Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (rechts bovenaan op de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!
Mijn verhaal: Soetkins zoontje is uitzonderlijk hoogbegaafd
Soetkins zoon To is uitzonderlijk hoogbegaafd en heeft ADHD. “Mensen denken: ‘Leuk, een kleine Einstein’, helaas is het niet zo rooskleurig, integendeel zelfs.”
“Toen ik zwanger was van To was ik dolgelukkig. Mike had al een dochter uit zijn vorige relatie en we hadden samen al een dochter. Ik gaf mijn job op om thuisblijfmoeder te worden.
To was een ontzettend snel kind. Toen hij nog maar tien weken was, rolde hij al van zijn rug op zijn buik en terug. Motorisch was hij heel snel. Ook spreken ging heel vlot: we ontdekten al heel snel dat To heel taalgevoelig is. We zagen er geen graten in: Mike is ook heel taalgevoelig.
“In het eerste kleuterklasje was hij bezig met rijmen. Tegen de tweede kleuterklas had hij zichzelf leren tellen tot 10.000 en hij kon ook lezen”
Dat verschil werd nog duidelijker toen hij naar de eerste kleuterklas ging. ‘Het is een specialleke hè’, zei de juf weleens. Maar ze maakte er geen punt van. Als de juf een thema aanhaalde, wilde To er een project rond uitwerken: ‘laten we een kippenhok bouwen’, zei hij, toen het over kippen ging. Hij zag overal verbanden in en leerde zichzelf dingen aan die andere kinderen pas op latere leeftijd leerden. Hij was bezig met rijmen bijvoorbeeld, iets wat ze normaal pas in het derde kleuterklasje zien.
In het tweede kleuterklasje begon het te dagen dat hij weleens hoogbegaafd zou kunnen zijn. To was bezig met Pokémon, had zichzelf tot 10.000 leren tellen en rangschikte de kaartjes in de juiste volgorde. Hij had zichzelf ook leren lezen en was veel bezig met rekenen. Uiteraard liep niet alles perfect. Zijn fijne motoriek was bijvoorbeeld niet goed: het is een fabeltje dat hoogbegaafde kinderen ontzettend goed kunnen tekenen. To was zo perfectionistisch dat hij zijn tekeningen te slecht vond en weigerde te tekenen.
In die klas liep het voor het eerst ook helemaal mis. Omdat To de opdrachten te gemakkelijk vond en hij enkel dingen wilde doen die hij zelf echt nuttig vond, kwam hij over als een stout kind. Hij paste niet in het vooropgestelde vakje, en de juf had het daar duidelijk moeilijk mee.
Hij rebelleerde en ging bijna onderpresteren omdat hij zich zo slecht voelde. Iedere avond kwam To huilend thuis, en ’s morgens wilde hij niet gaan. Omdat hij zo gefrustreerd was, deed hij soms zelfs andere kindjes pijn. En omdat ik elke dag opnieuw negatieve feedback kreeg, werd ik zelf ook moedeloos. Onze vrolijke To die voorheen zo leergierig was dat hij ons om drie uur ’s nachts kwam wakker maken om te vragen welk geluid een miereneter maakte, was nu veranderd in een ongelukkig kind. Mijn moederhart lag in stukken.”
“To wilde niet naar school en ik zat zelf iedere avond huilend in mijn auto omdat ik dagelijks slechte feedback kreeg”
Halftijds thuisonderwijs
“Omdat er voor ons duidelijk meer aan de hand was, besloten we To te laten testen. De resultaten waren duidelijk: hij was uitzonderlijk hoogbegaafd en had op sommige vlakken zelfs een IQ hoger dan 145, nóg meer dan we verwacht hadden. Artsen vroegen zich zelf af of hij zijn plaats zou vinden in het reguliere onderwijs. Toch wilden we het proberen. Eerst was er de coronaperiode… Toen hij terug naar school kon, is hij meteen naar het eerste leerjaar gegaan, hij sloeg een jaar over.
