Thomas Detombe (34) is journalist, Libelle Mama-columnist en papa van Lucas (2,5) en baby Theo. Over wat het jonge vaderschap met hem en zijn gevoelsleven doet, schrijft hij voor jullie openhartig en onverbloemd neer.
Die ochtend aan de schoolpoort droeg Lucas geen broek. In een spannende boxershort liep hij de speelplaats op, gaf een van de juffen dapper een hand en wandelde zo naar zijn klas. Geen idee hoeveel kinderen, ouders en juffen zijn aandoenlijk mollige, half ontblote billen opmerkten. Ik had alleszins niets in de gaten. Zo gejaagd was ik.
Sinds de geboorte van Theo vergt het tonnen overtuigingskracht om Lucas naar school te krijgen. Meestal begin ik al een halfuur vóór we moeten vertrekken met onderhandelen.
“Nu kijken we samen nog één filmpje, daarna gaan we naar het klasje”, stel ik zo zelfverzekerd mogelijk. “Ik wil niet naar klasje”, repliceert hij. “Waarom niet?”, probeer ik in zijn hoofd te kijken. “Ik weet het niet, wil jij het vertellen?” “Ik weet het ook niet jongen, maar alle kindjes gaan naar het klasje vandaag. Het is daar superleuk: je kunt er spelen in het ballenbad. De juf verwacht jou. Zomaar thuisblijven kan toch niet?” Lucas zijn korte antwoord: “Jawel, thuisblijven bij mama en papa en Theo.”
“Meestal begin ik al een halfuur vóór we moeten vertrekken met onderhandelen”
Zo pingpongen we minutenlang door. Een doodlopend dovemansgesprek. Als ik alle pedagogisch verantwoorde middelen heb opgebruikt, wijst de klok al 8.40 uur aan. Stress! Vóór 9 uur moet hij door die schoolpoort en het is ongeveer 15 minuten fietsen, afhankelijk van hoe de wind staat.
Noodgedwongen schakel ik een versnelling hoger. “Lucas, als je nu niet meekomt, vertrekt papa alleen naar het klasje”, oreer ik ferm terwijl ik het schuifraam open. “Nee, nee, nee, Papa, nee!”, roept hij in paniek. “Ik wil eerst nog kijken in de brooddoos en een rozijntje eten en een toren bouwen en dán zullen we vertrekken.”
“Nee, nee nee”, roep ik op mijn beurt! “Dat gaat niet, het is al veel te laat, straks sluit het klasje, en kunnen we niet meer binnen. We moeten voortmaken!” Touché, ik lijk z’n aandacht te vangen. “Gaat het klasje dichtgaan, papa? (korte denkpauze) Maar ik wi-hil niet!” Hij loopt terug naar z’n speelhoek en verschanst zich achter de zetel.
“Oké. Je krijgt één rozijntje, Lucas”, geef ik finaal toe. “Maar dan zijn we weg, hé.” Voor ik het goed en wel besef grabbelt hij drie grote rozijnen uit de pot (hij is dol op rozijnen) en steekt ze snel in z’n mond. Ik voel me verslagen. Hij lacht schalks.
Ook in de tuin stribbelt hij nog flink tegen. “Ik wil zélf fietsen”, protesteert hij terwijl hij op het zadel van z’n loopfietsje klimt. “Nee, Lucas, dat is veel te ver, meekomen!” Met een laatste krachtinspanning til ik hem met loopfiets en al in de grote fietskar waarmee ik hem dagelijks naar school breng. Hij wil z’n tweewieler niet lossen. Ik ruk ze onder luid geschreeuw uit z’n handen.
“Ik voel me verslagen. Hij lacht schalks”
Onderweg moet ik driemaal stoppen omdat hij z’n veiligheidsgordel losmaakt. De fietskar incasseert wilde boze trappen en gebrul. Ik probeer er niet op te focussen en duw stevig door, de klokt tikt onverbiddelijk. Als we het grote schoolgebouw naderen, kalmeert hij enigszins. Dat is nodig, want daar klinkt de bel al. De laatste meters verlopen verrassend vlot. Hij stapt uit, geeft me een haastige knuffel en wandelt naar de dichtstbijzijnde juf die hem naar z’n klasje begeleidt. Twee seconden later gaat de schoolpoort toe. Ik zie hem nog even omkijken, er plakt een stuk rozijn aan een van z’n onderste tanden. Die kleine duivel. Leeggezogen en overstuur fiets ik terug naar huis.
Enkele uren later pikken Emma en ikzelf Lucas op. We wandelen over de drukke speelplaats. Onze zoon zit naast z’n vriendje Bas op de bank onder het grote afdak. Als Lucas me ziet, schiet hij uit de startblokken. Onze oudste scheert z’n klasgenoten en juf rakelings voorbij. Enkele meters voor hij ons bereikt, moet hij een keuze maken: mama of papa. Ondanks het drama van vanochtend is het vandaag mijn beurt: Lucas vliegt me om de hals.
“Ik zie hem nog even omkijken, er plakt een stuk rozijn aan een van z’n onderste tanden”
“Je hebt zo’n mooie broek aan?”, polst Emma vragend. “Is die wel van ons?” Bezorgd gaat ze even met de juf praten. Ik zie de broek ook en denk net zoals Emma dat hij een ongelukje had. Bas en zijn mama passeren ons intussen en feliciteren me met pasgeboren Theo. Tussen de koetjes en kalfjes door hoor ik Emma nogal luid in de lach schieten. Ze staat even verderop bij de juf. Iets met zijn broek, vang ik op.
“Heb jij hem geen broek aangedaan deze ochtend?”, vraagt ze me kort daarna. Oei, denk ik. Wat…? “Ze hebben hem een reservebroek van school moeten aantrekken. Hij stak de speelplaats over in boxershort.” M’n brein knettert. Ik begrijp er niets van. “Hoe kán zoiets nu?”, grinnikt Emma verbaasd. “Zie je dat niet als hij zonder broek de deur uitgaat?” Er schemert ook wat gêne door in haar stem. Tja. Ondanks alles zag hij er deze ochtend goed uit vond ik. Strak in het pak, klaar voor een zomerse dag.
‘s Avonds leg ik zijn broek duidelijk zichtbaar op de keukentafel. Vóór we morgenochtend vertrekken, moet die broek aan. Willen of niet!
Meer columns van Thomas:
- Papa-talk: “De eerste echte ontmoeting met zijn kleine broer komt voor Lucas duidelijk als een schok”
- Papa talk: “’Ik zie hem, ik zie hem! Hij heeft zwarte haartjes’, huil ik”
- Papa talk: “Als hij op zijn loopfiets springt, zie ik ons samen cols beklimmen. Bladeren we door een boekje, dan hoop ik dat hij een lezer wordt”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!