Mijn verhaal: Sarah over de moeilijkheden om zwanger te worden en haar loodzware bevalling
Mama worden gaat niet altijd van een leien dakje en daar kan Sarah over meepraten. Tot ze 28 was, had ze geen grote kinderwens, maar plots begon het toch te kriebelen. Al besefte ze toen nog niet dat het parcours zo hobbelig zou zijn.
Sarah (34): “Na ons huwelijk, in 2012, stonden we te popelen om ons gezinnetje uit te breiden. Maar het jaar 2013 ging hélaas voorbij zonder baby. Uiteraard maakten we ons hier wat zorgen over, maar na een bezoekje aan de gynaecoloog in december 2013 bleek dat ik geen eisprong had. Met behulp van hormonen kwam de molen dan toch op gang, en hadden mijn man en ik weer een sprankeltje hoop.
In 2014 hadden we tweemaal prijs. Ons geluk kon niet op, maar beide zwangerschappen mondden uit in twee miskramen. In de twee gevallen was er sprake van een missed abortion, waardoor er een curettage moest worden uitgevoerd om de vruchtjes weg te halen. Emotioneel een hele rollercoaster dus! De wens was zo groot, en het verlies ontzettend hard. Maar we vonden gelukkig steun bij elkaar, en na een bezoek aan een psycholoog — na de tweede miskraam — besloten we om de natuur gewoon z’n gang te laten gaan en ons even te focussen op andere dingen. Wat gemakkelijker gezegd is dan gedaan, want je leven draait op dat moment enkel rond baby’s. Overal zie je zwangere vrouwen, het lijkt of iedereen in je omgeving zwanger wordt, of net bevallen is.
“Overal zie je zwangere vrouwen, het lijkt of iedereen in je omgeving zwanger wordt, of net bevallen is.”
In 2015 was het ein-de-lijk raak, ik was opnieuw zalig zwanger. Na de twee miskramen vond de gynaecoloog het het verstandigst om de eerste twaalf weken thuis te blijven. En toen ik 24 weken zwanger was, werd ik teruggefloten door de prof van het ziekenhuis omwille van een ingezakte baarmoederhals, waardoor ook dan platte rust een absolute noodzaak was. Drie weken later werd de situatie zelfs zó ernstig dat ik in het ziekenhuis werd opgenomen.
Op net geen 32 weken beviel ik uiteindelijk van een prachtige dochter. Het was een erg zware natuurlijke bevalling. Na de geboorte moest de gynaecoloog me zelfs onder narcose brengen, omdat de placenta niet wou komen. Daarnaast bleek ik dan ook nog een bloeding te krijgen, waardoor er enkele zakken bloed moesten worden toegediend.
Maar dan opnieuw slecht nieuws. Net toen alle tegenslagen van de baan leken, kregen we zes weken later bij het ontslag op de neonatale te horen dat onze sterke meid tijdens haar verblijf een zwaar hersenletsel opgelopen had: maar liefst veertig procent van haar linker hersenhelft was aangetast, en volgens de arts zou ze in een rolstoel belanden. De voorbije jaren holden we van de ene instantie naar de andere: het COS (Centrum Ontwikkeling Stoornissen), de kinesist, ergotherapeuten, een Bobath therapeut… En dankzij hun hulp — en het sterke karakter en doorzettingsvermogen van onze dochter uiteraard — zag je de motorische vooruitgang.
Nu zie je er gelukkig bijna niets meer van. Ze heeft wel nog last van haar voetje, en haar middenrifspieren zijn vrij slap, waardoor ze veel sneller struikelt en valt. Dat het geen atlete zal worden, weten we nu al. Maar we zijn zo fier op haar!
©Gettyimages
En dan negen maanden later bleek ik plots zwanger van nummer twee. De kleine spruit was zeker wel gewenst, maar het ging iets sneller dan verwacht. Gek toch, als je bedenkt dat we eerst zo veel moeite hadden om zwanger te geraken. Wat beide zwangerschappen wél gemeen hadden, waren de problemen en dezelfde onrustwekkende symptomen als bij het eerste kind. Deze baby bleef gelukkig wél lekker in mijn buik zitten tot week veertig.
