Baby vasthouden: waarom sommige mama’s het liever niet hebben
‘Mag ik ‘m even vasthouden?’ Voor sommige mama’s is het dé meest gevreesde vraag bij een rondje kraambezoek. Waarom veel mama’s er niet bepaald om staan te springen om hun baby uit handen te geven, terwijl nog anderen daar dan weer helemaal geen probleem mee lijken te hebben? We vroegen het aan Nathalie Baeyens, vroedvrouw en lactatiekundige bij de Geboortepraktijk.
Waarom vinden sommige mama’s het moeilijk wanneer mensen hun baby vasthouden?
Je baby beschermen
Nathalie van de Geboortepraktijk: “Uiteraard gaat elke mama anders om met de geboorte van een kindje. Sommige vrouwen vinden het geen probleem dat oma, opa of zelfs de buurvrouw hun pasgeboren hummeltje op de arm neemt, en anderen zijn daar minder vlot mee.”
Dat je – vooral tijdens die allereerste maanden na de geboorte – als moeder niet graag hebt dat andere mensen zomaar aan je baby komen of die baby willen vasthouden, is echter helemaal niet abnormaal. Nathalie: “Je baby heeft immers maandenlang in jouw buik gezeten, goed beschermd tegen alle bedreigingen van buitenaf. En dan is daar plots dat kleine hoopje: je hoogstpersoonlijke achilleshieltje dat jouw zorg en jouw bescherming nodig heeft tegen al die gevaren van buitenaf – denk: een potentiële broeihaard van bacteriën in de vorm van een aai- en kusgrage tante of een nonkel met een stinkende rokersadem – om te overleven.”
Kwetsbaarheid van je baby
Dat besef – samen met de plotse kwetsbaarheid van zo’n klein baby’tje – kunnen hard binnenkomen bij een mama en kan er bij sommige mama’s zelfs voor zorgen dat ze hun baby toch maar liever niet aan anderen toevertrouwen. Nathalie: “Hoezeer je die andere mensen die vaak vrienden, tantes of zelfs de grootouders zijn ook mag vertrouwen, de enige waar je echt 100 procent zeker van kunt zijn, ben je nog altijd zelf.”
Dat laatste is trouwens een compleet normaal biologisch en gezond proces. “Your baby, your tribe“, legt Nathalie uit. “Als moeder weet je dat de liefde voor je kind onvoorwaardelijk is. Die zit diep geworteld. En ook al kun je verstandelijk beredeneren dat de baby ook veilig is bij grootouders, vrienden en tantes, de enige waarvan je die liefde letterlijk kunt voelen stromen, ben je zelf.”
De hormonen
Bovendien kan ook de manier waarop de bevalling zelf verloopt een niet te onderschatten impact hebben op de houding van een mama tegenover haar baby en tegenover mogelijke ‘intruders‘. “Ik ben ervan overtuigd dat hormonen in dit proces een grote rol spelen”, zegt Nathalie. “Niet alleen maakt een bevalling in een mama altijd wel een soort van sterke drang wakker om haar kind te beschermen en het fysiek constant bij zich te houden. Bij wie er een erg heftige bevalling op nahoudt, kunnen die gevoelens soms zelfs overslaan in een soort van tijger-mama-modus.”
Doordat een bevalling door de mama als zo traumatisch of zo heftig ervaren werd, krijgt ze extra hard het gevoel haar kind te moeten beschermen tegen alles in de buitenwereld: een beetje zoals een tijger die haar welpen beschermt in een wereld waar een survival of the fittest-systeem geldt. “Vrouwen kunnen dan erg bezorgd of overbeschermend worden”, legt Nathalie uit. “Ook het omgekeerde kan trouwens voorkomen: de bevalling kan door een mama als zo heftig ervaren worden dat ze net van haar kind gaat dissociëren en het door het teveel aan trauma net niet meer wil zien of er heel onverschillig tegenover staat.”
Niet iedereen gelijk voor de wet
Nathalie: “Veel mama’s maken ook een onderscheid in wie ze al dan niet met hun baby vertrouwen, en ook dat is compleet normaal. Mensen die dichter bij jou als persoon staan – zoals je eigen moeder, je eigen beste vriendinnen of je papa – zul je immers minder snel als een bedreiging voor je baby zien, dan mensen bij wie je je zelf niet 100 procent op je gemak voelt.
Ik denk dat wie een mama – zeker in die eerste maanden – al dan niet graag bij haar baby in de buurt heeft, een erg intuïtief proces is waar ze best naar mag luisteren. Ook bezoekers aanvaarden het aanvoelen van de mama hieromtrent best gewoon. Een baby zomaar opnemen of aanraken zonder dat eerst aan de mama te vragen, is echt compleet onacceptabel.”
Leren loslaten: hoe doe je dat?
Natuurlijk zul je na verloop van tijd je baby wél ooit eens uit handen moeten geven. Om te vermijden dat die overgang al te bruusk verloopt, bereid je je daar als mama met een aardige tijger-modus dan ook best een beetje op voor.
Tips van Nathalie:
- “Ben je iemand die het moeilijk heeft om je baby in de armen van iemand anders te zien, communiceer je gevoelens daarover dan ook duidelijk aan je partner of praat erover met je vroedvrouw. Durf je angsten en bezorgdheden te uiten.
- Het is ook erg belangrijk dat je als mama erkenning krijgt voor de moeilijke gevoelens van ‘niet willen delen’.
- En weet dat je hier ook gewoon aan mag toegeven, ook al zorgt dat soms voor boze of begriploze blikken van je schoonmoeder of buurvrouw. Het is en blijft immers jouw baby en jouw verantwoordelijkheid.
- Hou je baby in die eerste maanden maar lekker dicht bij jou, draag hem of haar veel en knuffel hem of haar voluit. Op die manier kun je je eigen brein er geleidelijk aan van overtuigen dat je baby het echt wel goed doet. En zul je na verloop van tijd zien dat het vanzelf makkelijker wordt om (letterlijk) meer te gaan loslaten.”
Meer lezen over mama zijn, bevallen en kraambezoek:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!