Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!
Vruchtbaarheidsproblemen zetten Mirthes huwelijk serieus op de helling
Wanneer kinderen krijgen moeilijk gaat, en je in een emotionele rollercoaster terechtkomt, kan dat zware gevolgen hebben voor je relatie. Mirthe vertelt hoe moeilijk het was voor haar en haar man Peter.
Hij wilde zo graag papa worden
Mirthe (39): “Ik was al een tijdje single toen ik Peter leerde kennen. Ik had de hoop op een nieuwe liefde in mijn leven al opgegeven, maar bij Peter voelde ik me vanaf dag één heel veilig. Ingewikkelde spelletjes of verleidingstactieken, daar hadden we allebei geen zin in. Gewoon: dit ben ik, take it or leave it. Het werd dat eerste. (lacht)
Na een paar fijne jaren samen begonnen we luidop van kindjes te dromen. Ik wist altijd al dat ik ooit mama wilde worden, en ook Peter koesterde een grote kinderwens. We besloten met de pil te stoppen en de natuur zijn gang te laten gaan. Maar na een jaar ‘oefenen’ tussen de lakens was er nog steeds niets gebeurd. Zelfs toen Peter en ik vaker begonnen te vrijen, bleef een zwangerschap uit. Omdat we ons stilaan zorgen begonnen te maken, gingen we langs bij de gynaecoloog. De resultaten van mijn onderzoeken kwamen gelukkig allemaal positief terug. Dus richtten de artsen zich op Peter, die zich wat onwennig voelde bij al die tests en onderzoeken. Maar op dat moment gingen we er allebei nog van uit dat alles goed zou komen.
Tot we de resultaten van de androloog (mannendokter, n.v.d.r.) terugkregen … Ik zal die dag nooit vergeten. Peter en ik gingen ’s avonds vaak samen in bad, om gezellig bij te babbelen en de dag te overlopen. Net tijdens ons relaxmomentje kregen we telefoon van het ziekenhuis. Een vrouwenstem deelde Peter koudweg mee dat hij volledig onvruchtbaar was, en dus nooit biologische kinderen zou kunnen krijgen. Onze eerste reactie was er een van ongeloof: onmogelijk! Er moest een fout gebeurd zijn bij de onderzoeken. Ondertussen zag ik Peter steeds bleker wegtrekken. Hij wilde zo graag papa worden. Dat die droom nu plots uiteenspatte, zette zijn wereld totaal op zijn kop. Bovendien raakte dat telefoontje hem recht in zijn mannelijke trots: hoe kon het dat alle mannen om hem heen wel die oerkracht bezaten om een kind te maken, en hij niet?”
De medische mallemolen
“Peters onvruchtbaarheid zette ook, langzaam maar zeker, onze relatie op losse schroeven. Plots moesten we allebei leren leven met het idee dat we nooit kinderen van ons twee zouden hebben. Peter en ik waren dan wel een sterk koppel, maar ook twee totaal verschillende mensen, die elk heel anders met dat nieuws omgingen. Peter is eerder stil en teruggetrokken, hij praat niet snel over zijn gevoelens. Terwijl ik net heel sterk de behoefte voelde om mijn onmacht en mijn verdriet te delen. En dan restte ons ook de vraag hoe we met onze kinderwens zouden omgaan: loslaten? Een mannelijke donor? Adoptie? In een mum van tijd ging dat dilemma al onze gesprekken overheersen. Peter wilde resoluut voor een donor gaan, maar ik worstelde met het idee dat ons kindje dan van een andere man zou zijn. Peter begreep mijn twijfels niet, wat leidde tot veel discussies en zelfs wederzijdse verwijten. Het hielp niet dat ook de buitenwereld zich met ons probleem ging bemoeien. Peter had mij ondertussen ten huwelijk gevraagd, maar mijn vrienden probeerden me dat uit het hoofd te praten: ‘Denk toch na, Mirthe. Je bent nog jong genoeg om iemand te vinden die je wél kinderen kan schenken.’
Na veel wikken en wegen besloten Peter en ik om toch voor een spermadonor te gaan. Vanaf dan kwamen we in een ware rollercoaster terecht: ziekenhuisafspraken, ivf-pogingen, hormooninspuitingen … Onze kinderwens, die eens zo intiem en privé voelde, lag nu volledig in handen van een medisch team. Ik kreeg nog een rolletje toebedeeld in dat hele proces, maar Peter kon niet meer dan machteloos aan de zijlijn staan toekijken. Pas na veel mislukte pogingen, en een enkele miskraam, raakte ik eindelijk zwanger. Toen onze zoon Kobe gezond en wel ter wereld kwam, kon ons geluk niet op. Maar veel tijd om daarvan te genieten kregen we niet van de dokter … Die zette ons meteen weer met beide voeten op de grond: ‘Mevrouw, uw eitjes raken stilaan op. Als jullie nog een tweede kind willen, moeten jullie daar nu meteen mee beginnen.’ En dus begon die mallemolen van eindeloze ziekenhuisbezoeken, voorzichtige hoop en botte teleurstelling gewoon weer opnieuw.
“Na een tijd kon ik zelfs de aanblik van onze trouwfoto niet meer verdragen: wie wáren die twee mensen?”
