In een ander land opnieuw beginnen met je hele gezin: we dromen er misschien allemaal weleens van, maar Sara dééd het gewoon. Hier lees je elke week haar column over het leven met kinderen zoals het is, in Zweden.
Wie is Sara? 40, getrouwd met Phil en mama van twee karaktervolle kids, Elias (12) en Stina (9). Vorige zomer ruilden ze hun stadswoning in Hasselt in voor het lagom leven in Småland, Zweden.
Snottebellen in coronatijden
Hou je kinderen thuis bij de minste symptomen, dat is het advies dat je krijgt hier in Zweden. Snottebellen, een kuchje, twee keer niezen, … Wat een jaar geleden amper zou opvallen, wordt nu beschouwd als een alarmsignaal. Dat de Zweden ook nu plichtsgetrouw de aanbevelingen opvolgen is duidelijk merkbaar in de klassen van Elias en Stina, die tegenwoordig maar voor de helft gevuld zijn.
De klassen mogen dan wel halfleeg zijn, m’n mailbox is dat allerminst. De coronacommunicatie van de school lijkt pas nu echt op gang te komen. Van twee verschillende scholen dan nog. Ja, hoor, het is nog altijd wennen aan het feit dat Elias al naar het högstadiet gaat. When did that happen? Het schooljaar is hier intussen al een maand ver, dé geliefde periode van de snotneuzen en vervelende hoestjes die elk jaar hun opwachting maken. Ook de Zweedse kindjes ontsnappen er niet aan, en dat merk je in de klas. Ben je ziek, mag je pas na twee volledig symptoomvrije dagen terug naar school, wat bij een verkoudheid of een licht griepje toch al gauw voor een week afwezigheid zorgt.
Het feit dat de klassen halfleeg zijn, bewijst dat er geluisterd én gehandeld wordt. Niet eenvoudig, hoor. Ik wil die vraag dus allerminst minimaliseren. Ik herinner me de nachten en ochtenden nog goed … Met een jammerend, gloeiend kind op je schoot en de tv op de achtergrond probeer je je slaperige geest wakker te maken. Wat stond er weer op de planning die dag? Een belangrijke meeting, deadlines die gehaald moeten worden? Je overloopt alle mogelijkheden en beslist uiteindelijk om de dag in twee te delen en elk een halve dag te gaan werken. “De volgende dagen kun je beroep doen op de speciale oppasdienst voor zieke kindjes, weet je wel?”, werd me meermaals verteld. Been there, done that, met wisselend succes. Uiteindelijk wil een kind dat zich niet lekker voelt, z’n mama of papa, toch?
Een goede balans tussen werk en privé
Hoe meer ik erover nadenk, hoe belachelijker het klinkt dat je je in bochten moet wringen. Is het geen evidentie dat we thuisblijven als onze kinderen ziek zijn, zelfs al gaat het om een onschuldig griepje? Dat hebben ze hier in Zweden gelukkig goed begrepen, waar het begrip vabben helemaal is ingeburgerd in het bedrijfsleven. VAB staat voor Vård av barn, wat zoveel betekent als zorgen voor je zieke kind. Een heel normaal gegeven, net zoals op vrijdag wat vroeger stoppen om het samen met je gezin gezellig te maken, in de zomer minstens drie weken achter elkaar verlof te nemen of vaders die een half jaar niet komen werken om voor de baby te zorgen. Wat de work-life balance betreft, hebben ze het hier goed voor mekaar!
Ook in coronatijden. Want terwijl de hele wereld toekijkt en denkt dat het leven hier z’n gewone gangetje blijft gaan, zitten er ook zonder lockdown heel wat ouders en kinderen thuis. Omdat je niemand wil besmetten, niet met corona, maar ook niet met een licht griepje of een verkoudheid. Want ook dat betekent thuisblijven, niet naar school kunnen, niet naar de hobby’s gaan en niet spelen met de kindjes in de straat. Een gemeende dankjewel is hier dus op z’n plaats. Aan de ouders, die hun verantwoordelijkheid opnemen. Aan het Zweedse systeem, dat dit mogelijk maakt. Maar vooral ook aan de scholen en de leerkrachten, die al het mogelijke doen om het voor de kinderen zo normaal mogelijk te laten verlopen en tegelijkertijd het risico op besmetting te vermijden. Voorlopig zelfs zonder mondkapjes, maar dat is een andere discussie. 😉