Zijn de eerste 1000 dagen echt het allerbelangrijkste in de opvoeding van je kind?
Op woensdag 15 mei – de Internationale Dag van het Gezin – zette het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van hogeschool Odisee een debat op rond het opvoedingsidee van de eerste 1000 dagen.
Maar wat doet dat idee van het belang van die eerste 1000 dagen met ouders? Welke druk legt dat op hen?
Want die dagen zouden hét fundament vormen voor de rest van het leven van je kind. Maar wat doet dat met ouders? Welke druk legt dat op hen? En welke gevolgen brengt een sterk kindgericht beleid dat daarop gebaseerd is met zich mee? Pedagogen Philippe Noens en Stefan Ramaekers schreven er een ‘strijdschrift’ rond, samen met vele andere toonaangevende stemmen.
Als er één opvoedingsidee sterk onder de aandacht kwam de laatste jaren is het wel dat de eerste 1000 dagen van ons leven een belangrijke stempel drukken op ons latere leven. Onze fysieke en mentale gezondheid, onze relaties, onze carrière: ze schieten schijnbaar al wortel in onze allerjongste kinderjaren. Maar er schort van alles aan dat opvoedingsidee, aldus pedagogen Stefan Ramaekers (KU Leuven) en Philippe Noens (Hogeschool Odisee).
Gevaar voor ouders, gevaar voor beleid
Zo legt het idee in de eerste plaats te veel druk op de schouders van ouders. Daarnaast zorgt het voor een toestroom aan allerhande opvoedingscoaches die tegen betaling aanstaande en jonge ouders bijstaan. En door zo sterk de nadruk te leggen op deze periode, riskeren schaarse overheidsmiddelen ook volledig naar die levensfase te gaan, terwijl andere sectoren die jonge gezinnen omkaderen – zoals de kinderopvang – net nu onder druk staan.
“Leeftijd is een slechte raadgever om bijvoorbeeld ouderschapsverlof of verplichte kinderopvang door te duwen,” zegt Noens over dat laatste. “Je laat je beter leiden door de individuele vragen en noden van een gezin.”
Ramaekers en Noens schreven hun kritieken neer in een ‘strijdschrift’. Ze vroegen aan een reeks deskundigen en mensen uit de praktijk om de positieve punten én om hun bezorgdheden te delen. Professoren in de psychologie als Bea Van den Bergh en Nicole Vliegen verdedigen op grond van onderzoek hoe belangrijk de eerste 1000 dagen zijn. Andere auteurs beamen dat, maar gaan ook in tegen het eenzijdig denken en spreken over wat er tijdens de zwangerschap en de jaren daarna gebeurt, of liever: hoort te gebeuren.
Niet kapot relativeren, wel bezorgdheden uiten
Op de studiedag die het Kenniscentrum Gezinswetenschappen op 15 mei organiseerde, stelden Stefan Ramaekers en Philippe Noens hun ‘strijdschrift’ voor – en het was meteen de basis voor een grondig debat. “We merkten dat we niet alleen stonden in onze bezorgdheid”, legt Ramaekers uit. “In het strijdschrift bundelen we 17 bijdragen. Van gerenommeerde onderzoekers tot jeugdpsychologen, van pleegzorgbegeleiders tot bezorgde (groot)ouders: iedereen vertrok vanuit een positief punt of een bezorgdheid die hij of zij graag de strijd in werpt”. Zo komen onder meer culturele eigenheden aan bod, naast andere (praktische) noden van jonge ouders of ook het moeilijke van het concept van de eerste 1000 dagen in relatie met zoiets als adoptie.
Van gerenommeerde onderzoekers tot jeugdpsychologen, van pleegzorgbegeleiders tot bezorgde (groot)ouders: iedereen vertrok voor ons ‘strijdschrift’ vanuit een positief punt of een bezorgdheid die hij of zij graag de strijd in werpt
“We willen het belang van de eerste 1000 dagen zeker niet kapot relativeren,” besluit Noens. “Maar vraag aan jonge ouders om dat belang uit de doeken te doen en ze vertellen dat de toekomst van hun kind voor diens tweede verjaardag al grotendeels vastligt. Ouders overschatten daarmee zowel hun invloed op hun kinderen als hoe bepalend die periode voor het latere leven is.”
Zeker ook lezen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!