voor de eigen invulling van je ‘oma of opa zijn’.
10. Vergeet niet te genieten
Tot slot, een tip van ervaren grootouders zelf: vergeet vooral niet te genieten. Want ook deze ‘grutjes’ zijn jammer genoeg weer oh zo snel groot…
Lees meer over grootouders en opvoeden:
- Grootouders anno 2019: voeden ze mee op?
- 15 grootouders over de speciale rol in hun leven
- Grootouders: wat hebben zij dat wij niet hebben?
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!