kinderopvang
Getty Images

In de kinderopvang: ‘Zes kindjes per begeleider is voor ons het maximum, maar financieel is het een slechte zet’

Er leeft de laatste tijd heel wat rond kinderopvang. De wantoestanden in het Gentse kinderdagverblijf ‘t Sloeberhuisje gonzen nog na terwijl iedereen zich afvraagt hoe het zo ver kon komen. Anderzijds trekken verschillende kinderverzorgsters aan de alarmbel tijdens betogingen. We vroegen aan begeleidster Carry van kinderdagverblijf ’t Knuffeltje hoe zij haar job vandaag beleeft. “We snijden in ons eigen vel door voor ‘slechts’ zes kindjes per begeleider te zorgen, maar we bewaken bewust het welzijn van de kindjes én onze eigen draagkracht.”

Carry (33) is al 12 jaar actief als kinderbegeleidster. Ze werkt in crèche ’t Knuffeltje in Meerdonk. In het kinderdagverblijf worden 29 kindjes opgevangen met zes begeleidsters. Ze heeft zelf een dochter en twee pluskinderen.

Een liefde voor kleintjes

Carry: “Al toen ik zelf nog een kind was, deed ik niets liever dan met kleintjes spelen en hen verzorgen. Ik merk nu bij mijn plusdochter dat ze datzelfde heeft. Voor kinderopvang moet je in de wieg gelegd zijn, want anders hou je het niet vol. Nog altijd denken buitenstaanders en zelfs ouders dat we een hele dag een beetje spelen met die kinderen. Terwijl iedereen die ooit een baby had, toch goed weet hoeveel dat zorg van je vraagt?

Naast de zorg, met drie eetmomenten, gemiddeld vier propere luiers en dutjes, organiseren we elke dag enkele activiteiten om grotere kindjes te prikkelen. Ik heb geen idee hoe je dat klaarspeelt als je voor negen baby’s en peuters zorgt. In onze opvang kiezen we heel bewust om gemiddeld vijf à zes kinderen per begeleider op te vangen. Iemand entertaint een grotere groep peuters, waardoor we regelmatig een-op-een met de allerkleinsten kunnen bezig zijn. Maar financieel is het geen slimme zet. En kinderopvang is al onderbetaald.”

Administratieve wirwar

Carry: “Onze dag is sowieso erg intensief. Daarbovenop komt ’s avonds een immense administratie, die je bovendien niet kunt laten liggen. Facturen en attesten, mailverkeer met ouders, flexibele opvangschema’s inplannen… Dat moet allemaal meteen opgevolgd worden.

Goedgevulde mappen met inschrijvingsbewijzen en verslagen van teammomenten zijn vandaag de maatstaf bij controles. Ik zie niet hoe die de kwaliteit van onze zorg aantonen.

Die noodzakelijke administratie overleef ik wel, maar het allermoeilijkste aan de job vind ik dat er zo’n wirwar aan instanties en verplichtingen bestaat. Je moet al heel moedig zijn om met een kinderdagverblijf te willen starten.

Het FAVV (dat instaat voor de voedselveiligheid), Kind en Gezin en de zorginspectie leggen allemaal  een hele batterij regels op. Veel wetgeving begrijp ik heel goed. Hygiëne is natuurlijk erg belangrijk in onze voedselbereiding.

Maar goedgevulde mappen met inschrijvingsbewijzen en verslagen van teammomenten zijn vandaag de maatstaf bij controles. Ik zie niet hoe die de kwaliteit van onze zorg aantonen. Vroeger werden we bij een controle gevolgd terwijl we kindjes verzorgden. Men ging door onze ruimtes. Dat was best spannend, maar dat is naar mijn mening de enige manier om eventuele mistoestanden te ontdekken.

Door de coronacrisis worden inspecties nog minder op die manier gehouden. Ik hoop dat die klepel terugslaat.

We kregen bij een controle feedback op ons gebruik van verkleinwoorden. Dat daar reactie op komt, terwijl gevallen van kindermishandeling ondertussen niet ontdekt worden, is wel heel straf.

Bepaalde commentaren zijn ook absurd. We kregen bij een controle feedback op verkleinwoorden. Die moet je inderdaad niet de hele tijd gebruiken bij jonge kinderen. Maar dat daar reactie op komt, terwijl gevallen van kindermishandeling ondertussen niet ontdekt worden, is wel heel straf.”

