Mijn verhaal: Nele verloor twee kindjes kort na de geboorte
Een kind verliezen, het is de nachtmerrie van iedere ouder. Voor Nele (48) werd deze nachtmerrie werkelijkheid: ze verloor eerst haar zoontje, en daarna haar dochter, allebei kort na de geboorte.
Nele: “ ‘Het gaat niet goed met de baby, het zal een engeltje worden.’ Dat waren de eerste woorden van de kinderarts toen Flor op zeven maanden ter wereld kwam. Hij zou niet lang leven en was al overgebracht naar een universitair ziekenhuis toen ik hem voor het eerst mocht vastnemen. Dat verkrampte lichaampje, die koude plaat waarop hij lag om beademd te worden … Ik had moeite om zijn handje vast te nemen, hem te aaien. Het was alsof Flor mijn kind niet was. De pijn van de spoedkeizersnede voelde ik, maar die andere pijn – mijn kind zou doodgaan – liet ik niet toe.
Pas de volgende ochtend, toen Flor gestorven was, drong het tot me door wat er gebeurd was. En ik wist dat ik die muur die ik rond mij had, niet mocht laten staan. Mijn beste vriendin verloor haar moeder jong en heeft dat twintig jaar lang verdrongen. Ik had gezien wat het deed met een mens om boordevol verdriet te blijven zitten. Omdat ik niet de rest van mijn leven ongelukkig wilde blijven, heb ik mijn armen geopend en gezegd: ‘Laat alles wat moet komen, maar komen.’ En naast een enorm verdriet – een oerverdriet was het – voelde ik tegelijk ook een enorm gevoel van geluk, van verbondenheid met hem, dat niemand me ooit zou kunnen afnemen.
Pas de volgende ochtend, toen Flor gestorven was, drong het tot me door wat er gebeurd was.
We hebben afscheid genomen van hem op kerstavond, met meer dan dertig vrienden in mijn ziekenhuiskamer. Eerst nog wat onwennig, maar dat gevoel verdween al snel. We waren zó trots dat we Flor aan iedereen konden laten zien. Ik heb toen beseft dat de dood een enorm taboe is, maar dat ik er niet bang voor hoef te zijn, dat we deel zijn van een groter geheel. Het is een immens verdriet, maar als je dat durft te voelen, als je de tijd neemt om het toe te laten, dan doorvoel je al die pijn en verdwijnt die na een tijd.
Mijn man Jef beleefde de dood van Flor heel anders. Hij zat elke dag op het kerkhof. We volgden een heel ander parcours, vonden elkaar niet in ons verdriet. We spraken toen af dat we niet zouden gaan slapen zonder dat we gebabbeld en geluisterd hadden, zonder dat we begrepen waar de ander mee zat. Úren hebben wij gepraat, avonden lang. Heel vermoeiend was dat, want we hadden al drie kinderen: Toke was zes, Jan drie en Klaartje twee. Elke dinsdagavond gingen zij naar oma en wij op restaurant. Om te praten, te luisteren en te wenen. Het moet geen gezicht geweest zijn voor die andere mensen. (lacht) Ieder verwerkt zijn verdriet op zijn eigen manier, dat moet je kunnen aanvaarden van elkaar. Dat we dat van elkaar hebben toegestaan, heeft ons er uiteindelijk doorgehaald als koppel.
“Ik was er helemaal gerust in. Flor was een foutje van de natuur, puur toeval. Maar toen ik zeven maanden zwanger was van Marie, voelde ik: dit loopt wéér fout”
We wilden altijd vier kinderen, dus ik was vrij snel opnieuw zwanger. Ik was er helemaal gerust in: Flor was een foutje van de natuur, puur toeval. Het zou ons niet nóg eens overkomen. Tot ik op zeven maanden, net als bij Flor, een vreselijk dikke buik kreeg omdat het kindje te weinig vruchtwater slikte. Toen wist ik: dit loopt weer fout … Achteraf bleek dat zowel Jef als ik een fout hebben op eenzelfde gen. We hadden één kans op de vier om die fout door te geven, dus het was een wonder dat we al drie gezonde kinderen hadden. Marie heeft uiteindelijk drie weken geleefd. Een heel intense periode, maar ik kijk er met warme gevoelens op terug.
We leefden heel erg in het moment, zongen liedjes voor haar, ik legde melk van mijn borst op haar tongetje … allemaal dingen die ik bij Flor niet had kunnen doen. Toen we afscheid namen, waren Jef en ik heel kalm. Ja, er was datzelfde oerverdriet dat ik had gevoeld bij Flor. Maar ik wist dat ik er erdoor zou geraken. Ik heb nooit gedacht: ‘Waarom overkomt ons dit nu twee keer?’ of ‘Hadden de dokters dit niet kunnen zien?’ Dat had geen enkele zin.
Na Maries dood zei mijn beste vriendin: ‘Waarom maak je niet zelf een kistje voor haar?’
Toen Flor stierf, konden we kiezen uit een wit, zwart of roos kistje. Heel afstandelijk. Na Maries dood zei mijn beste vriendin: ‘Waarom maak je niet zelf een kistje voor haar?’ Jef en zijn vader maakten het kistje, mijn ouders de binnenbekleding, Toke schilderde het deksel, Jan en Klaartje versierden samen met de nichtjes en neefjes elk een plaatje voor aan de zijkant. Tijdens Maries afscheidsviering zaten we in een kring rond haar kistje en we werden gezógen naar haar, zo mooi was dat …
Daarom hebben we ‘Karmozijnafscheid’ opgericht, om mee te gaan met mensen die te vroeg afscheid moeten nemen van hun kind. We maken houten kistjes, herinneringsdoosjes, urnetjes en schrijven persoonlijke liedjes. Afscheid nemen van een pasgeboren kindje is zo’n belangrijk moment, niet alleen voor de ouders maar ook voor de omgeving. Als je dat kunt doen met een persoonlijk kistje, dan start je rouwproces al helemaal anders. Ik ben blij dat we andere mensen kunnen helpen bij het afscheid nemen. Ik vóél dat ik dit moet doen. Niet om geld mee te verdienen, wel omdat we zelf ervaren hebben hoe waardevol het is. De dood is ontzettend verdrietig, maar tegelijk heel mooi. Het hoort bij het leven. Dat is het cadeau dat ik kreeg van Flor en Marie.”
Uit: Libelle 46/2020 – Tekst: Annelies Dyck
Lees meer verhalen uit het leven gegrepen:
- Mijn Verhaal: Elke was bewust alleenstaand in verwachting toen ze verliefd werd
- Mijn Verhaal: papa Jonathan wil angststoornissen bespreekbaar maken na het verlies van zijn vrouw
- Mijn verhaal: Sabines dochtertje werd geboren met een open lip