wat voor mama
©GettyImages

Van helikopter- tot luizenmoeder: welk type mama ben jij?

Je hebt er die non-stop foto’s maken van hun kroost, of zelf K3-jurkjes aantrekken … Moeders heb je in alle soorten en maten. Een overzicht mét feedback van kinderpsychologe Klaar Hammenecker.

Ben ik dat?

Niet lopen op de trap! Heb je je huiswerk al gemaakt? Jij vergeet nog eens je hoofd. Dragen ze dat niet meer, misschien: een jas? Voor de duizendste keer: zet die fietshelm op! Als Jantje in de beek springt, ga jij dan ook springen?

In het leven van elke moeder komt er een dag waarop ze iets staat te roepen bij de trap, of in de deuropening, en zich verbijsterd afvraagt: ‘ben ik dat?’ En als ik het ben, waarom klink ik dan zoals mijn moeder? Dat komt doordat ouders generatie na generatie hetzelfde doen. Ze zeggen hooguit twee dingen: doe je best, wees voorzichtig. En dat verpakken ze dan in moederzinnetjes, die ze als kind misschien zelf ooit gehaat hebben en waarvan ze intussen de betekenis snappen: ik zie je doodgraag.

Moeders blijven moeders

Moeders blijven moeders, aan de liefde voor onze kinderen is niets veranderd, wél aan de manier waarop we die laten zien. Aan de buitenkant is immers zowat alles aan het moederschap veranderd. Om te beginnen zouden we nu kunnen zeggen: moeder (m/v), want ook vaders nemen zorgende taken op zich. Bovendien kiezen we nu zo enthousiast voor het ouderschap, en zijn we er zo grondig over geïnformeerd, dat we er bijna een levensproject van maken. Zo komt het dat we nu eens de rechercheur uithangen, dan weer als een paparazza op de loer liggen voor de beste foto, of als een helikopter boven de kinderen cirkelen. Vaak doen we dat alles door elkaar. Logisch ook: we zijn immers allemaal gek. Gek op onze kinderen, welteverstaan.

De Rechercheur

Wie? Sluipt online weleens achter haar kinderen aan.

Nieuwsgierig • bezorgd • alziend

Motto: ‘Alles onder controle’

Vroeger moest je nog naar de bakker om te horen wie van de pubers had gerookt in de dreef, in plaats van naar de mis te gaan. En je moest uren aan de schoolpoort staan om mee te zijn met de laatste roddels. Af en toe moest je je kinderen onderwerpen aan een pittige ondervraging: waar denk jij naartoe te gaan en heb jij misschien geen huiswerk? Of je kon ook een dag van achter gordijntjes bespieden wie er wat uitspookte. Vandaag is het zoveel gemakkelijker. Je gaat gewoon op internet. Even checken of ze huiswerk hebben op Schoolonline of Smartschool. Toch maar eens het Instagramaccount van dat vriendinnetje bekijken. Of het Linkedin-profiel van de ouders controleren. En bladeren door de foto’s die van op zeeklas worden verstuurd (Staat hij erop? Staat hij er ‘blij’ op?)

Ouderlijke research: we doen het allemaal weleens. Alleen, de Rechercheur wapent zich met de nodige middelen. Volgens een enquête van Telenet controleert bijna de helft van de ouders achter de rug van de kinderen om naar welke sites ze surfen. Er zijn dan ook tal van snufjes, de zogenaamde ‘stalker-apps’, om dat te doen.

Daarnaast zijn er trackinggadgets als ‘Bino’, waarbij er een alarm afgaat als je kind meer dan 35 meter van je verwijderd is. Een Britse vader ontwikkelde ReplyASAP (‘antwoord zo snel mogelijk’), een app die de smartphone van je kind blokkeert als die het vertikt jouw bericht te beantwoorden. En er zijn ‘slimme’ horloges, zoals de KIGO, mét gps en alarmknop. They go, you know, belooft het horloge: je volgt je kind, waar het ook gaat. Door dat soort gadgets worstelen we vroeg of laat allemaal met het dilemma: moeten we onze kinderen loslaten of blijven controleren? Moeten we al die snufjes toepassen of er toch maar op vertrouwen dat het goedkomt? Moederschap in hoogtechnologische tijden: het is koorddansen op een oplaadkabeltje.