Geen centrale instantie

“Er ontbreekt bovendien één centrale instantie waar je alle voorwaarden en regels kunt terugvinden en vooral voor starters is dat bijzonder moeilijk. Zelf hebben wij in ons nieuwe pand nog last minute breekwerken moeten doen voor meer natuurlijk daglicht in een van de ruimtes. Godzijdank wilde de eigenaar van het gebouw dat voor ons doen.

Maar voor een onthaalmoeder die kinderen in haar eigen huis opvangt, bestaat die regel zelfs niet. Daarnaast hebben kinderopvangen met inkomenstarief viermaal meer subsidies dan wij.”

Één groot gezin

Carry: “Ik blijf het een heel mooi beroep vinden. We zien kinderen soms meer opgroeien dan de ouders zelf en staan net zo verwonderd te kijken bij al die eerste keertjes, tot ook wij ze moeten loslaten om naar school te gaan. Ik vind het goed dat er steeds meer aandacht is voor de opleiding van kinderverzorging. Maar de essentie is intens en tegelijk simpel. We dragen zorg voor één groot gezin, alsof het onze eigen kinderen zijn. Om mama te worden moet je toch ook geen opleiding volgen?

Ik geloof zeker in de meerwaarde van bacheloropleidingen rond pedagogie bij heel kleine kindjes. Maar voor hoger geschoolde krachten blijft de slechte betaling een struikelblok.

Als je die 6 000 vacatures in de kinderopvang wilt invullen, moeten die regels logischer en rechtvaardiger, met een betere vergoeding.

We hebben wel heel veel aan onze pedagogische ondersteuner van leden@vaart, een ondersteuningsorganisatie voor kinderopvang. Die heeft me door de coronaregels geholpen en ondersteunt gelukkig bij administratieve vragen of problemen in het team.

Maar als je die 6 000 vacatures in de kinderopvang wilt invullen, moeten die regels logischer en rechtvaardiger, met een betere vergoeding. Alleen zo wordt het ondergewaardeerde beroep van kinderbegeleider aantrekkelijker.”

Kinder- en jeugdpsychiater Binu Singh over grote groepen in kinderopvang:

“Het is jammer dat het financieel zo moeilijk is om voor minder kindjes per begeleider te kiezen. Zelf ben ik grote voorstander. De pedagogische medewerker kan veel beter inspelen op de noden van de kinderen. Voor baby’s en peuters is het essentieel dat ze veel liefde en nabijheid krijgen. Eén begeleider per negen kindjes maakt dat haast onmogelijk. Dat gaat niet enkel om liefde, maar ook om stressregulering. En we weten allemaal hoe ongezond stress is.

Stress aanvoelen

Als een begeleider erg onder druk staat, heeft dat een negatieve impact op het kind. Enerzijds voelt het kind die stress aan. Anderzijds is het noodzakelijk dat een begeleider de kans krijgt steeds in te spelen op de stress van kindjes zelf.

Een baby ervaart stress als hij bijvoorbeeld honger heeft of nood heeft aan nabijheid. Omdat de begeleider de kans krijgt hierop snel te reageren en de baby geeft wat die nodig heeft, daalt het stressniveau van de baby.

Zo leert het kind dat een omgeving te vertrouwen is en dat er gezorgd zal worden als hij het aangeeft. Op die manier voelt een kind hoe stress gereguleerd wordt. Later, op oudere leeftijd, stelt dat het kind in staat om zelf zijn stress te reguleren. Goede zorgen zijn daarom niet enkel belangrijk in die beginfase, ze zijn ook mee verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het kind en bepalen mee hoe veerkrachtig het kind later in het leven zal staan.”

Wie meer wil weten over hoe je je eigen noden als moeder of die van je kind tegemoet kunt komen, dan is het webinar van dr. Singh zeker een aanrader.

Webinar ‘Door de ogen van het kind’, op 22 april om 20 uur. Meer info vind je hier: https://dr-binu-singh.webinargeek.com/door-de-ogen-van-het-kind.

En lees zeker ook het interview met Binu Singh in Libelle 21 van 26 mei.

MEER OVER DE ONTWIKKELING VAN JE KINDJE:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."