Naast oudercontacten ook kindcontacten: wat zijn de voordelen?
Als je schoolgaande kinderen hebt, ben je er vast mee vertrouwd: het oudercontact. Een gesprekje tussen leerkracht en ouder over het kind. Maar wat vinden de kinderen zelf? Dat kunnen ze kwijt in het kindcontact. Hebben jullie er al een op school?
Wat is een kindcontact?
Op regelmatige basis een oudercontact is belangrijk. Maar misschien nog belangrijker is het om ook de mening van het kind zelf te horen. Niet alleen het rapport of de ontwikkeling kan er besproken worden, maar vooral ook hoe je kind zich voelt op school. Een veilige omgeving en een vertrouwensband tussen leraar en leerling zijn daarvoor cruciale factoren. Dankzij het kindgesprek leert de leerkracht je kind beter kennen en kan je kind ook beter inschatten waar hij staat en wat hij kan.
Hoe ziet een kindcontact eruit?
Vaak wordt een kindcontact gekoppeld aan het rapport of het oudercontact. Op die manier heb je iets concreets om mee verder te gaan. Het moet natuurlijk mogelijk zijn om vooruitgang te bespreken, dus twee keer per jaar een kindcontact organiseren is het minimum.
Zo’n gesprek inplannen vraagt natuurlijk niet alleen tijd, maar ook engagement van beide partijen. Sommige leerkrachten kiezen ervoor om het in te plannen tijdens de lunchpauze. Samen de boterhammen opeten zorgt meteen voor een lossere sfeer en voldoende veiligheid. Het is een goed idee om het gesprek op een informele manier te starten met een onderwerp dat de leerling interessant vindt. Is dat moeilijk? Laat het kind dan een kaartje trekken met mogelijke onderwerpen die het ijs kunnen breken.
Het hoeft uiteraard niet met elke leerling over hetzelfde te gaan. Misschien is het nodig om het rapport grondig te bekijken of stil te staan bij de studiemethode? Het kan ook zijn dat op dat vlak alles vlotjes verloopt, maar dat je merkt dat je leerling zich niet helemaal lekker voelt in de groep. Het belangrijkste van zo’n kindcontact is het dat het een moment is waarop de leerling vrijuit kan praten, waardoor je hem of haar beter leert kennen en gerichter kunt coachen.
Het kindcontact in de praktijk
Juf Joke van Daltonschool De Talentuin in Lummen geeft les in het vijfde en zesde leerjaar en vindt die kindcontacten erg belangrijk. “Ik probeer elke maand een keer samen te zitten met de leerlingen van mijn klas”, vertelt Joke. “Dat kan zijn naar aanleiding van hun resultaten, maar evenzeer om te peilen naar hun motivatie, hun welbevinden of hun gedrag (zowel positief als negatief) in de klas. Ik vind het belangrijk om hun stem te horen en ik merk dat de kinderen hier belang aan hechten. De leerlingen van de derde graad vinden het fijn dat ze gehoord worden en ze gebruiken deze momenten ook om even te ventileren of om hun hart te luchten. Maar ook om even te vertellen over wat hen bezighoudt.”
Kindcontact: hoe gaat het eraan toe?
De gesprekken kunnen op eender welk moment plaatsvinden, aldus Joke. “Vaak gebeurt dat leerlinggestuurd, maar natuurlijk kan het ook naar aanleiding van de rapporten. Ik bespreek het rapport met de leerlingen voor ik het meegeef met de ouders. Ik leg hen uit waarom ik hen voor sommige vakken op een bepaald niveau inschaal en ik vraag hen ook of ze dit zelf ook zo zien. Op die manier leren ze nadenken over hun resultaten.”
Hoelang zo’n gesprek duurt is afhankelijk van het onderwerp. “Soms duurt het een kwartier, soms een halfuur. Dat is afhankelijk van de aard van het gesprek”, zegt Joke. “De kindgesprekken over het rapport duren gemiddeld een kwartier. Kinderen die regelmatig verwikkeld geraken in conflicten proberen we (ikzelf en de zorgcoördinator) wekelijks te spreken. Ook wanneer het goed gaat. We willen hen dan dat klopje op de schouder geven om aan te geven dat ze goed bezig zijn.”