Kinderpsychologe Klaar Hammenecker over de Rechercheur

“Ik vraag me weleens af wat ons zo bang maakt. Komt het doordat de ouders van nu zijn opgegroeid met het schrikbeeld van Dutroux? We hebben het valse gevoel dat onze kinderen veilig zijn als we weten waar ze zich bevinden, en de drang om hun leven te controleren is groot. Wat dat betreft is Smartschool een verschrikkelijke uitvinding: we weten alles al. Soms vertellen kinderen me dat ze al boze sms’en van hun moeder krijgen over hun toets, terwijl ze die zelf nog niet hebben teruggekregen op school.

Heel belangrijk blijft voor mij de vraag: wat houdt je tegen om de dingen die je wilt weten rechtstreeks aan je kind te vragen? Ben je bang dat ze je de waarheid niet zeggen? Dat kan, en daarover zou je het kunnen hebben. Maar als die drang om hen te controleren betekent dat je niet meer in verbinding staat met je kind, moet er wel iets anders gebeuren dan apps installeren.”

De Paparazza

Wie? Deelt de schattige momenten van het leven (enorm) graag op Instagram.

Stijlvol • onvermoeibaar • enthousiast

Motto: ‘Sharing is caring’

Op de dagen waarop we de kinderen niet achter het behang willen plakken, zouden we ze nog het liefst in een glazen flesje stoppen, om al hun heerlijke snoezigheid te bottelen. En omdat dat niet kan, maken we foto’s. Eindeloos veel foto’s. Nooit eerder was het leven van onze kinderen zo goed gedocumenteerd en, dankzij Instagram, zo gul gedeeld met anderen. Als ware Story-reporters liggen we op de loer tot we het perfecte beeld kunnen vangen. Desnoods vragen we kinderen om nog een tweede keer met hun vingers in de choco te graaien (‘Allez toe, voor de foto mag het wél.’) Soms missen we een stukje van het schoolfeest, omdat we druk bezig waren om de foto’s te plaatsen. En ja, wij waren het ook die daar hinderlijk zaten te zwaaien met de smartphone, om onze zoon verkleed als boom beter te kadreren.

De Paparazza gaat nog voor die extra kilometer. Zij laat kinderen in zonnig gele jurkjes zo spontaan door blauwe lavendelvelden wandelen, dat het lijkt alsof dit de gewone route naar school is. En ze laat het hele gezin eeuwig aan het ontbijt zitten, in bijpassende pyjama’s. Iedereen in dat gezin hééft dus een pyjama. Iedereen lijkt ook altijd bereid om iets waanzinnig creatiefs te knutselen. Huistaakschriftjes die gepimpt zijn met zelfgemaakte eenhoornstempels. Bananen met Hawaïaanse rokjes. Het is een droomwereld, waarin mama àltijd tijd en geduld heeft. Soms vraag je je zelfs af of er jobs zijn waar je overdag mag slapen, of waar je tijdens de vergadering alvast roze vlaggetjes mag knippen, of Hawaïrokjes. Waar in godsnaam halen die moeders anders de energie vandaan?

Gelukkig groeit er ook een tegenbeweging, waarin mama’s met veel humor delen hoe ze meestal ook maar wat aanmodderen, en zich struikelend over legoblokken naar kantoor slepen, waar ze merken dat er choco aan hun handtas kleeft. Dan krijg je Instagram op zijn best, als een trefpunt waar je elkaar kunt steunen, samen even diep ademhaalt en zegt: nee, we gaan die banaan geen rokje aantrekken, we gaan ze gewoon zo in de brooddoos mikken.


