Te veel medische onderzoeken tijdens de zwangerschap?
Veel vrouwen ondergaan tijdens hun zwangerschap veel meer medische controles dan strikt gezien eigenlijk nodig is. Beter te veel dan te weinig zou je denken, maar sommige controles brengen ook wat risico’s met zich mee.
Besparen op medische onderzoeken tijdens zwangerschap
Uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) en het InterMutualistisch Agentschap (IMA-AIM) blijkt dat veel zwangere vrouwen vaker langs gaan bij hun arts dan nodig is. Ze gaan gemiddeld veertien keer langs bij hun arts. ‘Niet nodig’, beweren ze, ‘maximum tien keer is genoeg bij een eerste zwangerschap en zeven keer bij een volgende’.
De reden waarom deze instanties hier aandacht op willen vestigen is omdat zij onder andere degene zijn die waken over het kostenplaatje van de ziekteverzekering in onze sociale verzorgingsmaatschappij. Om de kosten niet te hoog te laten oplopen vinden ze dat het op gebied van zwangerschapsonderzoeken heel wat ‘economischer’ kan.
En zwangere vrouwen kunnen niet alleen besparen op de bezoeken aan de gynaecoloog, arts of vroedvrouw. Zo blijken we ook te veel echografieën te ondergaan. Er zijn er twee nodig, we krijgen er gemiddeld vier. En ook met minder courante onderzoeken als de vlokkentest en vruchtwaterpunctie wordt er overdreven (deze onderzoeken worden uitgevoerd om bepaalde erfelijke aandoeningen op te sporen).
Dat laatste is trouwens niet alleen economisch niet goed, het is ook niet helemaal ongevaarlijk want deze onderzoeken dragen wel degelijk risico’s met zich mee.
Vreemd genoeg zijn er omgekeerd dan weer onderzoeken die we niet genoeg ondergaan. Een daarvan is het urineonderzoek. En dat is nochtans nodig omdat het onder andere een eventuele ontsteking kan blootleggen die je tijdens de zwangerschap anders niet zo goed voelt. Het RIZIV pleit ook voor meer tests naar syfilis, HIV en hepatitis B.
Uit het archief: januari 2007