Taalontwikkeling van A tot Z
Wist je dat een kind al op prille leeftijd kan communiceren? Van een eerste hartverwarmende glimlach tot conversaties over ‘de dingen des levens’. Alles over taalontwikkeling!
0- 2 maanden
Een baby communiceert voornamelijk door te huilen. Als kersverse moeder voel je je af en toe machteloos omdat je niet weet waarom je kleintje de longen uit zijn lijf schreeuwt. Maar maak je geen zorgen, na een tijdje zullen je kindje en jij steeds meer op elkaar ingespeeld zijn, en zal je zijn geluidjes beter begrijpen.
Dat je baby nog niet praat, hoeft daarenboven niet te betekenen dat jij je lippen stijf op elkaar moet klemmen. Praat zoveel mogelijk tegen je kleintje en kijk hem daarbij aan, je zult merken dat hij je stem herkent en oogcontact maakt!
2 – 4 maanden
Vanaf ongeveer twee maanden beginnen baby’s te kirren. Je kind ontdekt dat hij geluidjes kan maken en produceert voornamelijk klinkerachtige klanken; zoals ‘oooh’ en ‘aah’.
4-6 maanden
Een memorabel moment: de eerste lach van je baby! Het is meteen duidelijk: die ontwapenende glimlach van je kleintje is het mooiste wat er bestaat en je doet er alles aan om die tevoorschijn te toveren.
Verder stoot je kind steeds meer verschillende geluiden uit, hij is gefascineerd door hoge en lage tonen en reageert op je stem en gebaren.
6- 9 maanden
Je kleintje combineert langzamerhand klinker en medeklinkers en produceert reeksen als ‘dada’ of zelfs (iets wat lijkt op) het felbegeerde ‘mama’! Zijn gebrabbel breidt hij systematisch uit tot een indrukwekkend repertoire van geluiden.
Daarnaast merk je dat je baby ook steeds beter begrijpt wat je tegen hem zegt. Zo reageren veel kleintjes al op hun naam.
9-12 maanden
Je oogappel ontdekt dat hij ook kan communiceren door gebaren te maken: hij houdt zijn armpjes in de lucht om opgepakt te worden, zwaait, schudt zijn hoofd, wijst voorwerpen aan,… Shake it baby!
12 – 18 maanden
Rond je baby’s eerste verjaardag kunnen ook zijn eerste woorden opduiken. Vaak gaat het om simpele éénlettergrepen die in het dagdagelijkse leven gebruikt worden, zoals ‘ja’,’nee’, ‘bal’ of verkorte versies van langere woorden, zoals ‘bo’ voor ‘boterham’. Je kleintje wijst voorwerpen aan, terwijl hij ze benoemt.
18 -24 maanden
De woordenschat van je baby neemt met rassenschreden toe en hij maakt zinnen die uit twee woorden bestaan, zoals ‘pipi doen’. Je kindje verwijst naar zichzelf door zijn naam uit te spreken of door zichzelf ‘baby’ te noemen in plaats van ‘ik’.
Als je kleintje de leeftijd van twee jaar bereikt heeft, kent hij maar liefst om en bij de vijftig woorden!
Vanaf 24 maanden
Je kind leert zich steeds beter uit te drukken en zal tussen zijn tweede en derde levensjaar complexere zinnen maken. Rond zijn vierde verjaardag is hij quasi volledig verstaanbaar, ook voor buitenstaanders!