©GettyImages

Kinderpsychologe Klaar Hammenecker over de Paparazza

“Er zitten hele leuke aspecten aan mama-blogs en Instagram, en ik geloof enorm in de kracht van communities, maar ik zie wel twee uitdagingen:

  • Enerzijds zijn er de mama’s die met hun foto’s misschien willens nillens tot rolmodel uitgroeien en toch een grote verantwoordelijkheid dragen. Welke afspraken maken ze bijvoorbeeld met hun kinderen? Wat als die kinderen niet meer mee willen doen? Hoe open ben je over de commerciële afspraken die je maakt met bedrijven? En hoe blijf je ondanks alle aandacht dicht bij de realiteit?
  • Voor de andere ouders, de ‘volgers’, kan het goed voelen om te zien dat een ander gezin op zondag ook gewoon in pyjama rondhangt en niet per se naar het nieuwste museum moet. Maar als je via Instagram alleen maar perfecte beelden ziet, dan kunnen die een keurslijf worden: als je daar onzeker van wordt, dan kun je maar beter van die media wegblijven.”

De BFF

Wie? Best Friend Forever, de beste vriendin van haar dochter.

Hip • speels • verknocht

Motto: ‘Twee handen op één buik’

Wat cosmeticaproducenten ons ook beloven: kinderen zijn hét wapen tegen vroegtijdige veroudering. Zie die moeders daar in de speeltuin van de glijbaan slieren, zie ze vliegeren aan het strand, hoverboarden en papieren bloemen maken. Ouders en kinderen brengen meer tijd met elkaar door dan vorige generaties én hun leefwerelden lijken meer dan ooit te versmelten. Ja, er zijn mama’s in K3-jurkjes, en er zijn kinderen die veel meer weten van technologie dan wij; sommigen verdienen zelfs al een aardig inkomen met Youtube.

De BFF trekt die redenering door en zal je graag vertellen dat haar dochter haar beste maatje is. Ze glimt van trots als iemand zegt: ‘Jullie lijken wel zussen.’ En ze doet niets liever dan samen met haar dochter op stap gaan. Waarbij ze dan misschien allebei voor dezelfde knalgele sneakers vallen. Daar zit ontzettend veel liefde in, maar er is een mooi Chinees gezegde: ‘Eén generatie plant de bomen, de volgende krijgt de schaduw.’ Dat betekent dat je als ouder een andere rol hebt in het leven. Een beste vriendin hangt jouw tekeningen niet op de ijskast. Een beste vriendin vraagt zich niet af of je ooit nog wel groenten eet. Ze zal je op zaterdagavond niet zeggen dat je ’s nachts om twee uur thuis moet zijn (en geen minuut later). Ze ligt die nacht ook niet wakker, tot ze sleutel in het slot hoort vallen. En een beste vriendin staat de volgende voormiddag niet aan je bed met de vraag: ‘Moest jij eigenlijk geen huiswerk maken vandaag?’

Kinderpsychologe Klaar Hammenecker over de BFF

“Het is prachtig dat je op een vertrouwelijke manier met je kinderen om kunt gaan, maar waarom zou je ook hun beste vriendin willen zijn? Daarmee haal je je rol alleen maar naar beneden. De band tussen ouder en kind is veel fundamenteler dan dat. Alle andere relaties in je leven – die met vrienden, met je partner, met plusouders – moet je verdienen en kun je verbreken, maar de relatie tussen ouder en kind is onvoorwaardelijk. Misschien negeren mama’s dat soms omdat ze bang zijn voor de verantwoordelijkheid, maar zo ontnemen ze hun kind iets waar het recht op heeft. Vooral bij pubers zie ik dan hoe ze worstelen om hun identiteit te vinden. Het moet toch ontzettend lastig zijn om uit te zoeken wie je bent als er de hele tijd iemand achter je aan loopt die zegt: ‘Wij zijn één.’”

De Helikopter

Wie? Waakt over alle (maar dan ook alle) ontplooiingskansen van haar kind.

Bezorgd • ambitieus • geïnformeerd

Motto: ‘Wanneer beginnen de inschrijvingen?’

