Potjestraining: 12 tips die je moet lezen voor de start
Pief poef paf, de luier is af! Denk je dat je peutertje klaar is voor het potje en de onderbroek? Dan helpen wij jou graag met deze must-read tips.
Potjestraining: paraat met deze 12 tips
- Gebruik een katoenen luier. Je kind voelt het beter als die nat is.
- Neem je kind mee naar de wc als je zelf gaat. Benoem wat je doet, zodat het zo normaal mogelijk wordt.
- Werk met kleine beloningen. Grote beloningen maken de zindelijkheid te belangrijk, wat voor spanning kan zorgen. Dat geldt ook voor té enthousiast reageren als het lukt. Een sticker is bijvoorbeeld prima;
- Koop een plaspop en doe een rollenspel. Nog beter: laat je kind de pop zindelijkheidstraining geven. In het boek ‘Zindelijkheidstraining’ van Penny Warner en Paula Kelly staan voorbeelden van rollenspellen.
- Koop samen met je kind een extra mooie onderbroek, die hij graag aan wil doen en dus droog wil houden.
- Reageer niet negatief op een ongelukje, maar blijf rustig en consequent. Benoem het, ruim het samen op en richt je op een volgende keer.
- Grijp niet terug naar luiers. Daarmee geef je het signaal dat je verwacht dat hij ongelukjes krijgt en dat dat oké is. Dat is verwarrend voor je kind.
- Laat jongetjes zittend plassen. Staan is moeilijker en het kan zijn dat dan ook niet zittend kun grote boodschap willen doen.
- Vindt je kind een natte broek niet erg? Zorg dan dat het verschonen heel veel tijd in beslag neemt. Zo maak je het minder aantrekkelijk.
- Ga ontspannen om met ontlasting: kaka is niet vreemd of vies. Laat het zien in de luier voor je met de zindelijkheidstraining begint.
- Geef je kind genoeg water en fruit, zodat de ontlasting zacht is. Als die te hard is, houden kinderen het vaak op.
- Kinderen kunnen het eng vinden om kaka in het potje of de wc laten vallen. Een tussenstap is om je kind met de luier aan op het potje te laten gaan of het potje te bekleden met de luier.
Dag luier! Je kindje is er klaar voor als hij…
- Kan benoemen wanneer hij pipi of kaka doet.
- Enkele uren achter elkaar droog kan blijven.
- Het leuk vindt om zijn ouders te imiteren.
- Zichzelf een beetje kan aan- en uitkleden.
- Dingen zelf wil doen.
- Vijf tot tien minuten stil kan zitten.
- Eenvoudige instructies kan opvolgen, bijvoorbeeld ‘pak de rode bal.’
- Enigszins onafhankelijk van zijn ouders is en dus alleen naar het potje kan.
Potjestraining: Boekentips
Hé, wie zit er op de wc? Van Harmen van Straaten.
Kas op het potje/Saar op de wc van Pauline Oud.
Het grote billenboek van Guido van Genechten.
Potje! van Mylo Freeman.
Een geweldig cadeau van Guido van Genechten.
Bezig met potjestraining? Dit zal jou ook interesseren:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief (onderaan de homepage) om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!