Zo ondersteun je risicovol spelen
Je moederhart slaat regelmatig een tel over als je peuter of kleuter in de zetel klautert, een heuvel afholt of voor het eerst op de openbare weg fietst. Moeten we alle risico’s bij het spelen vermijden? Eigenlijk niet. Risicovol spelen en risico’s leren inschatten, het hoort bij opgroeien. We geven enkele tips om je kleintje met een gerust hart op ontdekking te sturen.
Kinderen zelf aanleren met risico’s om te gaan
Van zodra je baby sluipt, kruipt en zich rechttrekt, gaat er een heel nieuwe wereld voor hen open. Helaas ook een wereld vol risico’s, waardoor je ze werkelijk altijd in de gaten moet houden. De scherpe hoek van de tafel, je keukenschaar, de steile trap, het loopfietsje waarop je uk naar jouw gevoel veel te veel vaart maakt: moeten we die risico’s allemaal vermijden?
Als je alle risico’s probeert weg te nemen, ontneem je kinderen meteen ook de kans om zelf met risico’s om te gaan. Als mama kun je het nauwelijks geloven, maar ook jonge kinderen zijn in staat om met jouw ondersteuning risico’s te overwinnen. Zo groeit hun inschattingsvermogen en zelfvertrouwen. Hoe ondersteun je risicovol spelen het best?
Pedagogen onderscheiden acht vormen van risicovol spelen.
1. Risicovol spelen op hoogte
Voorbeelden van spelen op hoogte:
- Kruipen, klimmen en klauteren over verhoogjes, grote voorwerpen, een klimrek, tafel, boomstam of rots
- Balanceren op muurtjes, blokken of speeltoestellen
- Springen van een trapje of stoel
- Hangen en schommelen op hoogte
Speel- en leerkansen
Het leuke voor je kind? De wereld ziet er van daarboven helemaal anders uit. Kinderen hebben er meer overzicht en voelen zich groter. Bovendien oefent een kind zijn grove motoriek. Spelen op hoogte verbetert zijn evenwicht, coördinatie en dieptezicht.
Veilig aanbieden doe je zo
- Ook al lijkt het eng, sta je kind zo veel mogelijk toe om op hoogte te exploreren. Laat hem (soms) op (bepaalde) meubels klimmen en springen. Let wel op dat grote voorwerpen niet kunnen kantelen. Zet kasten bijvoorbeeld vast aan de muur.
- Laat je kindje ook balanceren, op een zandbakrand, op een smal plankje om 10 cm hoogte, met een bal onder de buik of een wankele ondergrond zoals een dikke, zachte mat.
- Voorzie iets waarop je kind kan schommelen zoals een schommel, schommelpaard of lage hangmat waarover je kind met zijn buik kan hangen.
- Laat je kind op blote voeten klimmen. Zo voelt hij de eigenschappen van de ondergrond beter aan en heeft hij meer grip.
Ondersteuning van je kindje
- (Gelukkig) vinden de meeste kindjes die hoogtes ook wel een beetje eng. Slaat je kindje op hoogte in paniek? Ga dan op ooghoogte staan en stel gerust.
- Ga ook bewust om met het optillen van je kind. Plots optillen kan beangstigend zijn. Maak daarom opnieuw eerst oogcontact en kondig aan dat je hem optilt.
- Je hoeft niet altijd regels te stellen over hoe hoog je kindje mag klimmen. Meestal voelen kinderen zelf aan hoe hoog ze kunnen.
- Zorg ervoor dat onder je klimmend kindje geen scherpe of harde voorwerpen liggen. Haal ook je baby of peuter weg vanonder je klimmende kind.
- Pas op voor gladde oppervlakken zoals na regen of sneeuw. Laat je kind eerst uittesten of het niet te glibberig is om te klimmen.
- Laat je kind testen of hij niet door de plastic bak of kartonnen doos waarop hij wil klimmen kan zakken.
- Naar beneden komen is vaak moeilijker dan naar boven klimmen. Blijf beschikbaar, ook als je kind vlot alleen naar boven kan.
2. Risicovol spelen met snelheid
Voorbeelden van spelen met snelheid
- (Achter elkaar) lopen, eventueel van een heuvel of glijbaan
- Fietsen (op een loopfiets), steppen, van een glijbaan glijden met het hoofd eerst
- Een kruk over de vloer vooruitschuiven en er achteraan lopen
- Snel rondjes draaien en schommelen
Speel- en leerkansen
Door een ruimte razen is gewoon spannend voor je kind. Hij voelt de adrenaline door zijn lichaam razen. Wauw! Tegelijk oefent je kind zijn motoriek, evenwicht, coördinatie en dieptezicht. Snelheid leren controleren en een veranderende omgeving inschatten is bovendien een goede voorbereiding op het verkeer.
Veilig aanbieden doe je zo
Een veilige plaats creëren waar je kind vaart mag maken, doe je zo:
- Voorzie een rustige en drukke zone, zodat spelen met snelheid de rustige activiteiten niet verstoort.