Vanop een afstand bekeken lijkt het soms alsof wij groupies van onze kinderen zijn. We fluisteren rond wanneer ‘het’ gaat beginnen. We trotseren de vrieskou (met citroenjenever en vuurkorven) en kamperen voor dat ene plekje op school. We zitten uren bij de telefoon voor een kamp. En ja, we springen een gat in de lucht als we ‘binnen’ geraken. Dat komt omdat er steeds meer wachtlijsten ontstaan, bij scholen en zomerkampjes, en zelfs bij jeugdbewegingen, waardoor we ons voortdurend naar de volgende wachtrij lijken te reppen. Als dat allemaal geregeld is, kunnen we ook nog een kalender opstellen met kleurrijke vakjes: wie moet waar wanneer naartoe gebracht worden?

De eerste in alle wachtrijen, de koningin van de kalender, is de Helikopter. Ze is als de dood dat haar kinderen niet al hun talenten zullen ontplooien, omdat zij iets niet goed geregeld heeft. En dus blijft ze heen en weer rijden tussen hun hobby’s, waakt ze over hun lessen en huistaken, en runt ze het gezin als een evenementenbureau. Tijd voor zichzelf heeft ze nauwelijks nog, of het zouden die vijf minuten moeten zijn waarin de auto stationair staat te draaien bij de muziekschool. De Helikopter is niet gek, of onuitstaanbaar ambitieus. Ze is alleen nogal gevoelig voor de onderzoekjes waarmee ouders voortdurend om de oren geslagen worden.

Dat de kinderen later een managementjob bij de bank zullen vinden als ze nu al mandala’s leren tekenen, of dat ze later een goed lief zullen vinden als ze genoeg broccoli eten.  Oké, nee: die heb ik verzonnen, maar er is altijd wel een onderzoek dat stelt dat onze kinderen nog meer kunnen bereiken, nog gelukkiger zullen worden, met een extra inspanning hier en daar. En de heliktopermama denkt: wie ben ik om mijn kinderen die kleine moeite niet te gunnen? Tegelijk blijkt uit onderzoek telkens weer dat kinderen ook last hebben van de stress waarmee wij, de ouders, door hun vrije tijd jagen. Dat pleit ons dan weer vrij wanneer we op zaterdag collectief in de zetel ploffen — desnoods in bijpassende pyjama’s.

Kinderpsychologe Klaar Hammenecker over de Helikopter

“ Helikopterouders denken: ik weet wat goed is voor mijn kind en ik ben pas geslaagd als ik al die kansen nastreef, als ik de beste school vind, de beste hockeyclub. Dat doen ze met de allerbeste bedoelingen, maar soms leggen ze wel erg veel druk op de schouders van hun kind. Je moet je voorstellen dat je moeder vier dagen bij min zeven gekampeerd heeft voor jouw plekje op school, en dat jij in oktober vaststelt dat je het daar verschrikkelijk vindt: hoe ga je dat thuis vertellen?

De vraag is toch ook: waarom doe ik dit, en wat wil mijn kind zelf? Ik heb in mijn praktijk ooit een meisje van negen jaar hartverscheurend zien huilen. Haar ouders waren uit elkaar gegaan kort na haar geboorte, en ze wilden – wellicht uit schuldgevoel – alles doen om haar gelukkig te maken. Dat meisje ging mee naar Centerparcs, naar het pretpark, naar alle leuke dingen die mama en papa voor haar planden, maar er bleef geen ruimte meer over voor wat ze zelf wilde. Ze durfde zelfs niet mee op vakantie met haar mama: ‘Wat met mijn papa dan?’ Die ouders deden dat met alle liefde van de wereld, maar tegelijk moet je je blijven afvragen: wat is hier de impact van op mijn kind?”

De Bakfiets

Wie? Droomt van een mooiere, creatievere wereld.

Hoopvol * alternatief * geluidsbestendig

Motto: ‘Is dat wel verantwoord?’

Kinderen krijgen is in de toekomst geloven – in de mogelijkheid van een betere wereld zelfs. En dus sorteren we netjes het huisvuil, ondertekenen we weleens een petitie tegen kernenergie, proberen we niet de auto te nemen naar de bakker om de hoek, en gebruiken we een brooddoos in plaats van dat vermaledijde aluminiumfolie.

