perinatale depressie
© Getty Images

Perinatale depressie: wat als zwanger zijn je niet gelukkig maakt?

Een postnatale depressie kennen we inmiddels allemaal, maar ook tijdens de zwangerschap kan er een grijze wolk komen aanzetten. “Een prenatale depressie komt ongeveer even vaak voor als een postnatale depressie, maar is over het algemeen nog minder gekend bij het grote publiek.”

Pre-, post- en perinatale depressie: wat is het?

Toen Linde Merckpoel als bekende mama to be openlijk uitkwam voor de niet zo roze wolk waarop ze zich bevond tijdens de zwangerschap van haar eerste kindje, sloeg dat in als een klein bommetje: plots werd de wereld – of anders toch de gemiddelde populatie van ons kleine land – bewust gemaakt van het bestaan van een prenatale depressie. Dr. An-Sofie Van Parys, psychotherapeute, seksuologe en vroedvrouw: “Het is volgens mij niet zo dat er op depressieve gevoelens vóór de bevalling per se een groter taboe ligt dan op depressieve gevoelens erna, maar doordat de wetenschap en ook de media pas de laatste decennia meer op ‘postnatale depressie’ als uit te spitten onderwerp gesprongen zijn, is het wel nog veel minder gekend.” 

Nochtans toont onderzoek aan dat er slechts een beetje minder prenatale als postnatale depressies zijn, en dat als er sprake is van een prenatale depressie het postnataal vaak nog moeilijker gaat. Liever dan depressieve gevoelens opdelen in een stadium vóór en na de zwangerschap, spreekt de therapeute en vroedvrouw dan ook over perinatale depressie: “Die term slaat op alle mentale moeilijkheden die je als ouder kunt ervaren vanaf de allereerste weken van je zwangerschap tot een jaar daarna.”

Perinatale depressie: hoe ontstaat het?

An-Sofie: “De precieze oorzaken voor een perinatale depressie zijn moeilijk vast te pinnen: vooral oorzaak en gevolg zijn hier moeilijk te onderscheiden. Zak je bijvoorbeeld weg in een prenatale depressie omdat je relatie slecht loopt, of gaat je relatie slecht lopen omdat je je eigenlijk al een tijdje slecht voelde? Zoiets is wetenschappelijk heel moeilijk te onderzoeken.”

Wel zijn er duidelijk een aantal risicofactoren die je kans op een pre- of postnatale depressie aanzienlijk vergroten.

De drie grootste ‘voorspellers’:

  • Partnergeweld: “Als de relatie tussen de aanstaande ouders niet goed verloopt, en er sprake is van mentaal, fysiek of seksueel geweld tussen beide partijen, is dat één van de grootste risicofactoren voor een perinatale depressie.”
  • Alcohol- of drugmisbruik: “Ook wanneer er verdovende middelen in het spel zijn, is dat een risico voor mentale problemen tijdens of na de zwangerschap.”
  • Psychiatrische voorgeschiedenis: “Tot slot is ook een psychiatrische voorgeschiedenis, zowel bij een van de ouders zelf als verder terug in de genetische lijn een voorspellende factor. Mensen die bipolaire klachten hebben, die in het verleden al eens een depressie hadden of die aan psychose leden, hebben een grotere kans op angsten, depressieve gevoelens of mentale problemen tijdens of na de zwangerschap.”

Naast deze drie hoofdindicatoren, zijn er ook nog een paar kleinere risicofactoren in het spel:

  • Omstandigheden van de zwangerschap: “Hoe gewenst is de zwangerschap, zijn er complicaties die stress opwekken bij de ouders, enz.”
  • Negatieve gebeurtenissen, stress en trauma: “Kreeg je recent te maken met gebeurtenissen die een grote impact hadden op je emotionele systeem of op je mentale welzijn – zoals een ontslag, een moeilijk te verwerken overlijden, enz … ook dan is de kans op een perinatale depressie groter.”
  • Gebrek aan een sociaal vangnet: “Een van de belangrijkste dingen voor jonge ouders, is kunnen rekenen op een sociaal netwerk. Mensen die hen ondersteunen als ze het moeilijk hebben, die snel even praktisch kunnen bijspringen, maar die ook gewoon even kunnen luisteren als ze het emotioneel zwaar hebben. Een kind opvoeden doe je niet met twee. Helaas haalt corona heel dat sociale netwerk momenteel een beetje onderuit, en dat merk ik in mijn praktijk: er zijn nu veel meer ouders die het mentaal moeilijk hebben, al uit zich dat natuurlijk niet altijd in de extreme variant van een effectieve depressie.”

Perinatale depressie of babyblues?

Uiteraard brengt een zwangerschap én zeker de geboorte van een kind – hallo, slapeloze nachten en mamatwijfels – altijd wat lastige gevoelens met zich mee. Hoe weet je nu of wat je voelt in de richting van een depressie gaat, of het toch gewoon een stevige variant van de babyblues is?

An-Sofie: “Die twee zijn niet zo makkelijk van elkaar te onderscheiden. Bij depressieve gevoelens is een compleet gebrek aan plezier of interesse in dingen vaak een teken dat het tijd is om aan de alarmbel te trekken. Ben je als mama of papa niet meer in staat om nog van iets te genieten, kan werkelijk alles je gestolen worden en voel je zelfs bij dat zalige me-time momentje van een kwartiertje in bad helemaal niets meer? Dan is de kans groot dat je met depressie kampt.

