Tips om met je baby te spelen
Samen met je baby spelen betekent op een rustige manier ingaan op de interesse van je kind. Spelletjes zijn hierbij een uitstekend hulpmiddel. Je schenkt je kind positieve aandacht, waardoor hij zelf actiever en ondernemender wordt. Zo krijgt je baby meer vertrouwen in zichzelf, in jou en in zijn omgeving.
Het beste speelgoed voor je kind, dat ben jij. Je baby leert immers veel meer van mensen dan van dingen. Uiteraard heeft het geen zin je kind een spel op te dringen, dus om te spelen kies je best een moment waarop hij of zij rustig en goedgemutst is.
Samen praten
Kies een gemakkelijke houding waarbij je rechtstreeks contact hebt met je baby. Je kind wordt geboeid door je gezicht: een beweging van je hoofd, een gekke gelaatsuitdrukking, een bepaald stemgeluid zal hij nauwlettend bekijken en beluisteren.
Klap eens in de handjes
Neem de handen van je baby vast, beweeg ze naar elkaar toe en zing ondertussen het liedje “Klap eens in de handjes”. Het is best mogelijk dat je kind later op eigen initiatief in zijn handen klapt terwijl jij zingt.
Schootspelletjes
Laat je baby je gezicht bekijken en betasten. Bekkentrekken en gekke geluiden brengen hem ongetwijfeld aan het lachen. Zo kan je bijvoorbeeld:
- beginnen te jammeren als je baby op je gezicht ‘slaat’;
- enkele keren na elkaar ‘boem’ zeggen terwijl je met je hoofd dichter naar je baby komt;
- een stijgende toonladder zingen terwijl je met je hoofd dichter naar je baby toe gaat en een dalende toonladder zingen terwijl je met je hoofd terug achteruitgaat.
Kiekeboespelletjes
- Hou je handen voor je ogen. Trek ze plots weg en roep “kiekeboe“.
- Hou een handdoek voor je gezicht. Buig je zo naar je baby en laat hem de handdoek wegtrekken. Roep “piep” of “kiekeboe” telkens hij dat doet.
- Ga achter een deur, een hoek of een gordijn staan en roep de naam van je kind. Laat je weer zien en zeg dan “kiekeboe”.
- Leg een doek over het hoofd van je baby. Roep “kiekeboe” of een ander woord telkens hij het doek weghaalt.
- Verstop een koekje of een speelblok onder een slabbetje of een omgekeerde doos. Roep “bravo’ of “oo” telkens je baby het koekje of het blokje er opnieuw onderuit haalt. Tijdens zo’n spel kan je nagaan of je kind al beseft dat een voorwerp dat men niet meer ziet, toch nog aanwezig kan zijn.
Liedjes zingen
- Zing regelmatig hetzelfde liedje met je kind. Aanvankelijk zal hij de melodie herkennen en later ook de woorden.
- Zing regelmatig hetzelfde melodietje, maar met andere klanken: “la la la”, “broem broem”, “hop sa sa”.
- Neurie of fluit een liedje terwijl je samen met je baby schommelt, wiegt of danst.
- Zing een liedje en beweeg de armen van het kind mee op de maat.
Spiegelspelletjes
Ga regelmatig met je baby voor een grote spiegel staan. Je kan hier een vast ritueel van maken, net voor het slapengaan bijvoorbeeld.
- Wijs naar de baby in de spiegel en vraag je kind wie dat is.
- Borstel de haren van je baby voor de spiegel.
- Zwaai met je hand en roep “dag”.
- Hou een popje achter de rug van je baby en maak hiermee bewegingen voor de spiegel.
Tafelspelletjes
Neem je kind op schoot en ga aan tafel zitten.
- Laat hem grijpen naar een blokje, een doosje of een wasknijper.
- Geef hem een houten lepel om op tafel te kloppen.
- Laat je kind grijpen naar een touwtje waaraan je een (onbreekbaar) voorwerp hebt bevestigd, een kartonnen bekertje bijvoorbeeld. Geleidelijk aan beseft je baby dat hij aan het touwtje moet trekken om het voorwerp naar zich toe te trekken.
Samen dingen bekijken
Loop geregeld met je kind op de arm door het huis en de tuin en laat vertrouwde dingen bekijken en betasten:
- een foto
- (niet-giftige) planten
- de radio
- een kastdeurtje dat open en dichtgaat. Praat ondertussen over de dingen die zijn aandacht trekken.
Samen op de vloer
- Een baby die kruipt vindt het heel spannend als je hem achterna kruipt.
- Ga voor je baby zitten. Rol een bal naar hem toe en moedig hem aan om de bal terug te rollen.
- Terwijl je voor je kind zit, kan je ook zijn handjes vastnemen en vragen of hij wil opstaan. Trek je kind niet omhoog vooraleer hij dat zélf kan.