Dat verzinkt natuurlijk allemaal in het niets naast de inspanningen van de Bakfiets, die niet eens een auto wil, koos voor een ecologische crèche, op school heeft geijverd voor Donderdag Veggiedag en met verjaardagen verse fruitsla van inheemse vruchten meegeeft. Ze zweert bij tweedehands en zelfgemaakt. En ze heeft op ouderavonden een uitgesproken mening over de kernuitstap, over de overkapping van de ring, het recht op huiswerkvrije dagen, over het verschil tussen indigo-, regenboog- en kristalkinderen. Over alles eigenlijk. Ze gelooft ook onvoorwaardelijk in creativiteit. Nee, de kinderen mogen niet naar K3 luisteren, geen Bifi-worst eten en geen cola drinken, maar verder zijn ze volledig vrij. Ze mogen met nieuwe schoenen door diepe plassen plonzen, en met vingerverfvingers langs witte muren strijken. Op restaurant zie je ze weleens tussen de tafels rennen, glazen op elkaar stapelen en uit volle borst zingen (het hele repertoire van Kapitein Winokio). Het zijn nu eenmaal kinderen, zucht Mama Bakfiets, vertederd door zoveel uitbarstingen van fantasie.

Kinderpsychologe Klaar Hammenecker over de Bakfiets

“Ook dit zijn zoekende ouders, die zich afvragen hoe ze hun kinderen in deze samenleving kunnen grootbrengen. Ze zoeken dan houvast in bepaalde wereldbeelden. Ik zie bij de zogenaamde ‘bakfietsouders’ heel fijne initiatieven, omdat zij sneller van de platgetreden paden af durven te stappen, maar sommigen schieten daar echt in door: je krijgt dan bij wijze van spreken al een boze blik als er een Bueno in de brooddoos zit in plaats van gedroogde appeltjes. Ik hoor ook scholen weleens klagen: het zijn ouders die erg veel oog hebben voor de noden van hun kinderen, maar niet altijd mee te krijgen zijn in een gezamenlijk parcours. Ze zetten hun kinderen toch ook wel snel op een troon, als prinsjes en prinsesjes, net omdat zij hen vanuit hun visie alle mogelijke kansen willen geven.”

De Tandenborstel

Wie? Zou haar kinderen het liefst met tape en schokdempers beschermen.

Gevoelig • bezorgd • vooruitziend (of helderziend)

Motto: ‘Als ze maar gelukkig zijn’

In het Engels hebben ze het soms over ‘curling parents’, naar de sport waarbij een steen over een ijspiste wordt geschoven. Om die steen zo goed mogelijk te laten glijden, moet het ijs voortdurend worden ‘geveegd’: het is een mooi beeld voor (over)bezorgde ouders die graag alle hindernissen op het pad van hun kinderen wegborstelen, met een tandenborstel als het moet. Als de kinderen klein zijn, lukt dat nog enigszins: de Tandenborstel kan scherpe voorwerpen en gevaarlijke stofjes uit de weg ruimen, tafelranden afdekken of haar kinderen van helmpjes en knielappen voorzien. Maar wat als ze opgroeien, en niet gevraagd worden op dat verjaardagsfeestje, een drie op tien krijgen voor de huistaak waaraan ze nochtans hard hadden gewerkt en, nog later, wat als een puisterige puber met zo’n gepimpt brommertje het hart van hun kind breekt? Wat als ze wonden oplopen waar geen pleisters voor bestaan?

Hoezeer we de toekomst van onze kinderen ook schoon willen vegen, er komt een dag waarop ze het alleen moeten redden, en waarop ze dat ook kunnen omdat wij het hen geleerd hebben. ‘De vuurtorenstrategie’, heeft schrijver Ken Ginsburg dat genoemd: je houdt de rotsen in het oog, je helpt je kinderen om daar niet tegen aan te botsen, maar bereidt ze ook voor om de golven te trotseren.


