Alles over de eerste stapjes van je baby

De eerste stapjes van je baby zijn een grote mijlpaal. Een heel nieuwe wereld gaat open en plots komen mama en papa handen én ogen tekort. Hoe zit het eigenlijk in elkaar, en vanaf wanneer mag je die eerste stapjes verwachten?

De eerste stapjes: wanneer?

Gemiddeld zet een kind zijn eerste losse stapjes rond 14 à 15 maanden. Maar alle baby’s ontwikkelen zich op hun eigen tempo, dus sla niet in paniek als je kind pas alleen loopt als het 18 maanden is. Zelfstandig lopen vóór de eerste verjaardag is eerder een uitzondering.

Leren stappen in fases

Die eerste stap, helemaal alleen, is een mijlpaal in de ontwikkeling van je kind. Aan dit grootse moment zijn maanden van intense voorbereiding voorafgegaan. Lopen vereist immers een aantal moeilijke technieken op het gebied van evenwicht en coördinatie en is dus een van de moeilijkste dingen die je kind ooit moet aanleren.

Een baby zal ook niet van de ene dag op de andere gaan stappen. Het proces verloopt in fases:

1. Al vanaf de geboorte begint je baby zijn spieren te verkennen. De eerste bewegingen vinden plaats en na een paar maanden zal hij zich voortdurend willen verplaatsen. Dat kan op verschillende manieren: kruipend, sluipend, al zittend door op te wippen …
2. Rond 9 maanden beginnen de meeste baby’s zich op te trekken aan meubels.
3. Vanaf dan wordt het voor veel ouders uitkijken, want je baby gaat op die leeftijd langs tafels, stoelen en sofa’s stappen. Alles wat voorheen voor de kleine kruiper op een veilige hoogte stond, komt nu binnen handbereik. Van zodra ze met wat steun kunnen rechtstaan of stappen, willen de meeste kinderen bovendien niet anders meer doen. Ze trekken zich recht aan alles wat enigszins vastzit, tot en met je broekspijpen toe. In het begin is dat allemaal nog een beetje moeilijk en vermoeiend; ze houden het dan ook niet lang vol. Na een paar tellen laten ze zich pardoes weer op hun achterwerk vallen. En dat gaat weleens gepaard met gefrustreerde huilbuien. Hoe zou je zelf zijn als je iets wilt, maar het nog niet kunt?
4. Rond de dertiende levensmaand kan zowat driekwart van de peuters dan eindelijk zelfstandig stappen. Dat stappen gebeurt vrij snel en meestal op de tenen. De knietjes blijven bij die eerste stapjes stijf en de benen lichtjes gespreid. Een grote moeilijkheid voor het kind is daarbij om te stoppen. Toen stappen nog gebeurde met steun van pakweg de salontafel (waarbij de snelheid heel wat lager lag) was dat stoppen wel nog makkelijk: toen liet je baby zich gewoon vallen. Nu is er na het bewaren van het evenwicht en het leren rechtop staan een nieuwe factor in het hele stapverhaal: de snelheid.
5. Wanneer je kind kan stappen, zal het intensief oefenen en zijn bewegingen steeds verder verfijnen. Het zal leren vanuit rechtstaande positie zijn speelgoed op te rapen en dan terug recht te komen. Stilaan groeit ook de interesse voor moeilijkere hindernissen zoals trappen. Rond zijn achttiende levensmaand zal je kind met wat hulp trappen kunnen nemen. Zorg nu voor de nodige afschermende, kindveilige hekjes voor de trapopening. Je zou niet de eerste ouder zijn die plots zijn kind op de eerste verdieping of ergens halfweg de trappen aantreft!
6. Rond hun tweede verjaardag zijn de meeste peuters volleerde stappers. Hun stapbewegingen zijn nu ‘volwassen’. Ze hebben immers geleerd om de zogeheten hiel-teen-beweging te maken, de manier waarop ook jij loopt.

Kun je je kind leren stappen?

