Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!
Redactrice Charlotte: “Over die keer dat mijn zoon plots onverdraagzame praat verkondigde”
Redactrice Charlotte is mama van een zoon van 6 en een dochter van 1. Regelmatig pent ze haar persoonlijke verhalen over moederschap en opvoeden met een kleine knipoog neer.
Een straffe uitspraak van m’n zesjarige zoon
“Kinderen opvoeden tot vrije, verdraagzame, vriendelijke, vrolijke vogels: het gaat niet vanzelf. Dat merkte ik deze week toen mijn zoon thuiskwam van school met de overtuigende boodschap: ‘Mama, ik ga geen vriendjes meer knuffelen want anders ben ik een homo.’
Zes jaar, dames en heren. Zes jaar.
Mijn hart viel pijlsnel in mijn schoenen. Welke vreselijke zin rolde daar uit die — voor zover ik weet — onschuldige kindermond?
‘Pardon? Excuseer? Waarom zeg jij dat nu?’ ‘Ja, mama; ze zeggen dat op de speelplaats: als jongens jongens pakken (optillen van de grond) je dan homo bent. En dan lachen ze.’
Oké, nu moeten jullie weten dat ik best een vredelievende persoon ben, maar er een losgeslagen furie in mij zit die meteen ontwaakt bij het horen van zulke uitspraken.
Het gevolg? Een spervuur aan vragen en besluiten: wie heeft dat gezegd? Speel jij met dat kind? Wie zijn zijn ouders? Zit hij naast je in de klas? Je mag daar nooit meer mee spelen! Hij heeft ongelijk! Ik vind dat geen leuk kindje. Ik ga eens met zijn mama en papa praten!
Waarna mijn zoon dichtklapt en er in zijn ogen te lezen staat dat hij mij nooit meer iets zal vertellen.
Parenting skills op dat moment? Niets, nada, noppes. Maar als mama-dramaqueen kan ik mij bij zo’n onrecht niet beheersen en ik gooi dan zélf domweg verwijten richting de ‘schuldige’ op tafel.
De opvoeding van je kind heb je niet volledig in de hand
Het is gewoon zo frustrerend wanneer je beseft dat de opvoeding van je kind niet honderd procent controleerbaar is. Waarom mag ik zijn vriendjes nu zélf niet kiezen of hem inschrijven voor de hobby’s die ík leuk vind? (Alles behalve voetbal, dus.)
Hoe komt het dat hij concludeert dat meisjes niet tegen een bal kunnen shotten, homo zijn plots een verwijt is en onze supercoole cargobike een en al bron van schaamte is omdat één klasgenootje er eens mee lachte?
Mijn kleine jongen, nu al volledig doordrongen van stereotypen, vooroordelen en uiterlijke schijn: ik kan daar oprecht verdrietig om zijn. The peer pressure is real. Maar waarom begint dat al zo vroeg?
Ik sprak erover met een van mijn beste vrienden. Zelf pedagoog en mooi meegenomen: homo. Ik vertelde hem het verhaal en dat ik van plan was om die ouders eens aan te spreken. Hij onderbrak me al vlug en zei dat ik dat vooral níét moest doen.
‘Blijf je enkel focussen op je eigen zoon. Wind er geen doekjes om: ‘homo’ is vandaag jammer genoeg nog stééds een scheldwoord. Maar dat er al jarenlang tégen gestreden wordt, is ook heel belangrijk om mee te geven. Vertel je zoon dat hij hierin kan meehelpen. Dat homo’s moeten blijven strijden om hun gelijke rechten. En wie weet inspireert hij zo ook andere kinderen op dezelfde manier waarop hij eerder deze week werd – ahum – geïnspireerd.’
Parenting skills van die vriend? 10 op 10!
Dus knoopte ik een tweede gesprek aan. Iets van samen tegen onrecht, verdraagzaamheid, iedereen is anders, respect, enzovoort. Het voelde goed aan, zo’n diepzinnig en vooral rustig betoog aan mijn zoon. Op het einde van mijn speech, haalde mijn zoon de schouders op en sprak de gevleugelde woorden: ‘Wat gaan we eten? Ik heb honger!’
Tot zover mijn invloed versus de speelplaats. Al ben ik er zeker van dat de onverzadigbare spons die hij is er toch íéts van heeft opgenomen. Geduldig afwachten, zeker?
Kinderen opvoeden tot vrije, verdraagzame, vriendelijke, vrolijke vogels. Heb ik al gezegd dat het niet vanzelf gaat?”
Zeker ook lezen:
- Redactrice Charlotte: “Over die keer dat ik ook momfluencer wilde zijn”
- Redactrice Charlotte: “Je hoort je helemaal niet op een ‘voorgeschreven manier’ te voelen wanneer je zwanger bent”
- Redactrice Charlotte: “Oh nee, naar de ‘grote school’. Wat als mijn zoon op mij lijkt?”