Maar ook deze bevalling was een ware strijd! Eens in het ziekenhuis toegekomen, bleek ik al een mooie vooruitgang geboekt te hebben, want ik had vijf centimeter ontsluiting en mijn vruchtwater brak pas toen ik daar in de onderzoekskamer lag. Maar dan alweer complicaties: ik kreeg hoge koorts, de hartslag van de baby was niet goed, op acht centimeter ontsluiting gebeurde er plots niets meer en het kindje zat vast in het bekken. Een perfect recept voor een keizersnede à la minute dus ! Bovendien werkte de verdoving van de epidurale niet naar behoren. Ik schreeuwde het uit van de pijn toen ze aan de keizersnede begonnen. Ik voelde werkelijk alles!
“Ik schreeuwde het uit van de pijn toen ze aan de keizersnede begonnen. Ik voelde werkelijk alles!”
Gelukkig was ons tweede dochtertje helemaal oké. Ze was een gezonde baby van net geen 3,4 kg. Ik daarentegen stelde het niet zo goed. De gynaecoloog had namelijk opgemerkt dat ik een placenta accreta had: een ingegroeide placenta in de baarmoederwand. De operatie die daarop volgde en mijn verdere verblijf in het ziekenhuis waren een échte hel. Ik mocht een hele week mijn bed niet uit, en woog méér dan op het einde van mijn zwangerschap door het toedienen van zeven zakken vocht en vier zakken bloed. Ik had vocht op mijn longen en was er verschrikkelijk aan toe. Mijn man herkende me niet meer. Halleluja, ik had een kindje gekregen, en hoe!
Volgens mijn arts, anders had het anders kunnen aflopen. Zo had ik mijn baarmoeder kunnen verliezen bijvoorbeeld. Een derde kind raadde ze ten stelligste af. Dit type aandoening aan de placenta wordt telkens erger bij iedere zwangerschap, en het risico dat ikzelf, de baby, of erger nog: beiden, het leven zouden laten bij een derde zwangerschap was heel reëel.
Nu, twee jaar later, kan ik er eindelijk over praten zonder dat ik té emotioneel word. De gevolgen van de operatie zijn nog steeds voelbaar. Maar postnatale kinesitherapie en de osteopaat hebben me er grotendeels terug bovenop geholpen. De kriebel voor nog een kindje is soms wel enorm aanwezig. Maar zwanger worden zit er niet meer in. Twijfel ik soms nog? Ja natuurlijk! Maar mijn echtgenoot ziet een derde kindje niet zitten en met m’n voorgeschiedenis is het ook echt geen optie meer. Maar ergens doet het wel pijn. Misschien kunnen we later ons gezin vergroten door opvang te geven aan kinderen als pleeggezin. En wie weet ooit adoptie overwegen. Maar dit doen we enkel als alle puzzelstukjes in elkaar passen en alle gezinsleden zich daar kunnen in vinden. Ik mag trouwens van geluk spreken dat ik twee gezonde kinderen heb, en dat ik ook terug op goede weg ben.”
Advies van Sarah
“Een goede raad voor buitenstaanders: vraag nooit vlakaf wanneer er kindjes komen. Want het is best mogelijk dat het koppel al maanden, soms zelfs jaren, aan het proberen is, of dat deze mensen al heel wat teleurstellingen hebben moeten doorstaan. En als ik één ding mag zeggen aan alle wensmama’s en toekomstige moeders: hou vol en blijf geloven. Als het écht niet lukt op de natuurlijke manier, kunnen jullie eventueel andere opties bekijken. Er zijn tenslotte zo veel kindjes die geen ouders hebben, en naar een warm nest verlangen die jullie hen ongetwijfeld kunnen bieden.”
Nog meer lezen:
- Mijn verhaal: Sofie is een bewust alleenstaande mama
- Mijn verhaal: Voor Glynnis was eiceldonatie de enige kans op een kindje
- Mijn verhaal: Leven met een huilbaby
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!