Allereerste schooldag
© Getty Images

Die allereerste schooldag: ook redactrice én mama Lisa moest erdoor

Het is onvergetelijk wanneer je kind voor het eerst naar school gaat. Redactrice Lisa kan zich nog maar al te goed herinneren wat er vorig jaar door haar heenging, toen het ook voor haar zover was. Een bloemlezing in zeven herkenbare gedachten. Tekst: Lisa Gabriëls

Zeven herkenbare gedachten van een mama op de allereerste schooldag.

“Op de speelplaats denk je dan: ‘nog één knuffeltje en dan zal ze stoppen met huilen.’ Doe. Het. Niet.

Voor kinderen moet ‘de klas’ een vreemd concept zijn. Om de zoveel weken verdween een vriendje uit de crèche van mijn dochter. Om nooit meer terug te komen. “Naar de klas”, zeiden wij dan enthousiast. “En binnenkort is het aan jou!” ’t Zou het scenario van een horrorfilm kunnen zijn en jammer genoeg bleek het in het begin voor onze dochter – en in het verlengde ook voor ons – ook zo te zijn. Ouders die er nu voor staan: maak je geen zorgen, ’t komt allemaal goed. Maar die eerste weken liep ik vooral rond met deze zeven gedachten. 

  1. Wat the hell is er hier aan de hand?

Na de verplichte foto voor de voordeur – lachen! – vertrokken mijn man, Millie en ik met goede moed naar school. Eenmaal daar kwamen we aan op een ontplofte speelplaats, bezaaid met kinderen in alle staten van bewustzijn. Euforisch gillend, stuiterend tegen de muren van opwinding of ontroostbaar huilend: qua emoties was het erger dan een kampvuur van Temptation Island. We deinsden een stapje achteruit. “Dit is nu De Klas, Millie.” Ons schijnbaar emotioneel stabiele kind keek geïnteresseerd rond. Geen vuiltje aan de lucht. En wij fier, natuurlijk. Dat hele schoolgebeuren is overroepen. Tot we moesten vertrekken. Dát had Millie niet zien komen en ze begon hartverscheurend te huilen. Mijn man porde me aan. “We moeten weg.” Ik negeerde hem. Waar moest zij dan naartoe? In deze chaos? In deze wirwar van ledematen die de hare niet zijn? Intussen waren er zeker tien kinderen aan het huilen en probeerden ouders hen wanhopig van hun benen te pellen. De juf spoorde ons opnieuw aan te vertrekken. “De korte pijn, dat is beter”, zei ze. Millie had haar nagels in mijn benen gezet. Er was gekrijs, getrek en het breken van kinder- en moederharten. En dan stonden we buiten en begon ook ik te huilen. Ik had me voorbereid op emoties, maar niet op dit. 

  1. Wat doen wij ons kind aan?

Twee en een half jaar doe je er alles aan om je kind ‘veilig te laten hechten’, zoals ze dat zo mooi noemen. Vertrouwen geven en krijgen, in de buurt zijn, liefhebben en troosten als er verdriet is. Ik had die eerste dagen op school het gevoel dat ik die twee en een half jaar in de vuilbak had gekieperd. Waarom doe ik mijn dochter iets aan dat zo tegennatuurlijk aanvoelt? Zou ze nu denken dat ik haar voor altijd verlaten heb? In Nederland gaan kinderen pas op hun vier jaar naar school, díé hebben het bij het rechte eind. 

  1. Thuisonderwijs, dát is de oplossing

Het was allemaal de schuld van de school, besloot ik. De speelplaats met glijbaantjes en speelhuisjes, die ons zo had gecharmeerd bij ons eerste bezoek, was veranderd in een doolhof van gevaren. “Als Millie valt achter het speelhuisje, dan vindt niemand haar óóit terug”, riep ik licht hysterisch. “Dan ligt ze daar een héle dag!” Thuisonderwijs leek me plots het allerbeste idee en ik zocht zelfs op wanneer de leerplicht start. Vanaf zes jaar, maar dat vond ik toch ook wat te lang. Wat doet een moeder die zich machteloos voelt? Die probeert het probleem tóch op te lossen. De dag zelf was Millie al ingeschreven op een andere school. Voor het jaar erop, weliswaar. Maar ik had het gevoel dat ik íéts gedaan had. Achteraf bekeken compleet waanzinnig, maar goed.

