Samen met BIBI Elke baby huilt en dan wil je maar één ding: je kind troosten en kalmeren. Deze tips en tricks helpen om je kleintje weer happy te maken!

1. Mama & papa speurneus

Net gegeten, schone luier en toch aan het huilen?  Knellen de kleertjes ergens?  Opnieuw een vieze luier? Last van z’n darmpjes? Te koud of te warm? Misschien heeft je kleintje dorst. Net na een voeding kan je proberen een beetje water te geven.  Als er een boertje dwars zit,  kan je helpen door zachtjes op het ruggetje te kloppen, terwijl je kind over je schouder ligt. Zeker als je baby al even aan het huilen is, kan z’n ongemak nog toenemen omdat hij nog meer lucht heeft ingeslikt. Zorgt dat extra gas in z’n darmpje voor krampen, leg je kleintje dan op z’n ruggetje en doe ‘fietsoefeningetjes’ met z’n beentjes, dat lucht op.

2. Neusje vrij?

Als je kind een verstopt neusje heeft, kan het benauwd worden. Als het al lukt op in slaap te vallen, wordt je baby van pure vermoeidheid een huilbaby. Een fysiologische zoutoplossing of een baby spray met zeewater kan het neusje vrijmaken en geeft je kleintje – letterlijk – weer zuurstof.

3. Close & cosy

Pasgeboren baby’s kunnen rust en troost vinden als ze worden ingebakerd. Is je kleintje wat groter, dan vindt het ook vaak troost als je hem/haar dicht tegen je aan draagt in de draagzak of in een draagdoek.

4. Repeat-knop aan

Repetitieve bewegingen kunnen je baby kalmeren. Ga met je kind in een schommelstoel zitten, als je armen moe worden van het wiegen. Sommige baby’s worden rustig door naar een draaiende wasmachine te kijken, anderen kalmeren bij het horen of zien van stromend water. Een warm ontspannend badje is trouwens ook een goede manier om je kind tot rust te laten komen.

5. Op stap

Als je baby stevig doorhuilt, lijkt het soms wel te galmen in je hoofd. Leg je kleintje in de wandelwagen en trek erop uit voor een stevige wandeling: het gehobbel kalmeert je kind, de frisse lucht geeft jou zuurstof, extra energie en rust in je hoofd. Het monotone geronk van de motor zorgt er ook voor dat jonge baby’s vlotter in slaap vallen, een ritje in de auto kan daarom wonderen verrichten.

6. Surprise!

Als je kind echt overstuur is en daardoor niet kan stoppen met huilen, blaas dan zachtjes op z’n gezichtje. Door het schrik-effect houdt je kleintje z’n adem in en stopt zo automatisch met huilen. Ook verrassingsspelletjes als kiekeboe kan de aandacht afleiden.

7. Zachter met muziek

Je hoeft geen Adèle of Anouk te zijn om een liedje te zingen voor je baby, je kind vindt het vooral fijn dat het jóuw stem is. Ook een rustig muziekje opzetten kan helpen, zeker als je vaak dezelfde muziek laat horen: je baby herkent het als ‘vertrouwd’ en wordt rustiger. Een muziekdoosje geeft je kind ook nog iets vertrouwds om naar te kijken.

Ja, een fopspeentje troost echt!

Baby’s hebben een grote zuigbehoefte en dat heeft alles te maken met overleven.  ‘Zuigen’ betekent voor je baby: geen honger, troost, veiligheid en een gevoel van welbehagen. Een fopspeen kan de zuigbehoefte van je baby bevredigen zonder hem extra eten of drinken te geven.

Goed om te weten:

• Als je een speentje niet te vaak gebruikt, hebben kinderartsen er in principe niks op tegen. Het is bedoeld om je kindje te kalmeren, maar je kind hoeft niet voortdurend met z’n fopspeen in z’n mondje te zitten.
• Als je een speentje reserveert voor momenten waar op je baby erg moe is, is het troostend effect groter.
• Een speentje is prima om je kind te helpen om in slaap te vallen, maar haal de speen wel uit het mondje zodra je baby slaapt.
• Een fopspeentje kan je kind ook verlichting brengen bij krampjes.
• Het is gemakkelijker om het gebruik van een fopspeen te controleren. Als je kind gaat duimzuigen is het veel moeilijker om dat te beletten.
• Stoppen met een fopspeen is in de praktijk ook veel gemakkelijker dan stoppen met duimzuigen. Als je kind op z’n duim zuigt, kan de stand van z’n kaken ook veranderen, met blijvend gevolg voor de stand van de tandjes en zelfs later voor het volwassen gebit. Een speen heeft dat effect veel minder.

Waar moet je op letten bij een goede fopspeen ?

• Zorg dat het speentje is aangepast aan de leeftijd van je kind. Een fopspeentje dat te groot is kan de ontwikkeling van het gehemelte en de kaken belemmeren. Een fopspeentje dat te klein is, kalmeert niet voldoende of valt te gemakkelijk uit het mondje.
• Het materiaal van het schildje moet van stevig, flexibel en ergonomisch gevormd zijn, zodat het aangepast is aan het gezichtje en zodat de druk goed verdeeld wordt. Luchtgaatjes erin zorgen voor een optimale luchtcirculatie en minder huidirritatie. Het grootste gewicht moet centraal en dicht bij de mond liggen, dat is het veiligste en zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de zuigbeweging. Bovendien blijft het speentje beter zitten.
• Kies voor silicone speen, dit is duurzamer dan caoutchouc en minder poreus.
• Ga voor een speen dat flexibel is (niet opgevuld) zodat de ontwikkeling van het gehemelte en de kaken niet verhinderd wordt.
• Controleer geregeld of alles nog goed vast zit en vervang fopspeentjes minstens om de twee maanden. Bij barstjes, gaatjes of scheurtjes vervang je het fopspeentje het best meteen.
• Een kortere ring zorgt voor minder drukpunten als je kindje slaapt. Je kan ook kiezen voor een fopspeentje zonder ring. Bovendien bestaan er fopspeentje die licht geven in het donker: handig voor jou en je kleintje.

Kies voor een BIBI Happiness fopspeen

Bij de BIBI Happiness-fopspeen werd met al die punten rekening gehouden. Zachte Sensopearls – kleine ronde uitstulpinkjes aan de binnenkant van het schildje – maken deze fopspeen zachter voor de huid van je baby en stimuleren de zuigreflex op een natuurlijke manier, net als aan de moederborst.  bibi Happiness is beschikbaar in je apotheek. Meer info op: www.omegapharmababy.be
 

Doe mee!

Klik hier en maak kans op een verzorgingspakket met een bibi-speentje voor je kleintje!