Inbakeren, hoe doe je dat?
Heeft jouw kindje last van slapeloosheid, prikkelbaarheid, of vermoeidheid? Dan is inbakeren misschien wel dé oplossing…
Waarom inbakeren?
Heeft jouw kindje moeite om zelf in slaap te vallen, of neigt hij alleen maar hazenslaapjes te doen? Is hij snel overprikkeld, of huilt hij veel zonder reden? Dit zou kunnen wijzen op een kindje die moeilijkheden heeft met het wennen aan ‘vrijheid’. Hij mist zijn warme vertrouwde omgeving, in de buik.
Een oplossing kan dan zijn je kindje in te bakeren. Dit is je kind wikkelen in doeken, zodat die terug lekker ‘ingepakt’ zit. Denk nu niet dat dit dé oplossing is. Het is een weg naar de oplossing. Je moet een vast (slaap)patroon opbouwen met je baby. Stilaan, zal je de doek losser moeten maken, overstappen op een slaap- of bakerzak, en er uiteindelijk mee ophouden. Dit doe je het beste rond een leeftijd van zes maanden. Oudere kinderen gaan ingebakerd al sneller naar hun buik draaien. Het risico op wiegendood wordt daarmee ook groter.
Het is aan te raden, eerst na te gaan wat precies je baby’s onrust veroorzaakt. Denken dat het met het inbakeren allemaal zal opgelost zijn, is naief. Er kan ook een probleem met de voeding zijn. Slaap- en eetgewoonten hangen nauw samen. Ga ook eerst altijd langs bij de pediater of vraag raad aan je vroedvrouw. Misschien is er een medisch probleem, waardoor je baby moeilijk slaapt.
Vraag de dokter ook of er medische redenen zijn waarom je jouw kindje niet zou mogen inwikkelen. Ben je goed geïnformeerd, dan kan je aan de slag. Koop een bakerdoek in een babywinkel. Zo weet je meteen zeker dat je de juiste grootte en het gepaste materiaal hebt.
Inbakeren vereist wel enige kennis en toepassing op de correcte manier. Er zijn veel verschillende inbakermethodes, afhankelijk van cultuur en land. De methode die in onze regio’s het meest gebruikt wordt, licht Laurence De Backer, vroedvrouw en lactatiekundige, toe.
“Gestrekte armpjes naast het lichaam en de doek in twee fasen omwilkkelen. Eerst een kant en dan de andere. Dit geeft effectief rust en vermijdt schrikken en wakker worden in de slaap. Het biedt een ‘geborgen’ gevoel van de veilige schoot of arm. Het is ook goed voor lichaamswarmte. Als het met een fijne doek wordt gedaan, imperatief katoen, dan gaat het lichaam niet oververhitten mar eerder constant blijven. Oudere baby’s gaan rollen en draaien en dat is niet altijd veilig meer. Het is effectief maar veilig voor baby’s tot 6 maanden.”
Gebruik de bakerdoek op de correcte manier :
- Pak je kind vanaf de schouders tot en met de voetjes in. De onderkant moet dus gesloten zijn.
- Bij losse doeken, gebruik je er twee.
- Armpjes, worden mee ingepakt, en moeten vrijwel gestrekt zijn.
- Het doek moet goed aansluiten, zodat je bengel zich niet kan loswringen. Let wel op. Er is een verschil tussen aansluiten, en afspannen!
- De stof mag niet voor het mondje kunnen opstropen.
- De baby moet voldoende ruimte hebben aan de beentjes voor ‘kikkerstand’.
- Leg je baby op zijn rug, altijd.
- Vanaf vijf maanden ga je het inbakeren afbouwen.
- De nieuwe doek enkele keren wassen, alvorens gebruik, zodat die luchtiger wordt en beter vocht zal opnemen.
Lijkt de bakermethode zijn vruchten af te werpen, maar hervalt je baby de eerste week al opnieuw? Blijf bij je schema van eten-inbakeren-slapen-…
Slaapt je baby nu meer dan ooit? Let dan wel op dat hij geen maaltijden gaat overslaan.