Mijn verhaal: Ellen was extreem misselijk tijdens haar zwangerschap
“Na vier weken non-stop overgeven was ik zo óp, dat ik in het ziekenhuis belandde. Hadden we langer gewacht, ik had in een coma kunnen wegzakken”
Ellen (35): “Drie dagen voor mijn trouwdag belandde ik in het ziekenhuis. Ik had een niersteen, maar er was ook goed nieuws: ik was waarschijnlijk zwanger. Gelukkig mocht ik snel weer naar huis en op mijn trouwdag kreeg ik bevestiging van de zwangerschapstest: ik was in verwachting! Een mooier trouwcadeau konden we ons niet wensen. De weken die volgden, verliepen vlekkeloos. Ik was nooit misselijk en zat boordevol energie. Ik weet nog goed hoe ik, toen ik zes weken zwanger was, op een familiefeest aan het opscheppen was over hoe goed ik me wel niet voelde. Dat ik een van de weinige vrouwen zónder zwangerschapskwaaltjes was. Had ik dat maar nooit gedaan…
De dag na dat familiefeest ging het helemaal mis. Ik was misselijk en bleef maar overgeven. Tot wel twaalf keer per dag. Alles wat ik at, kwam er enkele seconden later alweer uit. Zelfs als ik nog maar aan drinken dacht, keerde mijn maag zich al om. Het was een gevoel dat met niets te vergelijken valt. Alsof er een chemisch middel in mij zat, waardoor ik me continu misselijk voelde. Na vier weken non-stop overgeven, was ik helemaal uitgeput. Mijn man waste mijn haren, ik had er zelf de energie niet meer voor. Ik kon mijn armen niet meer in de lucht steken, kon de trap niet meer op, kon zelfs niet meer praten. Zo compleet op was ik. Toen besloot mijn man dat het genoeg geweest was. Hij bracht me naar het ziekenhuis.
Toen ik in het ziekenhuis aankwam, bleek al snel dat we de juiste beslissing hadden genomen. Hadden we nog langer gewacht, had ik in een coma kunnen wegzakken. Ik was helemaal uitgedroogd en de dokters ontdekten dat ik ketonen in mijn urine had: giftige stoffen die het bloed verzuren. Ik kreeg meteen medicatie via een infuus om alle gifstoffen uit mijn lijf te halen. Baxters met glucose, vitaminen én braakwerende middelen, dagenlang, tot mijn bloedglucosespiegel en vochtbalans weer in orde waren. Maar ik voelde me niet beter, niets hielp. Ik bleef maar overgeven, bleef me maar ellendig voelen.
Stiekem hoopte ik, hoe vreselijk het ook klinkt, op een miskraam. Dat alles in één keer voorbij zou zijn en we gewoon weer verder konden met ons leven. Want hoe moest ik dit nóg zeven maanden volhouden? En hoe kon dit kindje in hemelsnaam gezond zijn, terwijl ik niets kon binnenhouden? Terug thuis dacht ik dikwijls: hoe ga ik dit overleven? Ik lag in de zetel met een emmer in mijn armen, continu aan het vechten tegen de misselijkheid. Op een gegeven moment smeekte ik mijn man: ‘Help mij! Maak mij van kant, ik wil dit niet meer!’. Ik zag geen uitweg meer. Ik probeerde élk middel, maar niets veranderde, het leek of niks of niemand mij kon helpen. De dokter had me nochtans beloofd dat het beter zou worden…. ‘Ik overleef dit niet’, dacht ik elke minuut van de dag.
Ik ben wel mijn hele zwangerschap blijven werken, al was dat natuurlijk niet makkelijk. Ik werk als vertegenwoordiger bij een farmaceutisch bedrijf, waarvoor ik langsga bij artsen. Het gebeurde vaak dat ik tijdens een gesprek ging lopen om over te geven. Maar dat ik ben blijven werken, is ongetwijfeld mijn redding geweest. Ik zat niet te kniezen in mijn zetel, en probeerde het overgeven daar zolang en zoveel mogelijk tegen te houden. En één keer minder overgeven betekende automatisch extra calorieën en extra energie.
Toen ik 24 weken zwanger was, kwam er eindelijk beterschap. De misselijkheid was er nog steeds, maar ik gaf nog maar vijf à zes keer over per dag. Ik voelde het kindje groeien in mijn buik en dat gaf me de kracht om door te bijten. Al zat de schrik er toen goed in. Elke keer wanneer ik overgaf, voelde ik een enorme druk op mijn buik. Zou mijn kindje er niets aan overhouden? Wat als het misvormd geboren zou worden? Maar ik werd goed opgevolgd door mijn gynaecoloog en huisarts, en kreeg bijna wekelijks een echografie. Dat stelde me gerust. Op 32 weken ging het weer helemaal mis, werd ik opnieuw supermisselijk, maar ik wist dat ik nog maar een paar te weken te gaan had, en dat ik twee weken vroeger dan gepland zou bevallen, met een keizersnede. Het aftellen was begonnen.
Toen mijn zoon eindelijk geboren werd, was de misselijkheid ineens verdwenen. Ik was verlost. Ik kon weer genieten van een glas water, een bord spaghetti, zonder het na vijf minuten uit te spuwen. Ik kon weer buitenkomen zonder mijn vertrouwde emmer. Ik kon weer gaan werken zonder weg te moeten lopen tijdens een meeting. Intussen zijn we bijna vier jaar verder en ben ik opnieuw zwanger. En ja, opnieuw ben ik de hele dag misselijk en kan ik niet stoppen met overgeven. Maar gelukkig weet ik nu: als je eenmaal je kind in je armen sluit, dan besef je dat het dat allemaal waard is geweest.”
Tekst: Diny Thomas
Lees ook:
- Mijn verhaal: Sofie is een bewust alleenstaande mama
- Mijn verhaal: Voor Glynnis was eiceldonatie de enige kans op een kindje
- Mijn verhaal: Leven met een huilbaby
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!