Baby’s en pijn: de pijnobservatieschaal
Niet eens zo lang geleden ging men ervan uit dat baby’s geen pijn kunnen voelen. Bij heel jonge kinderen werd er dan ook helemaal niet aan pijnbestrijding gedaan. Gelukkig ontdekte een Britse anesthesist in de jaren 80 dat baby’s wel degelijk pijn voelen!
POKIS, de pijnobservatieschaal voor jonge kinderen
Verder bouwend op het werk van de Brit ontwikkelde een Nederlandse orthopedagoog een zogeheten pijnobservatieschaal voor jonge kinderen (POKIS). Bij het POKIS-systeem moet het verplegend personeel het kind onopvallend observeren en op 7 punten letten:
- De gezichtsuitdrukking (zijn de oogjes dichtgeknepen, is de mond wijd open, …)
- Het al dan niet huilen, de manier waarop ze huilen
- Hoe is de ademhaling (hijgend, ingehouden, …)?
- Zijn de rug en het lijfje rustig of net verkrampt of kronkelend?
- Hoe zijn de bewegingen van armen en vingers (verkrampt, neutraal, …)?
- Benen en tenen: hoe bewegen ze?
- De agitatie (ligt de baby onrustig, is hij prikkelbaar, …)
Voor ieder aandachtspunt wordt een score gegeven (0 of 1). De totale score geeft de maat van pijn aan.
Wat betekent de score?
0 = geen pijn
1-2 = lichte pijn
3-4 = matige pijn
5-7 = ernstige pijn
Naar aanleiding van deze score kan men de pijn bestrijden met medicijnen. Een halfuur nadien wordt er opnieuw een lijst ingevuld, zodat men kan nagaan of de medicijnen in het verloop van de opname helpen.
Het belang van een pijnobservatieschaal is bijzonder groot: in tegenstelling tot volwassenen kunnen baby’s namelijk niet aangeven of ze pijn hebben.
Pijn? Dit kan helpen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!