- Voorzie loop- en fietsruimte en duid eventueel de looplijnen aan.
- Geef kinderen een veilige ruimte om te lopen: vlak, relatief effen en niet te glad.
- Voorzie plekken om te glijden en te schuiven: een helling of heuvel, een gladde ondergrond.
- Maak wel afspraken over lawaai maken en schuiven. Misschien liever niet als er al kinderen slapen? Stil moeten lopen is nog altijd beter dan niet mogen lopen. 😉
Ondersteuning van je kindje
- Opnieuw is niet elk kind een waaghals. Snel spelen kan je kind het gevoel geven dat hij de controle verliest. Maak oogcontact, spreek op rustige, geruststellende toon en vraag je kind of hij hulp wil.
- Probeer niet te roepen. Dat kan voor kinderen onveilig aanvoelen of ervoor zorgen dat je kind zijn focus verliest. Zo wordt de situatie net onveiliger. Roep enkel bij acuut gevaar.
- Wordt je kind werkelijk roekeloos? Vraag dan om het rustiger te doen. ‘Goed luisteren of er niemand om de hoek komt.’
- Hou in de gaten of je kind niet afgeleid raakt tijdens het spelen. Help om zijn focus te bewaren. ‘Kijk maar voor je.’
3. Risicovol spelen met gevaarlijke voorwerpen
Voorbeelden van gevaarlijke voorwerpen
Gevaarlijke voorwerpen zijn glad, scherp, heet, ruw, groot of net heel klein. Voorbeelden zijn:
- Een scherp mes, een schaar, een hamer of boormachine
- Alledaagse voorwerpen die niet gemaakt zijn om mee te spelen of die gevaarlijk zijn voor jonge kinderen (omdat ze die in hun mond steken). Bv. een stoel omtrekken, een batterij inslikken, waggelen met een cactus of grote kookpot, met een puntige tak zwaaien.
- Vervuild water of scheerschuim inslikken
Speel- en leerkansen
- Kinderen vinden het heerlijk om grote-mensen-materialen te mogen vasthouden. Het doet hen groeien!
- Een gevaarlijk voorwerp of materiaal hanteren is een goede oefening voor de fijne motoriek.
Veilig aanbieden doe je zo
- Risico’s leren inschatten is prima, maar vind je een voorwerp gevaarlijk? Reik het dan enkel aan onder begeleiding.
- Vertrek vanuit je kind zijn interesse. Welke voorwerpen zoekt hij op? Zit hij geboeid te kijken wanneer jij een foto knipt?
- Bekijk het competentie-adequaat. Je peuter kan nog geen groentjes helpen snijden. Een ouder kind wel. Hem mag je dus wel met een keukenmesje leren werken onder begeleiding. Leer om weg van het lichaam te snijden.
Ondersteuning van je kind
- Beslis bewust of je een voorwerp altijd, soms of nooit aanbiedt en of je kind het vrij mag gebruiken of enkel onder begeleiding.
- Kies een moeilijkheidsgraad die bij je kind past. Het ene mes is het andere niet.
- Toon aan je kind wat er kan mislopen en hoe je die kans minimaliseert. Hoe kan je kind het best met het voorwerp omgaan?
- Maximaliseer tegelijk de speelwaarde. Hoe vrijer kinderen mogen spelen, hoe leuker ze het vinden. Bied je een voorwerp voor het eerst aan? Maak dan enkele duidelijke afspraken.
4. Spelen op gevaarlijke plaatsen
Een gevaarlijke plaats kan onbekend zijn, niet omheind of glad, met een prikkeldraad, aan het water of dicht bij het verkeer. Het kan ook gaan over een boom waaruit een tak kan vallen, brandnetels langs het pad of een terras met hete tegels.
Voor je kind is een nieuwe plaats natuurlijk heerlijk, want zijn wereld verruimt. Spelen op onbekend en onvoorspelbaar terrein is daarnaast gewoon spannend. Je kind leert daarbij om rekening te houden met gevaren in de omgeving.
Veilig aanbieden doe je zo
- Wil je kind spelen in een verwilderd hoekje in de tuin, aan een omheining of in het park? Stel jezelf dan de vraag hoe je de risico’s aanvaardbaar kunt maken. Moet je de hele plek verbieden of zie je speelkansen?
- Een fijne risicovolle omgeving is er eentje die je kind zelf maakt. Laat stoelen omkantelen en haal kussens uit de zetel met een lakentje erover. Eigen constructies maken is minder veilig, maar wel heel leuk voor je kind. Weeg af hoe je de creaties zo veilig mogelijk kunt maken.
- Een meer, een vijver, de zee, een rots… Natuurelementen zijn heerlijk voor kinderen. Laat hen met ondersteuning spelen op plaatsen waar ze mogelijks (in) kunnen vallen. Zorg er wel voor dat de risico’s opwegen tegen de speelwaarde! Leer je kinderen tot slot altijd de geldende veiligheidsrichtlijnen te volgen en bijvoorbeeld te doen wat de redders aan zee zeggen.