  1. Hoe komt het dat er hier moeders zijn die níét huilen?

Millie heeft een tijdlang elke dag gehuild als ik haar naar school bracht. En behalve het feit dat ik het vreselijk vond om mijn kind zo te zien, vond ik het ook vreselijk zelf zo kwetsbaar te zijn. Dat ik de eerste dag een traantje liet, dat vonden de andere moeders nog normaal. Maar naarmate de weken vorderden, begonnen zij ’s ochtends te keuvelen en lachen, terwijl ik alleen maar mijn tranen kon verbijten en mijn krijsende kind van mijn nek kon pellen. Ik had het gevoel dat ik elke ochtend, sowieso al niet mijn beste moment, met mijn hart bloot over de speelplaats liep. Dat gevoel van diepe kwetsbaarheid heeft geduurd tot ik één moeder vond die het ook moeilijk had. Elke ochtend zagen we elkaar en konden we even delen hoe het met ons was. Dat heeft ons allebei geholpen. Ik weet nu dat ik die kwetsbaarheid niet had moeten verstoppen, maar koesteren. Omdat het alles met liefde te maken heeft.

  1. Waarom heeft de juf een ander kind vast dan het mijne?

Na enkele weken kwam er beterschap. Millie huilde niet meer élke ochtend, vooral als ze aan de schoolpoort een juf die ze kende een handje mocht geven. Nog nooit heb ik het zo jammer gevonden dat een mens maar twee handen heeft. Gelukkig heeft een juf ook tien vingers en kunnen er daar zeker acht van gebruikt worden met een minimum aan ontwrichting. Na een paar maanden had Millie zelfs een favoriete juf, en ik dus ook. Als zij er stond, dan liep Millie vrolijk op haar af, sprong in haar armen en zwaaide me blij uit. Mijn eerste gedachte als ik opstond was dan ook: please, laat Juf An aan de schoolpoort staan. Ik werd de stalkende moeder die een beetje bij de konijntjes rondhing, elke steen in de muur besprak of extreem traag het rugzakje van haar dochter nakeek tot zij op de speelplaats verscheen. En ik schaam me niet om te zeggen dat ik een steek van jaloezie voelde als ze een ander kindje in haar armen had. Oké, ik schaam me wel, maar niet genoeg om niet gewoon mijn kind in haar andere arm te proppen. Da-haag, Millie! Zwaai, zwaai!

  1. Nog één knuffeltje, dan zal het beter gaan.

Doe. Het. Niet. Daar hebben de juffen gelijk in. Hoe langer je het afscheid rekt, hoe erger het wordt. Ik heb één keer de fout gemaakt Millies handje nog even vast te nemen als afscheid, nadat ik haar al aan de juf had overhandigd. Als een vleesetende bloem omsloot ze mijn hand, om hem nooit meer los te laten. Ik moest mij lostrekken, de juf moest haar kalmeren: de rustige situatie veranderde in één klap in een chaos met snot en tranen. Ik heb het daarna nooit meer gedaan.

  1. Komt het ooit goed?

Jawel, dit verhaal eindigt gelukkig goed. Zoals elk verhaal van een kind dat voor het eerst naar de klas gaat. Als moeder denk je dat je kind de hele dag huilt, maar die kleine geniepigaard is na tien minuten gewoon vrolijk aan het spelen. Mijn dochter vond de instapklas geweldig. Ze vond de juffen geweldig. Ze maakte vriendinnetjes, zong elke dag liedjes en droeg met trots haar rugzakje. Elke ochtend maakte ze een drama, maar van andere mama’s hoorde ik dat ze haar alleen maar lachend over de speelplaats zagen stuiteren. Ik hou mijn hart vast voor volgend schooljaar, in een andere school, maar weet nu wel dat het wel goedkomt. Met tijd en boterhammen, een favoriete juf en een heleboel koekjes.

Nog meer voorbereiden op september?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."