autoritatieve opvoeding
Getty Images

Autoritatieve opvoeding: wat is dat?

Een pak voor je broek is een no go, de time-out is op z’n retour en het beloningssysteem blijkt ook niet heilig. Hoe disciplineer je je kinderen anno 2020 dan wél?

Twijfelen is normaal

Nog geen veertig jaar geleden vonden we het de normaalste zaak van de wereld om een kind dat niet luisterde een klets op de poep te geven, tegenwoordig is dat – terecht- not done. Nadien werd de time-out populair door de tv-nanny Jo Frost, maar ook dat kwam snel in opspraak. Het kind zou zich bij een time-out niet gehoord voelen. Geen wonder dat veel ouders soms zich verward voelen. Want hoe leer je je kinderen dan welk gedrag wel of niet gewaardeerd wordt? En vooral: welke aanpak werkt het best of is de juiste?

Autoritair? Nee, autoritatief!

Deskundigen zijn het in se allemaal met elkaar eens: een autoritatieve opvoedingsstijl – niet te verwarren met de autoritaire! – is de gulden middenweg.

Lenny Van Rosmalen, docent opvoedingsvoorlichting: “Autoritatief opvoeden staat voor warmte bieden aan je kind binnen een kader van duidelijke en rustig gecommuniceerde regels.

Sensitief reageren

Het is daarbij belangrijk om goed naar je kind te kijken en je reactie daarop af te stemmen. We noemen dat ook wel ‘sensitief reageren’. Probeer aan te voelen wat je kind nodig heeft. En accepteer je kind ook zoals het is. Dan geven de regels je kind veiligheid en bieden ze jou een kader waarbij je je prettig voelt. Zie het als een hek: ze kunnen er wel even aan rammelen, maar als het stevig staat, voelt dat veilig.”

Wetenschappelijk onderbouwd

“De autoritatieve opvoedingsstijl is wereldwijd onderzocht en lijkt het minst tot probleemgedrag bij kinderen te leiden, ook als ze ouder zijn. Ander opvoedadvies is vaak gebaseerd op persoonlijke overtuigingen en mist wetenschappelijke onderbouwing.

Het ís ook moeilijk om gedegen wetenschappelijk onderzoek te doen naar opvoeding, vooral bij jonge kinderen. Plus: ieder kind is anders, dus er is ook niet één standaard opvoedmethode. Misschien wordt de autoritatieve stijl over een paar jaar ook onderuitgehaald, maar voorlopig lijkt het toch de meest wenselijke weg.”

Een luisterend oor

Tischa Neve, kinderpsycholoog en opvoedkundige, gelooft ook in empathisch reageren op het kind en samen tot oplossingen komen. Zonder straffen of belonen!

“Je ziet nog steeds vaak dat ouders dreigen met sancties zoals een time-out of iets afpakken. Maar inmiddels is onderzocht dat straffen op langere termijn niet werkt. Als de ouders niet in de buurt zijn en er dus geen sancties dreigen, doen kinderen net wat niet mag. Omdat het nog interessanter is geworden en omdat ze niet hebben geleerd waaróm het niet mag. Ze hebben alleen geleerd om te gehoorzamen, zonder erover na te denken.

Met straffen zeg je eigenlijk: ik ben de baas en je moet doen wat ik zeg. Terwijl je uiteindelijk liever wil dat je kind begrijpt waarom bepaald gedrag niet wenselijk is. Je wil dat hij leert respectvol met anderen om te gaan, luistert en empathie ontwikkelt, maar ook ergens tegenin durft te gaan.

Straffen doet iets met de relatie met je kind: het kan voor angst en een gevoel van afwijzing zorgen. En anders dan je misschien hoopt, gaat een kind tijdens zo’n time-out echt niet zitten denken wat hij volgende keer beter kan doen.

Ontdek wat achter het gedrag zit

Bovendien zit er volgens Neve altijd iets achter het ‘wangedrag’ van je kind, net als bij volwassenen. “Als je partner gefrustreerd thuiskomt van zijn werk en bits doet, ga je hem ook niet straffen. Dan reageer je empathisch, met een luisterend oor. Of je gunt hem even rust en kijkt naar zijn behoeften. Een kind kan net zo goed met onhebbelijk gedrag laten zien dat hij iets nodig heeft: aandacht of hulp.

Dat kan heel goed zonder te straffen. Ik noem dat ‘liefdevol begrenzen’ en zeg liever ‘afspraakjes’ dan ‘regels’. Een regel leg je op, een afspraak maak je samen. Praat met je kind over zijn en jouw behoeftes en neem beide even serieus. Dan los je samen heel veel op.”

Samenwerken werkt

Maar opgelet: samen een oplossing zoeken is iets anders dan oeverloos onderhandelen.

Bij hele kleine kinderen helpt het vaak al als je ze een keuze geeft: zet jij de iPad uit of doe ik het? Doen we het over vijf tellen of over tien? Dat is ook samen een oplossing zoeken.