Ook nu raakte ik uiteindelijk zwanger, van een prachtige dochter. Peter en ik dachten dat alles wel in de plooi zou vallen eens onze twee kindjes er waren. Maar daar hadden we ons grondig aan mispakt … Want toen we eindelijk die medische mallemolen vaarwel zeiden, ging onze boot pas echt aan het wankelen. Tot aan de geboorte van onze dochter werden we als koppel geleefd: als we niet aan het werk waren, holden we wel naar een of andere ziekenhuisafspraak. Tijd om bij de dingen stil te staan was er gewoonweg niet, omdat we ons op onze zwangerschapspogingen moesten focussen. Na de geboorte van Lotte was die tijd er plots weer wel. En kwamen die onverwerkte gevoelens van frustratie, machteloosheid en verdriet om onze bijgestelde kinderwens plots weer keihard opzetten. Dat leidde bij ons allebei tot veel onderhuidse spanning, waardoor de sfeer in huis totaal onder nul zakte. Een te kortaf antwoord, een rondslingerende sok … Het minste was dan genoeg om te beginnen ruziën, en de dingen die we elkaar écht verweten naar elkaars hoofd te gooien: dat ik mijn verdriet over het donorverhaal niet met hem kon delen, bijvoorbeeld, omdat hij zo stil was. Of dat ik me eigenlijk gepusht had gevoeld om meteen na Kobe weer voor een tweede kindje te gaan. Het werd zelfs zo erg dat ik de aanblik van onze trouwfoto in de living niet meer kon verdragen: wie wáren die twee mensen? Ik had het gevoel dat Peter en ik allebei zo hard veranderd waren. Pasten we eigenlijk nog wel samen?”
Op zoek naar elkaar
“Op een bepaald moment was onze relatie zo slecht dat Peter en ik op het punt stonden om te scheiden. Door ons voortdurende geruzie konden we ook geen goede ouders meer voor Kobe en Lotte zijn. We wilden absoluut niet dat zij de dupe van onze slechte relatie werden … Dus misschien was het wel gewoon beter als we uit elkaar zouden gaan? Als laatste reddingsboei hebben we uiteindelijk toch besloten om langs te gaan bij een psychiater. Die zal ons vast weer samen kunnen brengen, dacht ik. Maar die man legde de keuze in onze handen: wij moesten zelf als koppel beslissen of we, na die uitputtende rollercoaster om kinderen te krijgen, nog samen verder wilden. Want als de liefde op was, was het ook voor onze kinderen beter om te scheiden.
Ik was woedend, wist niet wat ik hoorde. Tot ik begreep dat hij gelijk had: wilde ik eigenlijk nog vechten voor mijn huwelijk, of was het op? Peter en ik hebben toen besloten om samen aan tafel te gaan zitten, en om elkaar alles te vertellen wat op onze lever lag. Eeuwen geleden leek het wel, dat we nog zo open met elkaar gepraat hadden. Pas nu liet Peter zijn emoties de vrije loop, en vertelde hij over de machteloosheid die hij had gevoeld, de frustraties ook omdat hij zichzelf zo nutteloos voelde. Ik zag hoeveel moeite het hem kostte om dat eindelijk toe te geven, ook voor zichzelf. Maar ook dat hij op een punt was gekomen dat hij alles er wel móést uitgooien. We kwamen tot de conclusie dat we allebei nog steeds met die vruchtbaarheidskwestie worstelden, maar ook: dat we nog altijd veel van elkaar hielden. Nog diezelfde avond hebben we besloten om ons huwelijk een tweede kans te geven. Maar dan moesten we elkaar wel opnieuw leren kennen, én meer tijd voor elkaar inplannen. Tijd om samen te wandelen, te lachen of gewoon, samen aan tafel te zitten.
Die instelling proberen we ook nu, twee jaar later, vast te houden. Maar het blijft keihard werken. In de dagelijkse rush van werk, kinderen en een huishouden hebben we vaak weinig tijd om te praten met elkaar, waardoor oude frustraties zich snel weer kunnen opstapelen. Daarom nemen we nu vaak bewust de tijd om samen aan tafel te zitten en alles uit te spreken wat op onze lever ligt. In het begin voelde dat wat geforceerd aan, maar we merken dat we er anders gewoon niet toe komen om echt met elkaar te praten. Onze relatiecrisis zal nooit helemaal tot het verleden horen. Al was het maar omdat we onze kinderen ooit moeten uitleggen dat papa niet hun biologische vader is. Ik kijk ook niet meer zo onbekommerd vooruit als vroeger. Voorlopig zijn Peter en ik een getrouwd koppel, ja, maar of dat altijd zo zal zijn? Ook op het vlak van seks en intimiteit hebben we nog een lange weg af te leggen, want ook dat deel van onze relatie was ondertussen volledig ondergesneeuwd geraakt.
Toch denk ik dat Peter en ik ook iets waardevols uit die hele episode hebben meegenomen. Onze relatiecrisis heeft ons, noodgedwongen, een inkijk in de diepste, lelijkste hoeken van elkaars ziel gegeven. We weten nu tenminste perfect wat we aan elkaar hebben.”
Tekst: Tessa Van Herck en Margot Kennis
Ook lezen:
- Een onvervulde kinderwens: Jan heeft geen eigen kinderen en vindt dat erg moeilijk
- Mijn verhaal: “Zwanger zijn na verlies, ik wist niet dat het zo moeilijk was”
- Mijn verhaal: Mieke probeerde negen jaar lang zwanger te worden