Ondersteuning voor je kind
- Durft je kind niet te spelen op een gevaarlijke plek? Moedig hem aan om samen op verkenning te gaan en ga mee.
- Verken zelf even de plaats waar je bent voor je je kind laat spelen en schat samen met je kind de risico’s in.
- Hou toezicht. Ook al heb je je kind goed gebrieft, tijdens het spelen vergeten kinderen de gevaren soms. Maak hen daar attent op.
5. Stoeispelen
Peuters vinden niets leuker dan elkaars grenzen af te tasten en mild te duwen, trekken, porren en kriebelen. Op elkaar gaan liggen, over elkaar klauteren en worstelen… Beter wordt het niet voor hen.
Het voornaamste gevaar is dat dat stoeien al snel omslaat in ruziemaken. Om te stoeien moet je namelijk goed aangeven wat jij (niet) leuk vindt en tegelijk luisteren naar de andere.
Dat is echter geen reden om níet te stoeien. Je kind oefent zo namelijk zijn grove motoriek, evenwicht en coördinatie. Daarnaast gaat hij de verbinding aan met zijn zus, broer of vriendje. Stoeien versterkt hun sociale vaardigheden en reactiesnelheid.
Je kind volop laten stoeien? Kies dan een geschikte ondergrond: vlakke, effen en zachte oppervlakken. Een ballenbad, een zachte mat of in het hoge gras is prima. Kies liever geen stenen oppervlak. Neem harde en scherpe obstakels weg en voorzie losse en lichte objecten. Kinderen vinden het heerlijk om die te heffen, ermee te gooien, elkaar te slaan of zich erachter te verstoppen.
Wees wel waakzaam dat het niet uitmondt in vechten en leer je kind om grenzen van andere te respecteren. Ook de jouwe. ‘Mama vindt het leuk om met jou te spelen, maar schoppen in de buik mag niet.’
6. Spelen met impact
Je laten vallen op een matras of in een ballenbad, tegen een muur of boom botsen, speelgoed tegen elkaar slaan… Dat noemen we spelen met impact. Het zien naderen van de muur en wachten tot je botst, vinden kinderen heerlijk spannend. Je kind oefent zo niet alleen zijn grove motoriek en evenwicht. Aan den lijve een botsing voelen, laat je begrijpen wat het betekent.
Sta kinderen daarom toe om die impact te exploreren, maar zorg ervoor dat ze zich niet onnodig pijn kunnen doen. Dat kan door een mat of zitzak te voorzien. Wil je kind op een ruwe ondergrond springen? Dan kan dat het best met schoenen aan. Leer je kind wel om respect te hebben voor materialen. Maak duidelijk dat tegen het speelkeukentje van je peuter of de televisie niet gebotst wordt.
7. Spelen uit het zicht
Kiekeboespelletjes, verstoppertje achter een struik, spelen in een donkere kamer of simpelweg alleen op pad gaan, dat zijn allemaal vormen van spelen uit het zicht van een volwassene. De veilige haven verlaten en helemaal op jezelf vertrouwen is best spannend. Het verplicht je om jezelf te redden, ook van gevaren in de omgeving.
In de tuin, de speeltuin of het park vind je eenvoudige plekjes om even buiten het zicht van volwassenen te spelen: achter een heuveltje, een grote plant of een haag kunnen je kinderen zich al gemakkelijk verstoppen. Ook binnen kun je dit stimuleren: hang een laken tussen twee stoelen of over een babybox.
Zeker angstige kinderen moedig je best aan om eens op verkenning te gaan, eventueel samen met een grote zus. Maak wel heel concrete afspraken over het speelgebied: op de tegels blijven, niet verder dan die boom of ‘je moet mama kunnen zien waar je speelt’.
Luister tijdens het spelen wel goed. We hoeven het je wellicht niet te vertellen, maar stille peuters zijn gewoonlijk niet bezig met hetgeen jij wilt.
8. Risicovol zien spelen … doet spelen
Kijken naar grote broer die de glijbaan opklautert in plaats van eraf te glijden of naar jou terwijl je een kaarsje aansteekt, kinderen voelen de spanning en uitdaging die daarbij horen. Meeleven met de emoties en geboeid de risicovolle situatie volgen is gewoon prettig. Bovendien steekt je kind er iets van op. Hij ziet hoe anderen omgaan met de onzekerheid, spanning en angst en hoe je gevaren kunt inschatten.
Is jouw kind motorisch minder vaardig dan zijn kameraadje? Wees niet bang voor kwetsuren als hij zijn vriendje volgt op het klimrek. Meestal nemen kinderen enkel risico’s waar ze aan toe zijn. Samenspelen met een oudere zus is dus prima.
Bron: Arteveldehogeschool.
Meer speelideetjes met je kroost
- Vanaf welke leeftijd mag mijn kind buitenspelen?
- Zo leer je je kind meer (buiten) bewegen
- Geen excuses meer: buitenspelen bij slecht weer doe je zo
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!