Bij angstgevoelens kunnen fysieke klachten een indicatie zijn: angst zet zich immers direct door op je lichaam. Ben je voortdurend onrustig, zitten je spieren haast in een voortdurende kramp, slaap je slecht, pieker je veel en krijg je dat niet meer onder controle? Ook dan mogen er alarmbellen gaan rinkelen. Bij mensen die én last hebben van depressieve gevoelens én hardnekkig piekergedrag en angsten, zijn de problemen trouwens meestal het zwaarst.”

PERINATALE DEPRESSIE: HOE PAK JE HET AAN? 

Hoe mama’s en papa’s met een perinatala depressie zichzelf zo goed mogelijk kunnen helpen? An-Sofie: “Het allereerste advies: vraag hulp. Sociale en emotionele steun is waar wij mensen het meest bij floreren en dat is in de zorg voor een kind niet anders. Probeer zo goed en zo kwaad als het kan toch een beetje tijd vrij te maken om er eens met een vriendin over te praten en durf ook hulp vragen in de zorg voor je kind. Mensen zijn echt niet gemaakt om alleen of met twee een kind op te voeden. Het spreekwoord luidt niet voor niets: it takes a village to raise a child. Jammer genoeg, wordt dat vandaag vaak vergeten.”

De belangrijkste tips aan ouders met depressieve gevoelens:

  • Pik de activiteiten die vroeger energie gaven weer op: “Hield je van hockey? Doe dat dan weer. Las je graag een boek? Probeer daar dan tijd voor te maken. Geven die dingen je totaal geen plezier meer? Zoek dan naar dingen die daar wel nog voor zorgen.”
  • Praat met een vriend(in) die begrijpt wat je doormaakt: “Je leed of moeilijke gevoelens kunnen delen en daar begrip voor krijgen, helpt al heel wat.”
  • Laat je bijstaan: “Aarzel ook niet om hulp te vragen aan de mensen uit je omgeving. Al is het maar dat ze eens een uurtje op de baby letten of dat ze een lasagne meebrengen.”

VERGEET DE PAPA’S EN PARTNERS NIET! 

An-Sofie: “Zelfzorg voor de partner die depressief is, is uiteraard heel belangrijk. Dat ook de andere pool van het ouderkoppel, de partner die niet depressief is en die het hele huishouden op dat moment draaiende houdt, aan zelfzorg doet zo mogelijk nog belangrijker. Als die er ook onderdoor gaat, ben je als jong ouderpaar nog verder van huis.

Onderzoek toont trouwens aan dat als één ouder depressief is, in 25 tot 50 procent van de gevallen de andere partner dat ook zal zijn. Vooral als er een groot slaaptekort is, zet de depressie zich meestal door bij allebei.”

Wanneer is het tijd voor professionele hulp?

An-Sofie: “Als de depressieve gevoelens of de angsten je dagelijks leven beginnen te overheersen en je functioneren in de weg staan, is het tijd om professionele hulp in te schakelen. Als je echt nergens meer plezier uithaalt en ook het contact met andere mensen niet helpt om je weer op te laden, kunnen gesprekstherapie en medicatie nodig zijn.

Let op: het kan natuurlijk weleens gebeuren dat je een keer geen energie haalt uit andere mensen of een slechte dag hebt. Een zwangerschap of een baby put natuurlijk uit. Maar houden die gevoelens twee weken aan en helpt er voor de rest weinig? Durf dan zeker die stap te zetten.”

Waarom tijdig ingrijpen zo belangrijk is

Dat zo snel mogelijk ingrijpen een goed idee is, spreekt natuurlijk voor zich. Hoe sneller je hulp zoekt, hoe sneller je als jonge ouder (to be) weer op je plooi zult vallen. Ook voor je kindje zelf is het echter belangrijk er op tijd bij te zijn: “De laatste jaren wordt er veel onderzoek gedaan naar de impact van stress en mentale problemen op de ontwikkeling van je baby.

Zelfs als die baby nog gewoon in je buik zit, heeft je emotionele toestand en je stresslevel wel degelijk een invloed: het stresshormoon cortisol gaat namelijk door de placenta en komt zo ook in het systeem van je baby terecht. Afhankelijk van de ontwikkelingsfase waarin je kindje zit, kunnen mentale moeilijkheden de taalontwikkeling, de ontwikkeling van de hersenen, mogelijke psychische problemen in de toekomst, de cognitieve en motorische vaardigheden en zelfs het neurologische systeem van je kindje beïnvloeden.”

PLASTISCH BREIN: TERUGDRAAIEN KAN

“Het goede nieuws hier is wel dat al die veranderingen ook perfect terug rechtgetrokken kunnen worden: het brein van een baby is enorm plastisch. Maak je als mama – of als papa – dus niet onmiddellijk zorgen als je je niet goed voelt: alle effecten van mogelijke depressieve gevoelens of stress die je ervaart, kunnen daarna perfect weer weggewerkt worden. Mits de juiste aandacht, het juiste begrip van de problematiek en een adequate ondersteuning natuurlijk.”

Maar hoe sneller jij je depressieve gevoelens opmerkt, en hoe sneller jij je weer beter voelt, hoe beter ook voor je baby dus wel. Onnodig blijven doorploeteren, is écht niet nodig en zelfs voor niemand een goed idee.

Zéker ook lezen:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."