Papa openhartig: “Het besef een handicap te hebben, kwam weer binnen toen mijn vrouw zwanger was”
Richard (37) verloor in 2009 zijn rechterarm in een ongeval op de boerderij van zijn ouders. Heel snel veerde hij terug recht, maakte zijn studies af, vond een job en werd later zelfstandige. Toen in 2019 zijn vriendin zwanger werd, kwam het besef een handicap te hebben toch opnieuw binnen. “Ik was zenuwachtig. Ging ik dat wel kunnen en dúrven? Met één hand voor zo’n fragiele baby zorgen?”
Mijn vrouw zwanger, het besef komt binnen
“Toen mijn vrouw zwanger werd, leefde ik al tien jaar met mijn handicap. Mijn rechterarm is geamputeerd net onder de elleboog. Met een prothese, die helaas regelmatig mankementen heeft, kan ik iets vasthouden tussen mijn duim en wijsvinger. Maar ik heb geen echt polsgewricht, eerder een soort tang dus.
In het dagelijks leven trok ik al snel heel goed mijn plan. Mijn vrouw kookte, maar ik had en heb geen hulp nodig bij het aankleden of zo. Ik ben kostwinner, vind mijn uitlaatklep in sport en muziek en vooral voor ik vader werd, ging ik in het weekend af en toe nog plaatjes draaien op feestjes.
Natuurlijk was mijn vrouw er, maar ik wilde ook een goede, zorgende vader worden. Alleen, een baby verzorgen met één hand en een prothese… Ging dat wel lukken?
Uiteraard waren we door het dolle heen toen we snel in verwachting waren in 2019. Maar ik had ook wel zenuwen. Natuurlijk was mijn vrouw er, maar ik wilde ook een goede, zorgende vader worden. Alleen, die pampertjes met één hand en een prothese die af en toe vastzit, die rompertjes en pyjama’s met honderd knoopjes… Ging dat wel lukken? Zo’n prothese is bovendien veel harder dan een echte hand. Wat als ik onze dochter pijn deed?”
Eindelijk gelijkspel!
Heb je iets anders dan een ander gedaan om je voor te bereiden?
“We leenden zelfs een levensechte pop van een vroedvrouw om ‘te oefenen’. Zou ik haar wel kunnen pakken als ze ter wereld kwam, spookte af en toe door mijn hoofd? Toen Cosette geboren werd, verdwenen al die twijfels als sneeuw voor de zon. Achteraf vertelden andere jonge vaders dat zij eigenlijk met dezelfde zenuwen zaten: zo’n fragiele baby, hoe pak je die zonder pijn te doen?
Om mijn dochter te pakken, doe ik mijn prothese uit. Ik kan haar comfortabel pakken met mijn stomp en heb dan zoals iedere ouder één arm vrij. Eindelijk gelijkspel!
Maar bij je eigen kind, vind je dat precies meteen. Om haar te pakken, deed en doe ik nog altijd mijn prothese uit. Ik kan haar comfortabel pakken met mijn stomp en heb dan eigenlijk net als iedere jonge ouder één arm vrij. Eindelijk gelijkspel!”
Makkelijke kleertjes
“We vonden ook al snel welke kleertjes makkelijk waren voor mij en voorzagen een paar makkelijke overslagbody’s en broekjes met een rekkertje en truitjes met een drukknop. Als mijn vriendin rustte, kon ik eigenlijk perfect verder met Cosette. Zo’n pasgeboren baby spartelt ook nog niet krijsend tegen met handen en voeten. Dat is later nog veranderd. (lacht)
Onze dochter is nu net drie en eigenlijk vind ik dat het makkelijker en makkelijker wordt. Natuurlijk kleedt mijn vrouw haar het meest aan en doet ze onze dochter in bad. Maar één keer per week sta ik er ’s ochtends alleen voor omdat zij vroeg door moet, en dat lukt.”
Nooit een gespreksonderwerp
Hoe gaat je dochter er zelf mee om?
