Groeien in taal
Welke taal kies ik best voor de opvoeding van mijn kind? Stuur ik mijn kind naar een Nederlandstalige of Franstalige school? Hoe kan ik de taalontwikkeling van mijn kind stimuleren?
Hoe kan ik de taalontwikkeling van mijn kind stimuleren? Is het een goed idee om mijn kind in verschillende talen op te voeden? En hoe doe ik dat dan?
Dit zijn slechts enkele vragen waar vele ouders van jonge kinderen mee geconfronteerd worden, zeker in een multiculturele smeltkroes als Brussel. Het Huis van het Nederlands Brussel wil de ouders een handje helpen en lanceert daarom ‘Groeien in taal’, een groeimeter voor kinderen én voor hun ouders.
Met ‘Groeien in taal’ richt het Huis van het Nederlands Brussel zich in de eerste plaats tot ouders van kinderen tussen 0 en 3 jaar. In die leeftijdsperiode moeten de ouders beslissingen nemen die een grote invloed hebben op de toekomst van hun kind. Het Huis van het Nederlands wil hen informeren en helpen bij de taalkeuze voor hun kinderen én voor henzelf. Een taal leren vergt immers grote inspanningen. Hoe beter je als ouder je kind kan ondersteunen, hoe vlotter de taalontwikkeling verloopt.
Op de groeimeter vinden de ouders allerhande tips om met taal aan de slag te gaan. De centrale thema’s zijn: thuistaal, schooltaal en kiezen voor het Nederlands.
Welke taal/talen zullen we thuis met ons kind spreken? Deze keuze is lang niet altijd evident. Via de groeimeter worden de ouders aangespoord om die taal te gebruiken waarmee ze zelf het best vertrouwd zijn. Verhalen lezen, liedjes zingen of versjes opzeggen is immers niet vanzelfsprekend in een vreemde taal. Bovendien is een goede ontwikkeling van de moedertaal een belangrijke stap om later vlot andere talen te kunnen leren.
Meertalig opvoeden is perfect mogelijk, maar als de thuistaal niet dezelfde is als de schooltaal, wordt er wel best gezocht naar andere mogelijkheden om de kinderen ook buiten de school met Nederlands in contact te brengen. De groeimeter geeft hiervoor concrete tips.
Om de ouders zo vroeg mogelijk te bereiken wordt de groeimeter verspreid via de consultatiebureaus van Kind&Gezin en de kinderdagverblijven.