© Getty Images

Mijn baby kan niet slapen. Is het verlatingsangst?

Je baby voelt zich geborgen en veilig bij jou, maar op een bepaald moment beseft ie dat jij er niet altijd bent en kan er verlatingsangst optreden. Als je je kindje afzet in de crèche bijvoorbeeld, maar soms treedt het ook op als het tijd is om te slapen. “Die angst bij je kindje is écht, het is dus belangrijk om ernaar te luisteren”, zegt kinderslaapcoach Karen Claes.

Verlatingsangst is een fase en niet elk kind zal er evenveel last van hebben. Ook al is het niet continu aanwezig, het kan een grote invloed hebben op kinderen én op ouders.

“Kort samengevat is verlatingsangst de angst dat iemand waaraan je gehecht bent je zal verlaten”, weet kinderslaapcoach Karen. “In de meeste gevallen gaat het om verlatingsangst die gelinkt is aan de ontwikkeling van je kindje, en dat is niets om je zorgen over te maken. Die verschillende fases situeren zich in de periode dat je kindje tussen 6 maanden en 3 jaar oud is, vaak rond 8 à 10 maanden, rond 1 jaar, rond 1,5 jaar en rond 2 jaar.”

Daarnaast kan verlatingsangst ook gelinkt zijn aan veranderingen en spannende of heftige gebeurtenissen die je kind meemaakt, denk maar aan een verhuis, de start in de kinderopvang of op school, een overlijden van iemand in de omgeving of een scheiding.”

Verlatingsangst niet voor alle kindjes hetzelfde

Alle kinderen gaan door de fases van verlatingsangst gelinkt aan de ontwikkeling, maar hoe een kind dat uit is heel erg individueel. “Bij sommige kindjes merk je er amper iets van, voor anderen is het heel intens”, voegt Karen toe. “Niet elke fase is ook even pittig, al heb je kindjes die hier heel erg gevoelig aan zijn, waarbij de fases van verlatingsangst keer op keer heel intens zijn.

Het is belangrijk om de angst serieus te nemen, en niet te minimaliseren of te negeren

Karen Claes

Het kan zijn dat de verlatingsangst zich vooral richt naar één ouder, waardoor je kindje bijvoorbeeld geen krimp geeft als de ene ouder het afzet in de kinderopvang, en bij de andere ouder grote paniek vertoont. Die paniek is er omdat je kindje denkt dat je hem of haar écht zal verlaten en niet meer zal terugkeren. Belangrijk dus om die angst serieus te nemen en niet te minimaliseren of te negeren.

Het afscheid, ook al is het maar om even naar het toilet te gaan, loopt dus plots heel moeilijk en zorgt voor paniek of huilen, terwijl dat voordien nooit een probleem was. Je kindje wil alleen nog maar jou. Het kan zelfs zijn dat personen, die ook heel dicht bij je kindje staan, op dat moment niet veel kunnen doen om de paniek weg te nemen.”

Angst om alleen te slapen

“Verlatingsangst uit zich op verschillende momenten doorheen de dag, en bedtijd hoort daar ook bij”, aldus Karen. “Het kan ook heel plots ontstaan. Gisteren bracht je je kindje naar bed en verliep het heel vlot, vandaag doe je exact hetzelfde en begint je kindje ontroostbaar te huilen wanneer je nog maar aanstalten maakt om de kamer te verlaten. Grote kans dat dit verlatingsangst is.

Ook dat is natuurlijk heel erg individueel: sommige kindjes beginnen te huilen wanneer je nog maar start met de voorbereidingen om naar bed te gaan, anderen wanneer je de kamer wilt verlaten en nog anderen pas wanneer je de kamer uit bent.

Je kunt de verlatingsangst ook doorheen de nacht merken. Periodes van verlatingsangst gaan vaak samen met periodes van moeilijker slapen, vaker wakker worden, huilen, … . Het is niet gelinkt aan de klok en speelt zich dus niet enkel overdag af. De nood om te weten dat je er nog bent, kan er dus zeker ook ’s nachts zijn.”

Tips om ermee om te gaan

Heeft je kindje last van moeilijke nachten en vermoed je dat verlatingsangst de oorzaak is? Dan heeft Karen heeft enkele nuttige tips voor jou:

  • Net omdat de angst bij je kindje echt is, is het belangrijk om naar je kind te luisteren. Negeer of minimaliseer het niet.
  • Heeft je kindje nood aan meer nabijheid? Geef die nabijheid. Zit er niet mee in dat je daarmee nieuwe, zogenaamde ‘slechte’ gewoontes aanleert, of dat je je kindje ‘zijn zin’ geeft als je dat doet. Kijk naar de nood die erachter zit en zoek naar wat er voor jullie werkt om aan die nood tegemoet te komen. Voor sommige kindjes is het voldoende om nog even in de buurt te blijven en wat te rommelen in een andere kamer, andere kindjes zullen je willen zien en je liefst zo dicht mogelijk bij hen hebben, en misschien zelfs enkel rustig worden als ze je effectief kunnen voelen.
  • Wanneer je kindje iets ouder is, kun je samen zoeken naar wat er nodig is, zoals bijvoorbeeld om de vijf minuutjes even komen kijken.
  • Luister in eerste instantie naar je eigen intuïtie in plaats van naar de goedbedoelde adviezen uit de omgeving of de raad die je tegenkomt in boeken, artikels of blogs. Doe wat goed voelt voor jullie. Het is meestal wat zoeken naar wat er wel werkt, geef jezelf de tijd en ruimte om daar samen met je kindje naar op zoek te gaan.
  • Een kalme ouder is besmettelijk. Boos worden helpt niet. Je kindje kan er immers niets aan doen dat hij/zij bang is en heeft jouw kalme aanwezigheid nodig om zich weer veilig en rustig te kunnen voelen.
  • Als je de kamer even moet verlaten, om welke reden dan ook, en je zegt dat je terugkomt, kom dan ook terug! Het kan zijn dat het stil is op de kamer en je kindje in tussentijd misschien in slaap is gevallen, maar evengoed ligt je kindje op jou te wachten. Als je dan niet terugkeert, kan het de angst vergroten.
  • Verdwijn nooit plots zonder afscheid te nemen. Zeg wat je gaat doen, waar je naartoe gaat en wanneer jullie elkaar terug zullen zien (zeg bijvoorbeeld ‘papa gaat nu naar beneden, als ik zelf ga slapen, kom ik nog even bij jou kijken en morgenochtend haal ik jou uit bedje als je wakker bent’).
  • Probeer je vertrouwde rituelen vast te houden, maar ga niet naar het extreme. Als je merkt dat het op dit moment vooral voor heel veel stress en moeilijke momenten zorgt, dan is het beter om een alternatief te zoeken.
  • Zorg voor extra knuffels, extra tijd samen, extra één op één momentjes met je kind.
    De bedtijd is een ideaal moment om nog even één op één met je kindje bezig te zijn en rust te creëren. Zorg dat er voldoende tijd is om dat elke dag opnieuw rustig te doen verlopen. Als het snel-snel moet gebeuren of er is geen tijd meer voor, zal het meestal een moeilijkere bedtijd worden.
  • Als je kindje ’s nachts wakker wordt, kan het zijn dat die nabijheid ook terug nodig is om je kindje rustig te doen verder slapen. Sommige ouders zetten in zo’n periodes een extra bedje in de kamer, of slapen (veilig) samen. Het kan allemaal, zolang het voor jullie werkt.

Met dank aan Kinderslaapcoach Karen Claes.

Meer lezen over slapen:

Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."