Baby
Crisis in de kinderopvang: “We moeten werk maken van basiscondities, maar dat gaat veel geld kosten”

Het is crisis in de kinderopvang. De laatste weken en maanden moesten een heleboel crèches de deur sluiten en de meldingen van ongeruste ouders blijven binnenlopen. “Niet verwonderlijk”, zegt Michel Vandenbroeck, hoofddocent gezinspedegagogiek aan de UGent. “We zijn nu bezig aan de grote opkuis, maar dat hadden we natuurlijk al veel eerder moeten doen.”

Michel Vandenbroeck weet waarover hij praat. Hij doet al meer dan 35 jaar onderzoek naar de kwaliteit van kinderopvang en kleuterschool en schreef onlangs het boek #negenisteveel, dat verwijst naar het aantal kinderen per begeleider.

Kinderopvang opkuisen

Hoe komt het dat we nu pas beginnen met die grote opkuisactie in de kinderopvang?

Michel Vandenbroeck: “Het grote probleem is dat de overheid vroeger pas optrad als er bewijs was. Naar aanleiding van het drama in ’t Sloeberhuisje (waar een meisje van 6 maanden zwaargewond raakte en later stierf, nvdr), hebben ze ingezien dat je een voorzichtigheidscriterium moet hanteren en optreden zodra er een ernstig vermoeden is dat er iets niet oké is. Dat is wat je nu ziet. Men gaat een aantal dossiers uit het verleden – waar er ernstige vermoedens waren maar geen bewijs – opnieuw analyseren. Dat is de reden waarom we nu zoveel schorsingen en sluitingen zien. Een tweede reden is dat mensen veel alerter geworden zijn en veel sneller probleemsituaties melden.” 

Wat is het grote probleem in de kinderopvang?

Michel Vandenbroeck: “Het is een goede zaak dat de rotte appels eruitgaan, maar het is niet omdat de rotte appels eruit zijn dat de boomgaard gezond is. Er zijn een aantal structurele problemen: de boomgaard is ondervoed.

We hebben de laatste 20 jaar vooral ingezet op het aantal plaatsen. We moesten zo snel mogelijk met zo weinig mogelijk geld zoveel mogelijk plaatsen creëren. Het gevolg? Een zwak systeem dat nu begint te barsten. Er zijn verschillende problemen. Om te beginnen het aantal kinderen per volwassene: negen is te veel! Dat is meteen het meest zichtbare en dat is wat ouders ook het makkelijkst opmerken. Daarnaast heb je ook de opleiding van de begeleiders, maar ook de omkadering en ondersteuning die onvoldoende is. Er is geen tijd om even weg te zijn van de kinderen, om te verbeteren of bijscholing te volgen.

Bij ons hebben de meeste kinderbegeleidsters een diploma secundair onderwijs. In de meeste landen heb je een gemengd team van mensen van verschillende niveaus, waaronder minstens de helft bachelors.

Bij ons in Vlaanderen hebben de meeste kinderbegeleidsters een diploma secundair onderwijs – niveau vier in de Europese ranking. Wij zijn – samen met nog drie andere landen – het enige land waar alléén maar mensen van niveau vier werken. In de meeste landen heb je een gemengd team van mensen van verschillende niveaus, waaronder minstens de helft bachelors. Deze laatsten hebben wat meer inzichten in het educatieve luik en kunnen hun collega’s met een lager diploma begeleiden. 

Een onthaalouder met acht kinderen is echt geen goed idee. Dat zie je in geen enkel ander land!

Nog een gegeven dat speciaal is in Vlaanderen is het relatief grote aandeel van de gezinsopvang. Intussen moeten ook onthaalouders een basisopleiding krijgen en worden ze gescreend op hun competenties. We zien dat de kwaliteit bij een onthaalouder evenwaardig is, maar ook dat het grote aantal kinderen in deze setting nog meer problemen geeft. Een onthaalouder met acht kinderen is echt geen goed idee, dat doet geen enkel ander land! Daar moeten we zo snel mogelijk van afstappen. In de rest van Europa zijn er zelden meer dan vier kindjes per onthaalouder.”

Kwaliteit van de kinderopvang

Moeten ouders ongerust zijn als ze hun kinderen naar de kinderopvang sturen?

Michel Vandenbroeck: “In 2017 hebben we een groot onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de kinderopvang en daaruit is gebleken dat er – ondanks de moeilijke omstandigheden – toch goed gezorgd wordt voor onze kinderen. Het is niet zo dat die hele kinderopvang slecht is of dat ze kinderen zou schaden, dat wil ik formeel tegenspreken.

