Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!
Mijn verhaal: Christine kreeg borstkanker terwijl ze bezig was met ivf
“Ik zat in de wachtzaal van oncologie en bleef maar denken dat ik op de verkeerde afdeling was. Ik moest toch in de fertiliteitskliniek zijn?”
Christine (43): “Ik lijd aan een zeldzame, chronische ziekte die ik met één kans op twee zou doorgeven aan mijn kinderen. Ik heb dus altijd gedacht dat mama worden er voor mij niet in zat. Tot bleek dat ik mijn aandoening genetisch kon uitsluiten als ik zwanger werd via ivf. Dat inzicht veranderde alles. Hoe meer ik erover sprak, hoe enthousiaster ook mijn vriend en zijn twee kinderen werden, en op mijn 38ste begon ik aan het fertiliteitstraject.
Helaas verliep dat helemaal anders dan ik had gehoopt. Niet alleen mijn medische aandoening speelde me parten, ik kampte intussen ook met een verlaagde vruchtbaarheid. Pas bij de vierde poging raakte ik zwanger. Jammer genoeg kreeg ik kort daarna een miskraam, maar ik had even gevoeld hoe het was om in verwachting te zijn en dat gaf me de moed om door te zetten.
Opgeven was echt geen optie voor mij. Bij de vijfde poging werd ik opnieuw zwanger. Het was een jongetje en alles leek goed te gaan, maar zo halverwege mijn zwangerschap bleek er toch iets mis met ons kindje. Hij had te veel vocht in zijn lijfje en door een ernstige chromosomale afwijking ontwikkelde hij slecht. Onze wereld stond stil. Er volgden een reeks onderzoeken en moeilijke gesprekken, maar de artsen waren duidelijk: mijn zwangerschap moest afgebroken worden. Intussen voelde ik de baby in mijn buik, ik kon het niet geloven.
Op 1 februari 2017 beviel ik van een jongetje van 550 gram. Ons zoontje Cas was nog heel erg klein, maar ik kon wel zien dat hij de mond van zijn papa had. Dat mensen zo’n vroege bevalling minimaliseren doet me erg pijn. Hoe klein dat hummeltje ook was, ik beviel wel van een echt kindje. Cas bleef nog een tijdje bij ons op de kamer. Ik had het moment oneindig willen laten duren, maar ik wist dat dat niet kon. Mijn zoontje afgeven was verschrikkelijk, het was de zwaarste dag van mijn leven.
De arts zag meteen op de echografie van mijn borst dat er iets ernstig mis was en de mammografie bevestigde het verdict. Ik had borstkanker.
De dagen en weken daarna probeerden we ons leven verder te zetten. Terwijl we nadachten over hoe het nu verder moest met onze kinderwens, voelde ik een knobbeltje in m’n borst. Ik had het eerder al eens gevoeld, maar toen stelde de radioloog me gerust. Deze keer liep het anders. De arts zag meteen op de echografie van mijn borst dat er iets ernstig mis was en de mammografie bevestigde het verdict. Ik had borstkanker.
Het knobbeltje was intussen een tumor van 7 cm groot. De artsen vertelden meteen waar ik voor stond. Er zou een zware chemobehandeling volgen en mijn kinderwens kon ik voorgoed vergeten. Ik was enorm in de war, het klopte allemaal niet. Ik zat in de wachtzaal van oncologie en bleef maar denken dat ik in de verkeerde kliniek was. Ik moest toch in de fertiliteitskliniek zijn?
Mijn eerste chemokuur kreeg ik amper vijf maanden nadat we afscheid hadden moeten nemen van Cas. Ik zat nog volop in diepe rouw, mijn verdriet was immens. Toch kon ik de klik maken. Ik wist dat ik zou moeten vechten voor mijn leven en ontdekte dat ik sterker was dan ik dacht. Ik kreeg veel steun van familie en vrienden en werd begeleid door een diëtiste, een psycholoog en een seksuoloog. De chemo zorgde wel voor wat bijwerkingen. Ik stond bijna elke dag op met een bloedneus en ik kampte met een ultradroge huid en gewrichtspijnen. Gelukkig had ik nog voldoende energie om te gaan wandelen en Spaanse les te blijven volgen. Dat waren mijn lichtpuntjes tussen alle medische problemen door.
Mijn eerste chemokuur kreeg ik amper vijf maanden nadat we afscheid hadden moeten nemen van Cas.
Uiteindelijk werd mijn borst geamputeerd, maar de leegte in mijn buik deed me veel meer verdriet dan de leegte in mijn decolleté. Ik vond het mentaal makkelijker om kanker te overwinnen dan om mijn zoontje te moeten afgeven. Intussen ben ik genezen verklaard, maar het ivf-traject moest ik voorgoed uit mijn hoofd zetten en ik word nog steeds angstig bij elke controle.
Ik heb me lang een pechmagneet gevoeld en zat bijna te wachten op het volgende dat me zou overkomen. Zo maakte ik mijn leven erg moeilijk. Ik probeer nu zo veel mogelijk stil te staan bij wat wel allemaal goed gaat. Om futiliteiten kan ik me in ieder geval niet meer druk maken. Vooruitblikken vind ik nog erg moeilijk, ik leef nu veel meer van dag tot dag. Jammer genoeg is mijn geloof in de maakbaarheid van het leven volledig weg. Het idee dat alles in orde komt als je maar hard genoeg je best doet … dat klopt gewoon niet.
Toch maken mijn vriend en ik heel voorzichtig nieuwe plannen. We gaan binnenkort verhuizen, daar kijk ik echt naar uit. Mijn verlangen naar een eigen kindje zal altijd blijven, maar ik ben realistisch. We denken na over alternatieven. We zijn een geëngageerd koppel en in de jeugdzorg zijn heel veel noden. Ik hoop dat we daarin onze plek nog zullen vinden, dat lijkt me een mooi perspectief voor de toekomst.”
Tekst: Evy Kempenaers
Meer verhalen uit het leven gegrepen:
- Mijn verhaal: Yenka heeft een eenhoornige baarmoeder en kinderen krijgen is niet evident
- Mijn verhaal: Eva was zwanger van een downkindje
- Mijn verhaal: Charlottes dochter heeft een zware allergie