kind met autisme
©GettyImages

Autisme bij kinderen: wat is het precies, en kloppen de vooroordelen?

Autisme is onzichtbaar en heeft tegelijkertijd vele gezichten. Elk persoon met autisme is uniek. Omdat autisme zich zo verscheiden en met verschillende intensiteiten toont, is het voor ouders van kinderen met autisme niet altijd makkelijk.

Wat is autisme?

Autisme is een aangeboren ontwikkelingsstoornis; kinderen met autisme verwerken de informatie die via de zintuigen binnenkomt op een andere manier. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor de ontwikkeling op diverse gebieden: taal, waarneming, denken, motoriek, …

De kenmerken van autisme

  • Kinderen met autisme hebben het moeilijk om met andere mensen om te gaan;
  • Ze ondervinden moeilijkheden en beperkingen in de communicatie;
  • Ze hebben moeite met verbeelding, waardoor ze soms stroef denken en handelen.

Peter Vermeulen, pedagoog bij Autisme Centraal en expert op het vlak van autisme, licht toe: “Autisme is niet het enige wat kinderen met autisme typeert. Ze hebben elk hun eigen persoonlijkheid, hun eigen temperament. Ze zijn veel meer dan hun autisme, al beïnvloedt het wel hun hele bestaan en dat van hun omgeving. Maar hoe verschillend ze voor de rest ook zijn: de bovenstaande drie kenmerken delen alle mensen met autisme.”

Autismespectrumstoornis

Autisme komt bij elke persoon op een unieke manier tot uiting. Het tijdperk van de vele vermeende vormen van autisme is achter de rug. Er zijn zoveel uitingsvormen van autisme als er kleurschakeringen zijn in het licht. Vandaar dat we, net als bij het licht, van een spectrum speken: ‘autismespectrumstoornis’ (ASS) is de overkoepelende term.

Tekorten maar ook sterktes!

Autisme is meer dan een lijstje met tekortkomingen. Voorbeelden van sterktes bij kinderen met autisme kunnen zijn:

  • een uitstekend geheugen voor feiten en data
  • uitstekend technisch lezen
  • oog voor details
  • uitmuntende visueel-ruimtelijke vaardigheden
  • omgaan met zaken die logisch en voorspelbaar zijn, zoals techniek
  • volhouden tot iets volledig afgewerkt is
  • zin voor perfectie, systematiek en orde
  • rechtvaardigheidsgevoel en eerlijkheid
  • objectiviteit

Voor het gevoel van eigenwaarde en het zelfvertrouwen van je kind met autisme is het erg belangrijk dat je ook oog hebt voor deze sterke kanten en er iets nuttigs mee probeert te doen.

10 vooroordelen over autisme

Over autisme circuleren heel wat vooroordelen. Wij gingen ook hiervoor te rade bij Peter Vermeulen.

  1. Kinderen met autisme worden niet graag aangeraakt

“Ja en neen. Ze houden niet van aanrakingen als ze onvoorspelbaar zijn of als ze ze niet kunnen plaatsen. Dit kan hen angstig maken. Maar er zijn net zo goed kinderen met autisme die ontzettend graag knuffelen. Over het algemeen verkiezen ze harde en herkenbare aanrakingen boven lichte en subtiele.”

  1. Kinderen met autisme vermijden alle oogcontact

“Er zijn inderdaad heel wat kinderen met autisme die oogcontact vermijden, maar dat is dan een strategie om beter te kunnen luisteren naar wat je zegt. Het heeft niets te maken met sociaal contact. Om goed te kunnen luisteren naar wat je zegt, schakelen ze het visuele kanaal uit. Als je een gesprek met een kind met autisme hebt, kun je ook best nooit tegenover elkaar zitten. In een hoek van 90 graden is beter.”

  1. Kinderen met autisme hebben moeite met eten

“Bij sommigen kinderen kun je inderdaad over eetproblemen spreken. Het gaat dan om de zintuiglijke elementen: ze houden niet van bepaalde texturen, de geur is te sterk of het eten is te warm of te koud. Anderen hebben geen hongergevoel, geen dorst of geen verzadigingsgevoel.”

