5 fabels over bedplassen

Bedplassen komt vaker voor dan we denken. Helaas rust er een zeker taboe op dit onderwerp waardoor er heel wat misverstanden de ronde doen. Bedplassende kinderen zouden aandachtzoekers zijn en het probleem zou zich vanzelf wel oplossen. Helaas klopt dat niet. De volgende fabels over bedplassen helpen we bij deze de wereld uit.

Fabel 1: bedplassen gaat vanzelf over

Wetenschappelijke studies tonen aan dat er jaarlijks een aantal bedplassers spontaan droog worden zonder er iets aan te doen. Als je een groep kinderen neemt, zullen er zonder enige vorm van behandeling elk jaar 15% minder bedplassers zijn. Na drie jaar zijn het er al 45% minder. Misschien gebeurt dat bij jouw kind, misschien ook niet. Feit is dat hoe langer je wacht met ingrijpen, hoe zwaarder het probleem gaat wegen. Want wat met logeerpartijtjes en op kamp gaan? Je kind kan er heel onzeker van worden of zelfs last krijgen van faalangst.

Fabel 2: je kind slaapt te diep

Je kind slaapt (te) diep, waardoor het brein geen seintje om te plassen doorgeeft. Klopt ook niet. Er zijn genoeg kinderen die diep slapen, niet wakker worden voor een plas en toch niet in bed plassen. Vanaf ongeveer vier jaar zou een gezonde blaas het een nacht moeten kunnen volhouden. Kinderen die bedplassen, slapen dus even diep als kinderen die niet bedplassen. Bedplassen heeft niets te maken met diep slapen: bedplassende kinderen plassen in elke slaapfase. Het kind dat bedplast heeft vaak een probleem met zijn interne alarmklok. De signalen die de volle blaas uitzendt, zijn niet sterk genoeg of het kind wordt er niet wakker van en de blaas ledigt zich onbewust tijdens de slaap.

Fabel 3: Het is een roep om aandacht

Het kind dat bedplast heeft vaak een vertekend zelfbeeld, maar dit is het gevolg van het bedplassen en niet de oorzaak. Het kind plast niet opzettelijk in zijn bed. Meestal kan het er niets aan doen dat het ’s nachts nog niet droog is. Een positieve benadering is heel belangrijk. Ga je kind nooit straffen omwille van het bedplassen. We herhalen: nooit! Het bedplassen kan een symptoom zijn van een hele hoop gezondheidsproblemen, waaronder urineweginfecties, nierziekten en het endocriene systeem, die de urineproductie verhogen. Zodra je het probleem bij je kinderarts voorlegt, zal de urine van je kind onderzocht worden op deze aandoeningen. Het bedplassen kan ook worden veroorzaakt door bepaalde lichamelijke problemen rondom de blaas of constipatie. Kortom: het probleem kan zeker een medische achtergrond hebben en is in ieder geval géén gedragsprobleem.

Fabel 4: Je kind drinkt ’s avonds te veel

De meeste schoolkinderen drinken te weinig tijdens de schooluren. Als ze thuiskomen, drinken ze grote hoeveelheden, omdat ze dan hun dorst moeten lessen. Dit verkeerde drinkpatroon kan het bedplassen bevorderen. Een goede raad: zorg ervoor dat het kind overdag veel drinkt. Door voldoende te drinken overdag zal het kind ’s avonds een beperkt dorstgevoel hebben, waardoor het drinken ’s avonds makkelijker beperkt kan worden. Eén glas water leegdrinken is voldoende om bij een kind de blaas volledig te vullen! Drinken verbieden heeft geen zin. Opgelet: het drinken van koolzuurhoudende dranken bevordert het bedplassen. Deze dranken bevatten een stof waardoor de nieren gestimuleerd worden om meer urine te produceren.

Fabel 5: De blaas is onderontwikkeld

De blaas is nog onrijp of onderontwikkeld? Nee hoor. Bedplassen bij kinderen van vier jaar of ouder heeft niets te maken met de rijping/ontwikkeling van de blaas. Kinderen met dit probleem hebben vaak een kleinere blaas dan hun leeftijdsgenoten, maar zéker geen zwakkere.

Bronnen: Droge nachten, UZ Leuven

Lees ook:

• 10 veelgestelde vragen over bedplassen
• Doorbreek het taboe rond bedplassen
• Wanneer is je kind klaar voor een groot bed? Herken de vijf signalen

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!