Daarom geloven kinderen in monsters
Moet jij ’s avonds ook de hele kinderkamer checken op mogelijke monsters onder het bed en achter de gordijnen? Voor ons lijkt het een beetje aanstellerij, maar kinderen geloven écht in monsters. Waarom?
Fantasie en werkelijkheid
Bij kinderen tot een jaar of zeven loopt fantasie en werkelijkheid nog door elkaar. Alles wat in hun hoofd mogelijk lijkt te zijn, kan wat hen betreft ook in de echte wereld gebeuren. Bovendien hebben ze nog niet zoveel oog voor fysieke verhoudingen (vb. als een spin door het afvoergaatje kan wegspoelen, kan ik dat ook). Deze fantasie is natuurlijk de ideale bron voor creativiteit en plezier maar ook van angst dus.
In bed
Kinderen die gaan slapen, zijn plots helemaal alleen met hun gedachten, gevoelens en angsten. Het is dus niet verwonderlijk dat ze ineens schaduwen zien die er niet zijn of monsters horen grommen onder het bed. Moet je dan voor het slapengaan samen met hen op monsterjacht gaan? Geen goed idee, want zo laat je hen geloven dat monsters en spoken echt bestaan. Beter is het om uit te leggen dat het geen spoken zijn, maar schaduwen en dat de grommende monsters gewoon de gierende wind is.
Meer fantasie dan vroeger
Amerikaans onderzoek heeft aangetoond dat kinderen steeds meer fantasie krijgen door ons steeds complexere samenleving. Een kind met veel fantasie zal bijvoorbeeld sneller oplossingen bedenken in de echte wereld. Wetenschappers raden ouders dan ook aan om de fantasie van hun kind zoveel mogelijk te stimuleren.
Bron: Ouders van nu
LEES OOK
Zo hou je die nachtmerries buiten