©Gettyimages

Kinderpsychologe Klaar Hammenecker over de Tandenborstel

“Soms zijn we zo bang om het geluk van onze kinderen te verstoren dat we niet meer opvoeden. Het is normaal dat we hen vrolijk willen zien, maar we zijn zo bang geworden om hen te frustreren. Wat geef je dan als boodschap mee? Dat ze altijd hun mama nodig zullen hebben om problemen uit de weg te ruimen? De Franse psychoanalyticus Lacan zei al: de realiteit is per definitie frustrerend, dus we kunnen er maar beter van jongs af aan mee leren omgaan. Laat kinderen maar af en toe struikelen in het leven, dan zijn ze later ook beter gewapend als het moeilijk wordt. Ik zeg ook vaak tegen ouders: het doel van therapie is niet dat je kind nooit meer problemen ervaart, wel dat jullie ontdekken hoe je kunt reageren als je in een kramp schiet.”

De Luizenmoeder

Wie? Moddert een beetje aan, maar heeft de beste bedoelingen.

Onhandig • grappig • naïef

Motto: ‘Oei, was dat vandaag?’

Ken je ‘De luizenmoeder’? Het is een heerlijke serie op NPO én VTM, waarin een mama zich op de nieuwe school van haar dochter moet zien te handhaven. Ze geeft zich op voor vrijwilligerswerk op school, zelfs als ze dan luizen op kinderhoofdjes moet wegplukken, en ze neemt goedmoedig andere kinderen mee op sleeptouw, zelfs al eindigt ze dan met een hele bende in huis – én met ouders die zichzelf alvast op een barbecue achteraf uitnodigen. De Luizenmoeder gaat nogal vaak de mist in. Het zou kunnen dat ze op de verkeerde plaats of op het verkeerde uur aankomt voor het oudercontact. (We kunnen haar warm aanbevelen in het vervolg de Helikoptermama te volgen.) En dat ze op die ouderavond per ongeluk in een prinsessenjurk aankomt, omdat ze de uitnodiging niet helemaal begrepen heeft.

Een Luizenmoeder gaat niet eens voor ‘goed genoeg’, maar voor ‘leefbaar’ ouderschap. Ze heeft geen idee hoe ze een stalker app moet installeren (boeken kaften is al boven haar macht), ze is altijd te laat om een foto te maken, en eigenlijk ook om haar kind in het schrijven, en ze heeft wel eens een glas witte wijn over het huiswerk van haar kind gemorst. Ontwapenend is ze, en herkenbaar natuurlijk, want vroeg of laat zijn we toch allemaal een Luizenmoeder. Het is niet dat we honderd keer hebben kunnen oefenen op het ouderschap: vaak doen we maar wat, of we nu de Paparazza, de Rechercheur of Tandenborstel uithangen. Misschien maakt net die goedbedoelde knulligheid ons zelfs geweldig in de ogen van onze kinderen: die zijn namelijk àltijd dol geweest op onhandige kabouters en struikelende dino’s. In het andere geval hebben we hen hoe dan ook hoop gegeven: dat zij het later veel beter zullen doen dan wij.

Kinderpsychologe Klaar Hammenecker over de Luizenmoeder

“We weten veel over wat onze kinderen nodig hebben, maar soms is het ook belangrijk om die kennis in perspectief te zien. Je moet je blijven afvragen: hoe belangrijk is dit nu, en stemt jouw gedrag daar nog mee overeen? Ik had ooit een kind dat z’n adem inhield en in z’n billen kneep als hij domme foutjes maakte op z’n toetsen. Toen ik mij daarover verbaasde, zei z’n mama: ‘Maar het zijn echt wel domme foutjes.’ Toen heb ik doorgesproken: ‘Doet het er echt toe of hij 56 of 60 op 60 heeft, als je ziet wat dat bij je kind teweegbrengt?’ Je hoeft zeker niet alles te relativeren. Als iets ertoe doet, dan mag je ervoor gaan, maar niet alles kan even belangrijk zijn.”

Tekst: Kaat Schaubroeck

Nog meer lezen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."