Wat je wel ziet is dat het educatieve aspect ondermaats is als gevolg van het te veel kinderen. We bieden niet voldoende uitdaging voor hun ontwikkeling. Algemeen kun je stellen dat de kinderopvang onze kinderen niet schaadt – buiten dan die rotte appels – maar het baat de kinderen te weinig.”

Wat is dan een kwalitatieve kinderopvang?

Michel Vandenbroeck: “De essentie is natuurlijk betekenisvolle interactie. Het gaat over hoe de begeleiders omgaan met de kinderen en hoe ze de omgang tussen de kinderen onderling stimuleren. 

kinderopvang, crisis
© Getty Images

Twee dingen zijn daarbij heel belangrijk:

Ten eerste de emotionele ondersteuning: het fysiek en mentaal nabij zijn, knuffelen, op de schoot nemen, maar vooral ook leren zien wat het kind nodig heeft, ook bij jonge kinderen die het nog niet kunnen zeggen. Wat zijn de behoeften van kinderen en er dan correct op kunnen inspelen. Enkel op die manier ervaart het kind een emotionele veiligheid. Het weet dat, als er iets gebeurt, het bij die persoon terechtkan. 

Daarnaast heb je de educatieve ondersteuning: kunnen we de kinderen bieden waar ze net nog niet aan toe zijn? Op taalgebied bijvoorbeeld, maar ook op motorisch vlak. Kinderen hebben thuis niet altijd de mogelijkheden om te klimmen of te tuimelen. 

Met één volwassene die verantwoordelijk is voor negen kinderen moet je té vaak compromissen sluiten. Als je een baby laat drinken ben je minstens twintig minuten met je volle aandacht bij die baby en kun je geen andere brandjes blussen. Je kunt ook geen vijf kinderen tegelijk eten geven. Dan krijg je stresssituaties die ervoor zorgen dat niet alle signalen opgemerkt worden.”

Tijd voor actie: de oplossing voor het probleem

Wat kan de overheid doen?

Michel Vandenbroeck: “Er zal geld nodig zijn. Wim Van Lancker van de KULeuven heeft berekend hoeveel wij per kind per uur besteden aan de kinderopvang. De vergelijking met andere landen zegt genoeg. Bij ons gaat het om 2,9 euro, maar in Nederland is dat dubbel zoveel en in Zweden maar liefst vier keer zoveel. Je kunt onmogelijk dezelfde kwaliteit krijgen als je maar de helft investeert! Het heeft alles te maken met keuzes die men maakt. 

In Vlaanderen besteden we 2,9 euro per kind per uur. In Nederland gaat het om dubbel zoveel en in Zweden maar liefst vier keer zoveel.

In Vlaanderen heeft men vooral geïnvesteerd in het wegwerken van de wachtlijsten. Met negen kindjes per volwassene werk je die wachtlijsten sneller weg dan met vijf kinderen per volwassene. Helaas komt nu pas het besef dat dit de verkeerde keuze was en moeten er drama’s gebeuren en kinderen sterven voor men actie onderneemt. 

Vraag je me of er crisis heerst in de kinderopvang, dan is het korte antwoord ja, maar ook het lange antwoord is ja. Nu ligt de prioriteit bij het opkuisen van de kinderopvang, maar daar mag het niet stoppen. We moeten werken aan die basiscondities en dat gaat heel veel geld kosten.

De crisis in de kinderopvang gaat niet enkel over de rotte appels, maar over de hele boomgaard.

Samengevat kun je stellen dat we een kleine 8000 plaatsen tekort hebben. Om die plaatsen te creëren hebben we veel mensen nodig en die zijn er niet. Ook het aantal kinderen per volwassene moet echt naar beneden, maar ook daarvoor hebben we extra personeel nodig. De crisis in de kinderopvang gaat dus niet enkel over die rotte appels, maar over de hele boomgaard.”

Wat is volgens jou de oplossing voor het probleem?

Michel Vandenbroeck: “Het goede nieuws is dat de oplossing zelfs in het probleem zit. Een groot deel van de studenten die nu in het laatste jaar zitten dat hen naar de kinderopvang moet leiden, geeft aan iets anders te willen doen. Ze willen verder studeren! Alleen kunnen zij dat niet doen als ze voltijds in de kinderopvang moeten werken. Het is dus aan ons om die combinatie mogelijk te maken. Neem hen voltijds aan, laat hen vier dagen werken en één dag naar school gaan. Zo krijgen we die gemengde teams die we nodig hebben én geven we de leerlingen die nu instappen in de sector een perspectief. Wat je niet mag doen is het personeelstekort opvangen door de lat lager te leggen. Ten eerste neem je opnieuw kwaliteitsrisico’s, maar ten tweede ga je ook de status van het beroep verlagen.”