“Cosette is flinker en geduldiger bij mij dan bij mijn vrouw, als ik even aan het sukkelen ben met haar kleertjes. De kinderen van wie ik nonkel ben, hebben allemaal als peuter een soort fase gehad waarin ze bijzonder gefascineerd waren door mijn prothese en onbevangen en nieuwsgierig mijn arm bestudeerden. Cosette heeft dat nooit gedaan. Ze wist wel dat mama twee handjes heeft en papa één, denk ik, maar het is zelfs nooit een gespreksonderwerp geweest. Pas het laatste halfjaar zegt ze het als iets me niet meteen lukt ‘Je moet je handje aandoen, papa.’
Mijn vrouw zal altijd praktisch meer blijven doen voor Cosette. Fysiek is dat nu eenmaal makkelijker. Maar het is goed dat ik op het werk meer uren kan kloppen. Dat klinkt misschien oubollig, maar ik ben wel blij dat ik een goede job heb en zo goed voor mijn gezin kan zorgen. Ik heb dat in mijn opvoeding wel meegekregen van mijn vader. Omdat ik op twee kilometer van huis werk, ben ik bovendien, zelfs na een lange dag, toch vaak thuis. We spelen nagenoeg elke avond samen verstoppertje of gaan in de tuin spelen in de zomer.”
Niet in de lucht gooien
Zijn er dingen die je mist door je handicap?
“Eigenlijk weinig. Ik kan Cosette bijvoorbeeld niet in de lucht gooien zoals andere vaders met hun kinderen. Dat vind ik soms jammer. En we hebben door mijn handicap allebei geen handgeschakelde auto meer. Schakelen zal een grootouder of tante haar moeten leren, maar daar lig ik nu nog niet van wakker. (lacht)
Het is misschien niet zo genderneutraal, maar mocht ik een zoon hebben, zou ik er meer verdriet van hebben dat ik hem niet met zijn handen kan leren werken.
Het is misschien niet zo genderneutraal, maar mocht ik een zoon hebben, zou ik er meer verdriet van hebben dat ik hem niet met zijn handen kan leren werken. Een boormachine hanteren, met een Engelse sleutel werken… Dat soort dingen, daar zou ik spijt van hebben.”
Minder avontuurlijk dan vroeger
Denk je dat je door wat je zelf meemaakte dingen anders doet bij haar?
“Ik ben bezorgder, denk ik. Mijn vrouw en ik zeggen allebei misschien vaker dan een ander ‘Pas op!’ Risicovol spelen is niet echt de kern van onze opvoeding, al proberen we er wel op te letten dat ze dingen verkent. Cosette is zelf ook niet dat soort durfal met wie je om de vijf weken op spoed staat omdat ze uit een klimrek gesprongen is.
Toen mijn ongeval gebeurde, was ik 24. Ik had in mijn omgeving uiteraard tal van andere twintigers, bij wie het leven precies aan hun overmoedige voeten lag. Dat was ik snel kwijt. Ik weet dat dingen snel kunnen keren. Nu gaat alles heel goed, bijvoorbeeld op het werk. Maar ik durf er niet van uitgaan dat alles voortdurend beter zal blijven gaan. Dingen kunnen door een ongeval, ziekte of andere tegenslag snel keren. Misschien ben ik op dat vlak wel volwassen geworden op de verkeerde manier. Ik ben alleszins minder avontuurlijk dan vroeger, vermijd vaker risico’s.
Nu ik vader ben, kan ik me wel veel beter verplaatsen in mijn eigen mama, die ook zo vaak ongerust was en enorm veel verdriet had na mijn ongeval. Maar gelukkig heb ik die schrik, dat er iets snel mis kan gaan, nooit bij onze dochter.”
Meer openhartige verhalen:
- “Een kind met een beperking is een langdurig rouwproces: je botst telkens op dingen die hij niet kan”
- Papa-talk: “Kinderen zijn per definitie onschuldig, maar elkaar wél de duvel aandoen”
- Bekende mama Elisabeth Lucie Baeten: “Zo jammer dan we allemaal alleen op ons eiland moederen. Het kan zo verdomd eenzaam zijn”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!