Kinderen ouder dan drie zijn verbaal alweer sterker. Met hen kun je heel goed overleggen. Als het eten klaar is, zeg je bijvoorbeeld: “Het eten is warm en mama zou het fijn vinden als je nu komt.” Vindt het kind het jammer dat hij zijn filmpje dan niet kan afkijken, dan vraag je: “Hoe lossen we dit op?” Dreigen of afpakken hoeft niet, er is altijd wel een gezamenlijke oplossing te bedenken. Vaak komt het kind er zelf mee: “We zetten het op pauze.”

Prima, toch?

Eerste hulp bij driftbuien

Neve: “Het belangrijkst is dat je er in alle rust bent voor je kind. Verwoord de emotie, verwoord wat hij wil en hoe dat komt. Dan voelt hij zich begrepen en dat helpt. Als mijn zoontje driftig is in de supermarkt, concentreer ik me helemaal op hem. En niet op de omstanders en hun eventuele meningen, hoe moeilijk dat ook is.

Ik bedenk wat er achter zijn gedrag zit: moeheid, weinig aandacht gehad, iets graag willen… Als ik daarbij stilsta, kom ik tot rust en kan ik gerichter reageren. “Je wil graag snoepjes hebben, hé? Die snoepjes zijn inderdaad lekker, maar ze staan niet op ons lijstje. Dus we kopen ze vandaag niet. Daar mag je best even boos over zijn.” Zo zoek je de samenwerking in plaats van controle.

Niet zonder moeite

Grootste nadeel van de autoritatieve opvoedingsstijl?  Je moet steeds dingen uitleggen en ook nog eens vragen naar hoe je kind de dingen ervaart, waardoor die aanpak je best wel tijd en energie kost.

Maar langs de andere kant: die opvoedstijl zou volgens wetenschappelijk onderzoek wel de meest stabiele kinderen voortbrengen. Deze kinderen leren zich zowel aan anderen aan te passen, als hun eigen belangen op een goede manier te verdedigen.

Correctie versus connectie

Ga dus niet straffen of dreigen, maar zoek liever naar verbinding met je kind. Een voorbeeld:

Correctie = “Als je nu niet meewerkt, krijg je straks geen verhaaltje voor het slapengaan!”

Resultaat = het kind werkt mee uit angst dat hem iets wordt ontnomen.

Connectie = “Als je nu niet meewerkt is er straks geen tijd meer voor een verhaaltje. Want je kent ons afspraakje: we gaan slapen om half acht.”

Resultaat = het kind is uit zichzelf gemotiveerd om mee te werken, want hij begrijpt de afspraak. Geen straf of dreigement, maar een rustige uiteenzetting van de feiten met een logisch gevolg.

Tips voor de praktijk

Er zijn genoeg situaties waarin je de autoritatieve stijl kunt toepassen. En dan is het handig als je volgende inzichten in je achterhoofd houdt:

Naar de winkel

Jij wil naar de winkel, maar je peuter wil niet mee.

In plaats van te zeggen ‘we gaan toch’, kun je ook kijken wat je peuter wél wil. Misschien wil hij wel mee op zijn loopfiets. Of vindt hij het leuk om een boodschappenlijstje mee te nemen waarop hij mag afstrepen wat jullie kopen. Of wil hij gewoon eerst even zijn tekening afmaken.

In de keuken

Jij wil graag koken, maar je kind wil met je spelen.

Als je dan zegt dat je geen tijd hebt, is de kans groot dat hij om aandacht blijft vragen en jij geïrriteerd raakt. Je kunt ook kijken hoe je aan beide behoeften kunt voldoen. Misschien wil hij je wel helpen met groenten wassen. Of misschien vindt hij het leuk om naast je op de grond een toren tot aan het aanrecht te bouwen. Of misschien kan hij zich verstoppen en kun je tussen het koken door af en toe even zoeken. Dat kost wat tijd, maar het scheelt je negatieve emoties die waarschijnlijk op lange termijn nog méér tijd en energie vergen.

Zwaartekracht

Je kind laat spaghetti op de grond vallen.

In plaats van hem te straffen, kun je je ook afvragen waarom hij dat doet. Zwaartekracht is bijvoorbeeld heel interessant voor een kleuter. Zeg dan: “Ik zie dat je het leuk vindt als iets valt, maar zullen we dat doen met de blokken?” Zo zoek je een alternatief dat aan zijn én jouw behoeften voldoet.

Meedelen

In plaats van ‘je moet nu je tanden poetsen’, of ‘kom je je tanden poetsen?’, waarop al eens een ‘nee’ kan volgen, helpt het vaak als je zegt: ‘Je mag nu je tanden komen poetsen.’

Boos zijn

Als een kind boos is, zegt en doet het dingen die het eigenlijk helemaal niet wil. Op zo’n moment wil je kind niet leren. Zeg dan bijvoorbeeld: “Je moet wel heel boos zijn dat je zulke onaardige dingen tegen me zegt” of “Je bent heel boos, maar ik laat jou jezelf of anderen geen pijn doen, ik hou je hand vast.” Kind weer rustig? Dan kun je het er nog even over hebben.

Gelukt!

In plaats van ‘goed zo’ kun je ook zeggen: ‘Het is je gelukt!’.

(Tekst: Eva van Dorst-Smit voor Zappy Ouders)

 

Lees ook:

 

 

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."