 Je kunt je kind niet leren lopen; het is een stadium waar zoon- of dochterlief vanzelf in terechtkomt. Dat betekent evenwel niet dat je je kindje niet kunt aanmoedigen. Je kent de trucjes wel: voor je peuter gaan staan en hem tot bij je roepen terwijl je je armen uitstrekt is er maar een van.

Een loopstoeltje? Kies liever voor een duwstok of loopwagentje! Een loopstoeltje zorgt er namelijk voor dat de heupen van je kleintje minder goed ontwikkelen. Ook verhoogt zo’n stoeltje de kans op ’tenenlopen’ en stimuleert het de foute spieren. Bij een loopwagentje en duwstok zijn de juiste spieren in beweging en kunnen ze ook versterken. Daarbij krijgt je kindje de nodige steun.

Het is wel belangrijk om je baby zélf te laten leren. Hij geeft zelf aan wanneer hij klaar is voor zijn eerste stapjes. Forceer hem daarom niet.

De perfecte schoenen?

Als je kind leert lopen, kun je ‘m het best geen schoentjes aantrekken. Op zijn blote voetjes is het immers makkelijker om het evenwicht te bewaren, onder meer doordat je kind beter de grond voelt. Uiteraard geldt dat niet voor buiten of op al te koude of ruwe ondergronden!

De voetjes van onze kleintjes zijn ook nog niet volgroeid. Foute schoenen kunnen de evolutie op een negatieve manier beïnvloeden. Een goede schoen om te leren stappen moet hetzelfde effect geven als stappen op blote voeten. Om vrije bewegingen te kunnen maken, moet de schoen dus zacht en soepel zijn. Pas als je kindje goed kan lopen, mag je stevige schoentjes kopen, maar ook hier is het best dat de zool toch nog wat soepel is.

Tips & tricks

 Gaat je baby zijn eerste stapjes oefenen?  Denk dan aan de volgende dingen:

• Zet je kindje in de buurt van lage meubels. Een klein tafeltje of een stoel hebben een ideale hoogte. Zo kan je kleintje zich vastklampen aan de meubelstukken en het stabiel staan gewaarworden.
• Je baby gaat zich optrekken aan meubels. Zorg er daarom voor dat wankele wandmeubels verankerd worden in de muur.
• Zorg dat je kleintje een veilige ruimte heeft om te stappen. Let op opstaande randen van vloerkleden of rondslingerend speelgoed op de vloer. Vallen hoort erbij, maar dat kan natuurlijk flink pijn doen.
• Zorg voor een zachte ondergrond, zoals een deken of tapijt, en blijf zelf in de buurt.
• Een gladde vloer is niet ideaal voor je baby om te leren lopen. Je kindje heeft minder grip en valt harder dan op een kleed of tapijtje. Gaat je baby toch aan de wandel op een gladde ondergrond? Zorg dan voor blote voetjes of anti-slipsokjes.
• Blijf in de buurt. Zodra je baby mobieler wordt, is het goed om bij ‘m te blijven. Zo kun je hem meteen helpen als het nodig is.
• Leg losse spullen die op ‘pakhoogte’ staan weg. Zo wordt je baby niet afgeleid door allerlei interessante dingen op ooghoogte en hoef jij niet continu de politieagent uit te hangen.
• Prijs je kind in ieder stadium, moedig hem aan en help hem met oefenen.
• Als je je peuter een hand geeft, hou het dan niet hoger dan de schouder van je kindje. Anders gaat hij/zij hangen.
• Trek niet aan de handjes, maar hou ze losjes vast. Je kindje wil natuurlijk dicht bij jou zijn en zal zich dus voortbewegen.
• Is je kind bang om je hand los te laten? Dan kun je hem een knuffel aanreiken die jij aan de andere kant vastneemt. Een goede manier om de steun wat te verminderen, maar toch niet helemaal weg te nemen.

Bronnen: Kind & Gezin, Zappy Ouders, Blabloom.com

Ook de moeite om te lezen:

• Help, mijn baby kruipt nog niet!
• Bewegende baby’s en buitenbaby’s hebben een stapje voor!
• Wat ziet mijn baby al: een overzicht van de eerste 12 maanden

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!