“Ik start meestal met de vraag hoe het met hen gaat.”
“Ik plan het in op lesvrije momenten (tijdens levensbeschouwelijke vakken bijvoorbeeld), tijdens zelfstandig werk, maar ook tijdens de middagpauze als ik geen toezicht heb.
Ik start meestal met de vraag hoe het met hen gaat. Voelen ze zich goed in de klas? Lukt het met de leerstof? Maar ik vraag hen ook vaak hoe zij bepaalde lessen zouden aanpakken. Hebben ze tips voor mij? Wat zou hen motiveren om te leren? Wat hebben ze nodig om op een zelfstandige manier met hun taken aan de slag te gaan? Ik vind het heel belangrijk dat de leerlingen hier hun stem in kunnen laten horen.”
De vele voordelen van een kindcontact
Juf Joke is absoluut voorstander van deze kindgesprekken. “Ik vind deze gesprekken zeer waardevol“, voegt ze toe. “Het geeft mij de mogelijkheid om te polsen naar wat er leeft in de klas (en hier soms al proactief mee aan de slag te gaan), waar de knelpunten zitten, hoe leerlingen leren en hoe ik hen hierin nog meer kan ondersteunen. Daarnaast schept het een band, een vertrouwensband, waar ik de volgende twee schooljaren kan op voortbouwen. Ik zie mijn leerlingen graag en ik wil dat ze dat voelen en dat ze weten dat ik er voor hen ben. Ik ben van mening dat ik meer kan bereiken door met de leerlingen te praten en te vertellen waarom ik iets wel of niet vind kunnen. Met straffen zwaaien of op een autoritaire manier met hen omgaan, werkt niet. Hen laten voelen dat ze gehoord worden wel.”
“Met straffen zwaaien werkt niet, hen laten voelen dat ze gehoord worden wel.”
Niet alleen de juf is fan, ook de leerlingen appreciëren dat ze gehoord worden. “Ik merk dat de leerlingen ook veel waarde hechten aan deze geplande/spontane gesprekken”, zegt Joke. “Ze hebben veel te vertellen en soms willen ze gewoon hun ei kwijt. Ze zitten in een spannende fase van hun leven: de puberteit. Ze zitten met veel vragen, bedenkingen, ze beginnen hun eigen mening te vormen. Dat is soms lastig, en net daarom is het belangrijk dat ze kunnen praten over wat er in hen omgaat.”
Kinderen krijgen inspraak
“Ik geef hen ook inspraak in de klaswerking. Ik laat hen aan het begin van het schooljaar bijvoorbeeld ook zelf de klasafspraken opstellen. Op die manier worden ze meer gedragen. Wij hebben bij ons op school ook een Regenboogbende. Dat is een klasoverstijgende aanpak waarbij we de leerlingen stimuleren om samen te werken, om samen problemen en ruzies aan te pakken, maar vooral om samen veel plezier te maken.”
“De leerlingen van de derde graad vervullen hierin een cruciale rol omdat zij de ‘kapiteins’ zijn van hun groep en daarmee ook het eerste aanspreekpunt. Ze bemiddelen bij ruzies, laten de ruziënde partijen met elkaar in gesprek gaan enzovoort. Ik ondersteun hen hierin, maar we merken dat ze die verantwoordelijkheid wel aankunnen en ook zelf nemen. Ze voeren als het ware eigen kleine kindgesprekken. En dat werkt.”
Meer nieuwtjes uit de klas
- Mijn zoon gaat naar een Brusselse concentratieschool: ‘De naturel waarmee ons ketje die diversiteit omarmt is geweldig’
- Hoogbegaafdheid: Heb ook voor de onderpresteerders!
- Leerkracht in coronatijden: “Dat het een-op-eencontact met ouders wegviel, vond ik best zwaar”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!