Peuterpuberteit: waarom het goed is dat je kind rebelleert
Je kind wordt twee? Oh jee, daar komt die ’terrible two’-fase: emoties à volonté dus. En ‘nee’ lijkt wel het enige woord dat je peuter nog kent. Om gek van te worden? Misschien, maar toch heeft al die dwarsliggerij ook wel degelijk een functie. Hieronder kom je te weten hoe je best omgaat met peuterpuberteit.
Peuterpuberteit: wat is het?
In de periode van anderhalf tot vier jaar maakt je peuter een grote verandering door: hij ontdekt zijn eigen persoontje en het feit dat hij als die ‘aparte’ persoon een invloed op zijn omgeving uitoefent: op zijn ouders, grootouders, verzorgsters in de crèche. Je peuter zal dan ook niet nalaten die invloed uit te testen: hij zal voortdurend de grenzen van het mogelijke aftasten. Hoe ver kan hij zijn eigen willetje doordrijven? Hoe reageren mensen als hij iets niet wil? Alledaagse dingen die eerst vanzelf gingen, zoals de schoentjes aandoen of eten, stoten nu op heel wat verzet. ‘Nee’ wordt het favoriete woord van je kleuter.
Ikke, ikke, ikke
Nog een veelvoorkomend fenomeen: je kind zal zichzelf soms niet meer gewoon bij z’n eigen naam noemen, maar voortdurend verwijzen naar ‘ik’. Op die manier wil hij ook voor jou in de verf zetten dat hij een apart persoon is met een eigen wil.
Dat willetje kan bij heel wat ouders al eens voor wat grijze haren zorgen, maar eigenlijk is het erg goed dat je kind dit doet: door deze vervelende ‘nee’-fase te doorlopen, ontwikkelt je peuter zelfstandigheid. Hij beseft voor het eerst dat hij zelf beslissingen kan nemen en dingen kan gaan ondernemen. Op die manier verklaart hij gaandeweg zijn onafhankelijkheid aan jou als ouder, en dat is alleen maar goed.
Driftbuien en grenzen
Naast een gezonde zelfstandigheid opwerpen, kan je peuter tijdens deze levensfase ook al eens in een aardige driftbui schieten. Ook dat heeft weer met het aftasten van grenzen te maken. Je peuter loopt in deze fase immers ook voor het eerst tegen zijn persoonlijke limieten aan:
- lichamelijke grenzen: bv. het lukt hem niet om alleen zijn jas aan te doen
- verstandelijke grenzen: hij begrijpt je niet als je iets aan het uitleggen bent of hij begrijpt niet waarom een bepaald spelletje zus of zo in elkaar zit
- grenzen die anderen hem opleggen: jij die hem zegt dat hij nú iets moet doen of dat hij iets niet mag
Omdat je kleuter nog op een constructieve manier moeten leren omgaan met die grenzen, kan die botsing al eens ontaarden in een stevig driftbuitje. Soms wil je peuter meer dan hij al kan of mag, of voelt hij een sterke drang om zelfstandig te zijn bij zaken die je hem nog niet kan toelaten. Dit zal je kind frustreren, wat dan weer kan ontaarden in boos of driftig gedrag: zo kan je kind al eens huilend op de grond van de supermarkt neerzakken of in hysterisch huilen uitbarsten, omdat hij z’n appel niet zelf mag schillen.
Peuterpuberteit: hoe je daar als ouder mee omgaat?
Pick your battles
Enerzijds kun je proberen die momentjes van frustratie bij je peuter te voorkomen door je er op voorhand van bewust te zijn. Gaan jullie een spelletje spelen, maar besef je dat er dingen zijn die nog te moeilijk voor hem zijn? Laat die dan ook bewust links liggen en ga voor een makkelijker alternatief.
Niet alles willen oplossen
Toch moet je ook niet alles voor je peuter willen oplossen of ontwijken: het is namelijk ook erg belangrijk dat hij leert omgaan met frustratie en beperkingen, omdat die nu eenmaal bij het leven horen. Is er ruimte om je kind even door de woede heen te laten gaan, geef hem dan ook zeker de kans hiermee te oefenen. Wat gebeurt er als ik iets niet kan of iets niet mag? En is dat dan per se zo erg?
Ook een goed idee: help je kind door het proces van frustratie zonder dat je zijn probleem voor hem oplost. Zie je hem bijvoorbeeld sukkelen met een taak en merk je de eerste signalen van irritatie op: geef hem dan een paar aanwijzingen om het toch open te krijgen. Goed voor zijn frustratietolerantie, maar ook voor zijn zelfvertrouwen.
Geef niet altijd toe
Soms zijn grenzen natuurlijk ook gewoon grenzen: om je kind niet te laten uitgroeien tot een volwassene die het gewoon is altijd zijn zin te krijgen, is het belangrijk om als ouder voet bij stuk te houden als dat nodig is. Als mama of papa ‘nee’ zegt, is het ook nee. Wees daarin consequent en geef niet te snel toe omdat je kind maar blijft jammeren en huilen.
Bovendien heeft je kind ook baat bij de grenzen die je hem stelt: als hij duidelijk weet wat er mag en niet mag, creëert dat voor hem een overzichtelijk en afgebakend territorium waarbinnen hij wel volop kan gaan experimenteren.
Hier kun je meer lezen over het belang van grenzen voor je kind en over hoe je die als ouder best kunt stellen.
Peuterpuberteit is een teken van een warme en veilige band
Tot slot nog dit: vertoont je peuter in de crèche wel nog redelijk normaal en aanvaardbaar gedrag en is het bij jou al ‘nee’ en driftbuien die de klok slaan, dan kan je dat als ouder met een vervelend gevoel opzadelen.
Toch is dat eigenlijk net een goed teken: dat je peuter bij jou aan het experimenteren slaat, betekent dat hij zich bij jou het veiligst voelt. Net omdat hij met jou zo’n goede en warme band heeft, durft hij bij jou als ‘proefkonijn’ te gebruiken voor zijn weg naar zelfstandigheid. Bij jou vertrouwt hij er immers op dat zelfs als hij ‘stout’ is, dat er dan nog niet voor zal zorgen dat je hem niet meer graag zult zien.
Meer lezen over opvoeding:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!