  1. Kinderen met autisme kunnen geen vrienden maken

“Het is alvast moeilijk. Nog moeilijker is het om vriendschappen te onderhouden. Het vooroordeel ligt in het feit dat ze geen vrienden ‘willen’. Ze willen het echt maar ze weten niet hoe ze het moeten aanpakken. Ze beseffen dat ze als ze vrienden willen, ze met hen moeten praten, samen spelen, … maar ze weten niet hoe ze die kennis moeten omzetten in de praktijk. Vriendschapsregels zijn voor hen te vaag.”

  1. Kinderen met autisme kunnen niet liegen

“Natuurlijk kunnen ze liegen, maar ze zijn geen goede leugenaars. Je doorziet hen veel sneller dan kinderen zonder autisme. Met leugentjes om bestwil, de zogenaamde sociale leugen, hebben ze het wel moeilijk. Want: wanneer mag het wel? Wanneer niet? Dan kom je weer in het vak van onduidelijkheden.”

  1. Kinderen met autisme kunnen niet zonder routine

“Klopt. Maar kinderen zonder autisme ook niet. Het is wel zo dat kinderen met autisme sterker vasthangen aan routines en er meer last van hebben als ze veranderen. Routines zijn rustpunten in een wereld die heel wisselend is; ze brengen rust in het hoofd. Voor ouders van kinderen met autisme is het goed dat ze veel bewuster routines inbouwen. Als je merkt dat er genoeg rust is, kun je bewust wel eens van een routine afwijken.”

  1. Kinderen met autisme hebben een obsessie voor één ding

“Een obsessie zou ik het niet noemen. Een passie wel. Ze kunnen wel verschillende interesses hebben, maar het is meestal wel beperkter dan bij kinderen zonder autisme. De interesses zijn ook veel specifieker. Waar een kind zonder autisme interesse heeft in dieren, zal een kind met autisme eerder interesse hebben in insecten of in uitgestorven dieren. De boodschap is om daar het beste uit te halen.”

  1. Kinderen met autisme hebben oog voor het allerkleinste detail

“Uit recent onderzoek blijkt dat dit niet klopt niet. Het is wel zo dat ze details opmerken die kinderen zonder autisme niet opmerken, maar dat is omdat andere kinderen onderscheid kunnen maken tussen wat er op dat moment relevant is en wat niet. Kinderen met autisme kunnen dat onderscheid niet maken.”

  1. Kinderen met autisme verliezen de controle als er ook maar iets ongeplands gebeurt

“Bij veel kinderen met autisme is dat het geval, omdat ze nog niet geleerd hebben om ermee om te gaan. De boodschap naar de ouders toe is hier duidelijk communiceren. Stel dat er iets onverwachts gebeurt: je ging met je kind zwemmen maar dat kan nu niet doorgaan omdat oma plots is opgenomen in het ziekenhuis. Leg hen dan duidelijk uit dat jullie niet kunnen gaan zwemmen en waarom. Zeg hen dat jullie nu in de plaats op bezoek gaan bij oma. Om hen toch een stukje controle te geven, raden we aan een ‘goed gevoel-rugzakje’ te maken, zodat je kinderen altijd iets vertrouwds bij hen hebben. Daar kan vanalles inzitten: een boekje, knuffel, een foto, een stressbal, … alles wat hen op dat moment een goed gevoel kan geven.”

  1. Kinderen met autisme hebben een laag of net heel hoog IQ

“Klopt niet. Autisme komt voor op alle begaafdheidsniveaus. Zowel laag, gemiddeld als hoog. Een IQ zegt op zich heel weinig. Kinderen met autisme hebben een ongelijk ontwikkelingsprofiel. Ze kunnen op één gebied heel erg slim zijn maar op een ander gebied dan weer totaal niet. Daardoor worden ze zowel onder- als overschat.”

 Bronnen: Mijn kind heeft autisme, Peter Vermeulen en Steven Degrieck – www.autismecentraal.com

Boekentips:

1

Opvoeden & autisme, een inspiratiegids voor ouders, Greet Lambrechts, Hannah Boonen, Ilse Noens, Jarymke Maljaars, Karla van Leeuwen, Lotte van Esch, Yoni Peeters – € 20,55 – Shop hier.

Lees ook:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."