Maar daar werden de problemen alleen maar groter. De leerstof van het eerste leerjaar was voor hem veel te gemakkelijk. Hij merkte bovendien dat hij anders was: hij kon niet stilzitten, weigerde mee te werken en vond geen aansluiting bij leeftijdsgenootjes… We gingen door een hel. Ik besloot daarop hem halftijds thuis les te geven.
In het begin voelde ik me er onzeker over. Moest ik opdrachten maken zoals in de klas of zou ik het net over een andere boeg gooien? Na veel proberen koos ik voor dat laatste. We gingen samen naar de markt en hij kreeg een briefje waarmee hij moest bestellen en betalen, of we deden andere educatieve activiteiten. Het deed ons allebei deugd. Ik zag To terug openbloeien, hij werd er rustiger van. Dankzij die rust kon hij terug een band opbouwen met zijn juf. Zij gaf me tips en luisterde naar To en zijn noden. Ik kan haar niet hard genoeg bedanken voor haar harde werk. Uiteindelijk kon hij naar het tweede leerjaar. Ik was ongelofelijk trots!”
Dubbele diagnose
“Ondertussen kreeg mijn zoon een tweede diagnose. To is hoogbegaafd en heeft ADHD. Dat verklaarde waarom hij in de klas niet presteerde, niet stil kon blijven zitten en regelmatig uit de klas liep. Hij begreep ook niet goed waarom hij moest blijven zitten, want hij kende de leerstof al. Met zijn medicatie lukt het ondertussen veel beter. Wij hebben onze To terug met zijn uiteenlopende interesses. Nu valt het ook weer op hoe slim hij wel niet is.”
“Op school liep het helemaal mis. Omdat hij niet in het vakje paste, raakte hij gefrustreerd. Hij deed zelfs andere kindjes pijn”
Helemaal geen pretje
“Het is zo jammer dat we op zoveel onbegrip stuiten. Mensen denken bij hoogbegaafdheid aan een slim kind, een kleine Einstein die op zijn tiende de universiteit heeft afgerond. Zo werkt het helaas niet. Hoogbegaafde kinderen kunnen het net zo moeilijk hebben als minderbegaafde kinderen, ze staan misschien aan de andere kant van het spectrum, maar wel even ver van het gemiddelde.
Het brein van hoogbegaafde kinderen werkt bovendien anders. Wij leren ons aan te passen en onze pokerface op te zetten, maar dat kunnen veel hoogbegaafde kinderen niet. Daarom vindt 9 op 10 van de hoogbegaafde kinderen heel moeilijk een weg in het reguliere onderwijs.”
“Mensen denken bij hoogbegaafdheid aan een kleine Einstein die op zijn tiende de universiteit afrondt. Zo werkt het helaas niet”
To is terug To
“Sinds kort gaat To terug voltijds naar school. De leraren doen heel hard hun best om meer te begrijpen over hoogbegaafdheid. Voor het eerst hoor ik To zeggen dat het gemakkelijk is op school. Hij vindt aansluiting bij de groep en vindt zijn juf leuk. Toch ben ik ergens nog steeds ongerust: ik zou niet willen dat hij weer een jaar moet overslaan, hij vlíégt door zijn schriftjes, en ik voel me niet meer zorgeloos.
Ik wil met To’s verhaal vooral andere ouders een hart onder de riem steken. Ik wil dat ze weten dat thuisonderwijs een optie is als ze daar de tijd en ruimte voor hebben. Heel wat ouders voeren immers een gelijkaardige strijd. En we kunnen er alleen maar zijn voor elkaar.”
Meer over hoogbegaafdheid:
- Hoogbegaafdheid bij kinderen: een vloek of een zegen?
- Help, mijn kind is hoogbegaafd! Lezeressen en experten geven hun mening
- Hoogbegaafdheid bij kinderen: “het zijn niet de bollebozen die altijd een goed rapport hebben”