Het ouderschapsverlof verlengen, zoals in Zweden bijvoorbeeld, is ook een goed idee.

Ook het ouderschapsverlof verlengen, zoals in Zweden bijvoorbeeld, is een goed idee. Ouders kunnen er dan voor kiezen om langer bij hun kinderen te blijven, waardoor je minder plaatsen nodig hebt in de kinderopvang. Maar ook hier zijn er een aantal belangrijke basisvoorwaarden waaraan je moet voldoen.

  • Het moet in de eerste plaats voldoende betaald worden. Je wilt immers niet dat het een voorrecht wordt voor de happy few die veel geld op hun spaarboekje hebben staan.
  • Je moet ook een gendercorrectie doorvoeren als je wilt dat de vrouwen actief blijven op de arbeidsmarkt. Het moet dus een verplichting zijn dat beide partners een deel van het verlof opnemen. Anders merk je bovendien dat mannen het nog steeds te moeilijk hebben om dit te onderhandelen met hun werkgever.
  • Tot slot moet je ervoor zorgen dat diegene die thuis blijft bij de kindjes niet in een isolement terechtkomt. Dat kun je doen door plekken in te richten waar jij andere ouders kunt ontmoeten en de kindjes kunnen socialiseren en met elkaar spelen.

Die drie voorwaarden zijn vervuld in een land als Zweden en daar zie je dat het werkt.”

De ouders zijn ongerust

Dat is natuurlijk allemaal nog niet voor vandaag. Wat kunnen ouders nu doen als ouder, als je kindje naar de kinderopvang gaat?

Michel Vandenbroeck: “Dat is de kern van wat ik in het boek heb willen vertellen. Wat ouders willen weten is simpel: is mijn kinderdagverblijf in orde? Het antwoord is dubbel. De essentie van de pedagogische kwaliteit speelt zich namelijk af waar jij niet bent en dus heb je er geen zicht op. Wat je wél kunt doen is vragen naar factoren die een invloed hebben op die pedagogische kwaliteit. Het aantal kinderen per volwassene bijvoorbeeld, of de opleiding van de begeleider. 

Ouders zijn ongerust. Ze willen weten: is mijn kinderdagverblijf in orde?

Je vindt het misschien een beetje raar om er meteen naar te vragen, maar ik wil de ouders toch aanmoedigen om alle vragen en bezorgdheden meteen bij het eerste gesprek op tafel te leggen. Op die manier voel je ook meteen of er ruimte is om over eventuele problemen te praten als je kind er in de toekomst zal verblijven. Merk je dat die persoon meteen heel defensief reageert en je geen antwoord krijgt op je vragen, wat ga je dan straks doen als je echt met een probleem zit? Ook de wenperiode is heel belangrijk. Hier leren beide partijen elkaar kennen en vertrouwen. Neem er de tijd voor. Je hoeft niet tevreden te zijn met één uurtje. Als jij het nuttig vindt om dat vijf keer te doen, vraag er dan naar.

Ik besef heel goed dat veel ouders geen keuze hebben. Dat het onmogelijk is om geen vertrouwen te hebben in de persoon bij wie je je kind elke dag achterlaat. Dat is ons hoofd dat voor dat vertrouwen zorgt, omdat het simpelweg niet anders kan. Maar laat ons wel wezen: de kwaliteit van de kinderopvang is niet de verantwoordelijkheid van de ouders! Dat is de verantwoordelijkheid van de organisatoren en van de overheid.

De reden dat er nu dingen veranderen is omdat het niet enkel de sector is die actie voert, maar omdat de ouders er mee hun schouders onder zetten.

Wat mij nu opvalt in deze crisis is de grote mate van solidariteit tussen ouders en personeel. Ouders appreciëren wat deze mensen doen, ondanks die moeilijke werkomstandigheden. Ouders nemen hun kinderen mee naar het parlement en naar het kabinet. Ze gaan zelfs mee manifesteren. Dat is echt een nieuw gegeven! Ik zit al lang in de sector en heb dit nog nooit gezien. Er is een wantrouwen, maar ook een solidariteit met en vertrouwen in instellingen die het wél goed doen. De reden dat er nu dingen veranderen is omdat het niet enkel de sector is die actie voert, maar omdat de ouders er mee hun schouders onder zetten.”

#negenisteveel

Dit boek gaat voor één keer niet over wat jij als ouder moet doen, maar gaat over wat je zélf mag verwachten dat anderen voor je doen. In #negenisteveel geeft pedagoog Michel Vandenbroeck een antwoord op de vele vragen die ouders vandaag hebben over kinderopvang en kleuterschool.

‘#negenisteveel’ is verschenen bij Borgerhoff & Lamberigts en kost 22,99 euro. 

Zeker ook lezen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."