Mijn Verhaal: Karl werd papa van drie kinderen via een anonieme donor
Toen Karl en zijn vrouw droomden van een baby, bleek dat hij onvruchtbaar was. Karl gaf zijn vrouw de ruimte om de relatie te beëindigen, maar zij wilde samen naar een oplossing zoeken. En zo werden ze samen ouders van drie kinderen via een anonieme donor. Lees hun verhaal.
Dromen van een baby, maar onvruchtbaar zijn
Karl (41): “Toen mijn vrouw An en ik twaalf jaar geleden droomden van een baby, wezen testen uit dat ik onvruchtbaar ben. Ik voelde me schuldig dat ik haar kinderwens niet kon waarmaken en gaf haar de ruimte om onze relatie te beëindigen. Maar An reageerde begripvol: we zouden dit samen oplossen. Omdat kinderloos blijven geen optie was, werden we doorverwezen naar de fertiliteitskliniek.
Op basis van parameters als haarkleur en lengte werd een donor gezocht die bij ons paste en na de tweede inseminatiepoging was An zwanger.
De arts stelde spermadonatie voor als simpele oplossing. Via een spermabank is dat in België anoniem. Helaas was er in die tijd weinig informatie voor wensouders. We kregen een counselor toegewezen die – naast advies – ook goedkeuring moest geven voor de behandeling. Daardoor leek het alsof elke vraag of twijfel van onze kant nadelig kon zijn voor onze beoordeling als wensouder. Het was vooral eenrichtingsverkeer. De counselor stelde óns vragen, maar wij kregen zeer weinig info terug. Ze raadde ons aan een Britse website te consulteren en we kregen een maand om na te denken.
Ik was blij en onzeker tegelijk. Maar toen Bas geboren werd, was ik meteen verliefd op mijn zoon.
Het voelde abstract: waaróver moesten we nadenken? Ondanks de emotionele rollercoaster wilden we er toch voor gaan. Op basis van parameters als haarkleur en lengte werd een donor gezocht die bij ons paste en na de tweede inseminatiepoging was An zwanger. Ik was blij en onzeker tegelijk. Maar toen Bas geboren werd, was ik meteen verliefd op mijn zoon.
Onze omgeving hebben we pas na een jaar ingelicht, alsof we eerst wilden bewijzen dat we goede ouders waren.
Onze omgeving hebben we pas na een jaar ingelicht, alsof we eerst wilden bewijzen dat we goede ouders waren vóór de buitenwereld commentaar kon geven op onze speciale gezinssituatie.
Geen geheimen
Vroeger raadden artsen aan om donatie geheim te houden voor het kind, wat vaak tot boosheid en frustratie leidde als het toch uitkwam. Wij wilden het anders aanpakken. Zodra het enigszins mogelijk was, vertelden we onze zoon hoe ons gezin tot stand gekomen is. Uiteraard kan een peuter het verhaal nog niet plaatsen, maar we wilden vanaf het prille begin de waarheid meegeven om later een vertrouwensbreuk te vermijden.
Het was lastig om de juiste woorden te vinden, maar naarmate Bas groeide, groeide ook ons vertrouwen en voelde het steeds natuurlijker aan. Nadien volgden twee dochters: Sam en Lia. Doordat de inseminatie van Bas zo vlot ging, kregen we nog enkele kansen met hetzelfde donormateriaal. Daardoor hebben Bas, Sam en Lia dezelfde donor. Het geeft hen de kans het ontbrekende stuk in hun verhaal makkelijker in te vullen. Doordat ze alle drie DNA delen, hopen we dat ze de identiteitspuzzel beter kunnen leggen, dat ze bij elkaar dingen herkennen en zich verbonden voelen.
Bas is intussen twaalf en begint vragen te stellen over de man die voor ‘het zaadje’ gezorgd heeft. Hoe zou hij heten? Hoe zou hij eruitzien? Hoewel we er open en eerlijk over praten, kunnen we die vragen niet beantwoorden, want de donor blijft natuurlijk onbekend. In België is al lang sprake van een algemene DNA-databank. Misschien komt er ooit een dag dat ze hem dus tóch kunnen opsporen.
Ik gun hen de kans om te weten te komen wie de donor is, zodat ze antwoorden kunnen vinden.
Ik gun hen de kans om te weten te komen wie de donor is, zodat ze antwoorden kunnen vinden. Natuurlijk ben ik ook bang, maar ik vertrouw erop dat de openheid in onze opvoeding en onze sterke band ervoor zorgen dat mijn positie als vader nooit in het gedrang komt.
Huiskamerbabbels met lotgenoten
Tijdens Ans tweede zwangerschap vroeg Astrid Indekeu ons om deel te nemen aan haar doctoraatsstudie over de beleving van wensouders. Dankzij haar kregen we antwoord op vragen die we nooit hardop gesteld hadden, maar die diep vanbinnen wel aanwezig waren. Zul je liefde voelen voor je kind als je niet de échte vader bent? Hoe reageer je als iemand goedbedoeld vraagt op wie de baby lijkt?
Een mens creëren, daar mag je niet nonchalant mee omspringen. Iedereen heeft het recht om te weten waar hij vandaan komt.
Astrid organiseerde meetings tussen wensouders mét en zonder kinderen. We voelden ons normaler omdat we zagen dat anderen óók vragen hadden. Uit de samenkomsten bleek hoe belangrijk het delen van informatie was. Daarom richtten we met enkele koppels de vzw Donorfamilies op. We organiseren huiskamerbabbels waar mensen terechtkunnen met hun vragen. Nu ik merk dat mijn kinderen zoekend zijn, pleit ik via de vzw voor de opheffing van donoranonimiteit. Een mens creëren, daar mag je niet nonchalant mee omspringen. Iedereen heeft het recht om te weten waar hij vandaan komt.
Van bedreiging naar dankbaarheid
Emotioneel heb ik een hele omwenteling doorgemaakt. Toen de arts spermadonatie voorstelde, voelde dat als een bedreiging.
Vandaag kan ik zeggen dat de donor deel is van ons gezin en dat ik hem dankbaar ben voor mijn drie prachtkinderen. Hij is niet constant in mijn gedachten, maar het besef overvalt me soms, bijvoorbeeld als ik een vader fier hoor vertellen dat hij en zijn kind als twee druppels water op elkaar lijken, wat bij mij onmogelijk is.
Soms merk ik dat wensouders té gefocust zijn op het genetische. Ze concentreren zich vooral op de verschillen en overeenkomsten. Maar het is ook máár de donor.
Toch merk ik dat wensouders soms té gefocust zijn op het genetische. Ze concentreren zich vooral op de verschillen en overeenkomsten. Maar het is ook máár de donor. Het genetische maakt je kind tot wie het is, maar opvoeding kan scherpe kantjes afronden en extra dimensies toevoegen.”
Tekst : Tessa Vanherck